Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
Ontwerpnotulen van 22 november 20223
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen, zoals voorgelegd door de algemeen directeur, goed te keuren.
Artikel 1 : De notulen van 22 november 20223 worden goedgekeurd.
Artikel 2 : Deze notulen worden elektronisch ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Artikel 3 : Deze beslissing zal voor passend gevolg overgemaakt worden aan de dienst secretariaat.
Artikel 32 decreet lokaal bestuur
Zittingsverslag van 22 november 2023
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het zittingsverslag, zoals voorgelegd door de algemeen directeur.
Artikel 1 : De gemeenteraad neemt kennis van het zittingsverslag van 22 november 2023.
Artikel 2 : Deze beslissing zal voor passend gevolg overgemaakt worden aan de dienst secretariaat.
Artikel 346 decreet over het lokaal bestuur.
De verslagen van de selectieproef van 8 december 2023 voor algemeen directeur coördinator en van 9 december 2023 voor financieel directeur coördinator liggen ter inzage van de raadsleden.
Uit de verslagen blijkt dat de heer Kristof Andries, algemeen directeur van Galmaarden en mevrouw Julie Somers, financieel directeur van Herne het beste resultaat behaalden in de selectieproef.
Op basis van deze resultaten worden in onderling overleg door de lokale besturen van Galmaarden, Gooik en Herne de heer Kristof Andries en mevrouw Julie Somers voorgedragen om de rol van respectievelijk algemeen directeur-coördinator en financieel directeur-coördinator op te nemen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om in toepassing van artikel 34 van het decreet over het lokaal bestuur over te gaan tot de geheime stemming voor de aanduiding van de algemeen directeur-coördinator en om over te gaan tot de geheime stemming voor de aanduiding van de financieel directeur-coördinator.
Met 16 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 16 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 16 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Artikel 1: De heer Kristof Andries, algemeen directeur van Galmaarden wordt aangeduid om de rol van algemeen directeur-coördinator op te nemen.
Artikel 2: Mevrouw Julie Somers, financieel directeur van Herne wordt aangeduid om de rol van financieel directeur-coördinator op te nemen.
Artikel 347 decreet over het lokaal bestuur
Bijlagen
De gemeenteraden van Galmaarden, Gooik en Herne keurden de principiële beslissing tot vrijwillige fusie van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne goed in zitting van de gemeenteraden op dinsdag 28 maart 2023 en woensdag 5 april 2023. Een volgende stap in het administratief proces is de definitieve goedkeuring door de drie gemeenteraden van de fusie van Galmaarden, Gooik en Herne. Nadien bevindt het fusietraject zich in een eindfase en moet enkel de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement nog zijn goedkeuring geven.
De Vlaamse regering streeft een schaalvergroting van gemeenten na in de vorm van vrijwillige fusies. Om de maatschappelijke uitdagingen blijvend en kwalitatief het hoofd te bieden en een nog sterkere rol te spelen als lokaal bestuur, willen Galmaarden, Gooik en Herne gezamenlijk een slagkrachtige gemeente vormen die vandaag, maar ook in de toekomst sterker staat voor burgers, bedrijven en verenigingen.
De bestuurlijke en maatschappelijke uitdagingen waar de lokale besturen komen voor te staan, zijn vandaag niet gering. De verwachtingen ten aanzien van de lokale besturen zijn de laatste jaren sterk toegenomen. Enerzijds worden, vertrekkende vanuit het versterken van de lokale autonomie en het subsidiariteitsprincipe, steeds meer bevoegdheden vanuit de Vlaamse en federale overheid gedecentraliseerd naar de lokale besturen. Anderzijds verwachten burgers terecht veilige en aantrekkelijke dorpskernen, veel en diverse mogelijkheden voor vrijetijdsbeleving, een kwaliteitsvolle (digitale) dienstverlening, snelle communicatie, een verbeterde mobiliteit, kwalitatief onderwijs, de behandeling van sociaal-maatschappelijke problemen en uitdagingen. Kortom, een klantvriendelijke, correcte, effectieve en efficiënte lokale dienstverlening op maat.
Als we als regionale speler steeds meer onze rol willen vervullen, zullen we steeds meer en complexere taken en bevoegdheden moeten opnemen als lokaal bestuur. Het lokaal niveau vormt het eerste bestuursniveau in het bieden van oplossingen voor burgers, bedrijven en verenigingen. Hierdoor neemt de personele, beleidsmatige, financiële en operationele druk op de lokale besturen dagelijks steeds meer toe.
“De bestuurskracht van kleine landelijke gemeenten staat onder druk”. Met dat buikgevoel, dat reeds eerder door studies werd bevestigd, werd in de zomer van 2022 aan het burgemeestersoverleg van het Pajottenland voorgesteld om een gezamenlijke bestuurskrachtanalyse uit te voeren. Deze gemeenten hebben een vrij gelijkaardige typologie, een landelijk karakter met veel open ruimte voor landbouw en natuur. Ze kennen ook een sterke samenhang in tal van intergemeentelijke samenwerkingen. De initiële intentie van de zeven aangesloten besturen (Bever, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Pepingen en Roosdaal) om deze opdracht samen uit te voeren, werd herleid tot een uiteindelijke deelname van besturen: Galmaarden, Gooik, Herne en Pepingen. Lennik besliste een aparte bestuurskrachtanalyse uit te voeren. Roosdaal koos voor het uitvoeren van gezamenlijke bestuurskrachtanalyse met de gemeenten van de politiezone TARL. Het lokaal bestuur Bever haakte af en stapte pas later in met een aparte analyse.
Via de bestuurskrachtmeting in het najaar van 2022, uitgevoerd door Probis, werden alle kansen, bedreigingen, sterktes en aandachtspunten van de lokale besturen in kaart gebracht.
Een doorgedreven data-analyse, aangevuld met gesprekken en vragenlijsten afgenomen met de colleges van burgemeester en schepenen, met de managementteams en met sleutelfiguren uit de organisaties resulteerden in een individuele bestuurskrachtanalyse voor elk van de besturen.
Uit de analyse blijkt dat de bestuurskracht vandaag nog kan worden gegarandeerd voor twee van de vier besturen (Galmaarden en Gooik), maar dat de druk nu reeds voelbaar aanwezig is en op lange termijn door de te verwachten stijgende opdracht niet langer stand zal houden. Twee andere besturen (Herne en Pepingen) worden geconfronteerd met uitdagingen die hun bestuurskracht sterk onder druk zetten en waarbij tegen de grenzen van hun bestuurskracht wordt aangelopen.
Aansluitend op de individuele bestuurskrachtmeting werd door Probis nagegaan of schaalvergroting op het vlak van bestuurskracht een verschil kon maken. Uit de analyses blijkt dat de gemeenten complementair zijn en elkaar kunnen versterken. Galmaarden, Gooik en Herne delen een gezamenlijk DNA als groene en landelijke (plattelands-) gemeenten met een lage bevolkingsdichtheid en een grote open ruimte. De gemeenten worden verder gekenmerkt door een sterk verenigingsleven als motor van de dorpen en hebben gelijklopende uitdagingen op vlak van wonen, ruimte, infrastructuur,…
Het is de wens én de verantwoordelijkheid van de lokale besturen van Galmaarden, Gooik en Herne om ook in de toekomst een daadkrachtig bestuur te zijn met een kwalitatieve dienstverlening voor de inwoners en de nodige financiële ademruimte. Om de kwaliteit van dienstverlening en de toekomstige levensvatbaarheid van onze gemeenten te waarborgen, hebben Galmaarden, Gooik en Herne de principiële beslissing genomen om tot fusie over te gaan. Pepingen nam deze beslissing niet mee en haakte dus af voor dit fusietraject.
De scenario-analyse laat blijken dat de voordelen van ‘samenwerken’ zoals eenvoudiger, vrijblijvender en behoud van de lokale autonomie de nadelen ervan niet uitwissen. Denken we aan de financiële structuren, het gebrek aan eenheid van aansturing, problemen met mandatering, opvolging en controle. De regio heeft een lange traditie van samenwerken (en het voordeel van veel gelijke samenwerkingsverbanden te kennen) en doet dat op tal van vlakken met succes zodat deze piste voor schaalvergroting uitgewerkt blijkt.
Uit de analyse van diverse scenario’s bleek dat de fusie tussen de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne aanzienlijke voordelen en kansen biedt voor de toekomstbestendigheid van de organisatie, waaronder:
De fusie zal echter niet alle uitdagingen oplossen, maar wel de bestuurskracht doen stijgen.
Daarnaast moeten we ook volgende valkuilen ernstig nemen:
De gedetailleerde resultaten van de bestuurskrachtmetingen worden als bijlage aan deze beslissing toegevoegd.
Vanuit de bestuurskrachtmeting beslisten de gemeenteraden van Galmaarden, Gooik en Herne om over te gaan tot de principiële beslissing van de vrijwillige fusie van de gemeenten mét aandacht voor de gezamenlijke landelijke identiteit die Galmaarden, Gooik en Herne kenmerkt en rekening houdt met de gemeenschappelijke uitdagingen.
De lokale besturen van Galmaarden, Gooik en Herne startten na de principiële beslissing een intensieve onderzoeks- en afstemmingsperiode mét hun raadsleden, adviesraden, personeelsleden en burgers.
Onder externe begeleiding van een transitiemanager van Probis, werd voorafgaand aan de definitieve fusiebeslissing tussen de lokale besturen grondig afgestemd over tal van thema’s en consensus gezocht over een visie op het te voeren beleid en de te creëren organisatie in de toekomst. Beleidsthema’s als financiën (schuld, autofinancieringsmarge, beschikbaar budgettair resultaat, fiscaliteit, retributie- en subsidiestromen,…), personeel (rechtspositie, arbeidsreglement, structuur, cultuur,…), patrimonium (inventarisatie gebouwen, geplande patrimoniumprojecten, …), intergemeentelijke samenwerking (inventarisatie en evaluatie van de nood aan samenwerkingsstructuren en de gevolgen van eventuele uittredingen), … waren slechts enkele van de te verdiepen onderzoeksdomeinen.
Het veranderings- en voorbereidingstraject werd als volgt vormgegeven:
De projectstructuur van het fusietraject tussen de lokale besturen Galmaarden, Gooik en Herne is zorgvuldig opgezet om de fusie efficiënt te beheren en te coördineren. Het fusietraject wordt gestuurd door verschillende organen met specifieke verantwoordelijkheden. Hier volgt een samenvatting van de belangrijkste organen en hun verantwoordelijkheden:
Het team fusie, bestaande uit de burgemeesters van Galmaarden, Gooik en Herne, de decretale graden en de externe transitiebegeleider, komt tweewekelijks samen. Haar taken omvatten het opstellen van strategische doelen en de fusievisie, goedkeuren van belangrijke strategische beslissingen, bewaken van het proces, beleidsbeslissingen voorbereiden en rapporteren over de voortgang het traject in bestuursorganen.
De stuurgroep, bestaande uit de decretale graden van Galmaarden, Gooik en Herne, en de externe transitiebegeleider, komt wekelijks samen. Haar taken omvatten de concrete uitrol van het stappenplan, coördineren en overzicht bewaken van alle werkgroepen, quick wins en noden detecteren, en voorzien in de terugkoppeling naar de managementteams.
Het communicatieteam, bestaande uit de communicatieverantwoordelijken van Galmaarden, Gooik en Herne, en de externe transitiebegeleider, komt wekelijks samen. Het communicatieteam is verantwoordelijk is voor het coördineren van communicatie en participatie-inspanningen binnen het fusietraject, om zo inwoners en belanghebbenden te betrekken en relevante informatie te delen.
Verschillende thematische werkgroepen met afgevaardigden uit Galmaarden, Gooik en Herne focussen binnen het fusietraject op beleidsmatige en/of dienstverlenende thema’s.
Naast de transitie ligt een belangrijk aspect van het fusietraject bij de tijdige, correcte en heldere communicatie, én bij de participatie van burgers, medewerkers en beleid. De lokale besturen maakten van bij het begin resoluut de keuze om hen actief te betrekken in het fusietraject. Diverse stappen werden ondernomen om de verschillende belanghebbenden te betrekken in het fusietraject. In een eerste fase werden verschillende informatiemomenten georganiseerd voor medewerkers, inwoners en leden van de gemeenteraden met grote ruimte voor eigen inbreng, kritische vraag en gefundeerd antwoord. Daarnaast werden infokanalen zoals een fusiewebsite, mailadressen en fusiekranten opgezet.
In het kader van het ontwerp van de nieuwe organisatie werd aan de hand van een participatief proces de mening van de verschillende belanghebbenden in kaart gebracht. De input uit het participatief proces wordt enerzijds meegenomen in de opmaak van de visie- en kompasnota, en anderzijds bij de vormgeving van het dienstverleningsmodel en de organisatiestructuur. De keuze van de naam van de nieuwe gemeente werd in handen gelegd van de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne via een gestroomlijnd en participatief traject.
De concrete activiteiten hiervoor worden in onderstaande weergegeven:
In de toekomst zal het communicatie- en participatieproces doorgaan en evolueren. Er zal verder ingezet worden op communicatie en participatie met inwoners, medewerkers en andere belanghebbenden, en nieuwe vormen van participatie zullen worden onderzocht.
Galmaarden, Gooik en Herne vonden elkaar in deze gedeelde ambitie om samen aan een sterke, nieuwe fusiegemeente te bouwen. De fusiegemeente kenmerkt zich door volgende waarden:
De visienota omvat tevens doelstellingen op vlak van ruimte, economie, vrije tijd, zorg en welzijn, en interne werking. Deze doelen zullen worden nagestreefd om de visie van de nieuwe gemeente te realiseren.
Artikel 1. De gemeenteraad hecht zijn definitieve goedkeuring aan het gezamenlijk voorstel tot vrijwillige samenvoeging van gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne.
Artikel 2. De beoogde samenvoegingsdatum is 1 januari 2025.
Artikel 3. De grens van de nieuwe gemeente bestaat uit de buitengrenzen van de samengevoegde gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne, zoals bijgehouden door de Administratie Opmetingen en Waarderingen binnen de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de Federale Overheidsdienst Financiën.
De binnengrens tussen de samengevoegde gemeenten vervalt.
Artikel 4. Het voorstel van naam voor de nieuwe gemeente is Pajottegem . De nieuwe gemeentenaam werd bepaald via een participatief traject.
Artikel 5. De gemeenteraad stelt voor dat de nieuwe gemeente zal behoren tot provincie Vlaams-Brabant, referentieregio Halle-Vilvoorde, politiezone Pajottenland, hulpverleningszone Vlaams-Brabant West, gerechtelijk kanton Lennik en provinciedistrict Halle-Vilvoorde.
Artikel 6. Algemeen directeur Kristof Andries van het lokaal bestuur Galmaarden wordt aangeduid als de algemeen directeur-coördinator. Algemeen directeur Eric Van Snick en algemeen directeur Ann Naert ondersteunen hem.
Artikel 7. Financieel directeur Julie Somers van het lokaal bestuur Herne wordt aangeduid als de financieel directeur-coördinator. Financieel directeur Steven Closset en financieel directeur Lieven Decrick ondersteunen haar.
Artikel 8. Dit besluit heeft pas uitwerking wanneer de gemeenteraden van Galmaarden en Gooik uiterlijk op 31 december 2023 ook hun goedkeuring geven aan het gezamenlijke voorstel tot fusie van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne.
Artikel 9. Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit wordt, samen met het fusiedossier, overgemaakt aan de Vlaamse Regering en aan de gemeentebesturen van Galmaarden en Gooik. Dit gezamenlijk voorstel wordt ingediend via de online toepassing ‘Loket voor lokale besturen’ van ABB.
Artikel 10. Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikel 285 e.v. van het decreet over het lokaal bestuur.
[JV1] Nog toe te voegen
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet
Artikelen 465 tot 470 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de aanvullende belasting op de personenbelasting vast te leggen.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2024 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 7,9 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3 : De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 4: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet
Artikel 464/1, 1° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 decreet 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vast te leggen voor het aanslagjaar 2024.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor het aanslagjaar 2024 worden ten bate van de gemeente 913 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2 : De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd
KB 24/09/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
Tweemaal per jaar organiseert de gemeente in het centrum een kermis. De eigenaars van de kermiskramen maken hierbij gebruik van het openbaar domein. Het is logisch dat hiervoor een bijdrage wordt gevraagd. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om volgende bedragen goed te keuren :
Voor attracties ˂ 50m² |
€35,00 |
Voor attracties tussen 50m² en 80m² |
€75,00 |
Voor attracties ˃ 80m² |
€150,00 |
Voor kermiskramen met voedingswaren |
€25,00 |
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Vanaf 01 januari 2024 tot 31 december 2024 wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de kermis- en foorinrichtingen per kermis, te weten :
Voor attracties ˂ 50m² | €35,00 |
Voor attracties tussen 50m² en 80m² |
€75,00 |
Voor attracties ˃ 80m² |
€150,00 |
Voor kermiskramen met voedingswaren |
€25,00 |
Artikel 2: Deze belasting is verschuldigd door de uitbater van het kermiskraam.
Artikel 3: Het standplaatsrecht moet betaald zijn binnen de 30 dagen na de standplaatstoekenning door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 4: De te kwijten som moet betaald worden op basis van een invorderingsstaat.
Artikel 5: De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 6: Afschrift van dit besluit zal aan de toezichthoudende overheid overgemaakt worden.
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Om te proberen de sociale en maatschappelijke verschillen te verminderen, stelt het college voor om de milieubelasting als volgt vast te stellen
De vermindering van €40,00 kan worden toegestaan aan :
De vermindering van €20,00 kan worden toegestaan aan:
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het dienstjaar 2024 wordt de milieubelasting goedgekeurd.
Artikel 2 : De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van ieder gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en werkelijk in de gemeente verblijvend op 1 januari van het aanslagjaar of geteld als hebbende een tweede verblijf voor ditzelfde jaar, op een adres gelegen langs de omloop die door de ophaaldienst gevolgd wordt”.
De belasting is eveneens verschuldigd door ieder persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die op 1 januari van het aanslagjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente, op een adres gelegen langs de omloop die door de ophaaldienst gevolgd wordt. Indien het gezin van de belastingsplichtige op hetzelfde adres is gehuisvest, is de belasting evenwel eenmaal verschuldigd.
Artikel 3 : De belasting wordt vastgelegd op :
De vermindering van €40,00 kan worden toegestaan aan :
De vermindering van €20,00 kan worden toegestaan aan:
Artikel 4 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard door de provinciegouverneur.
Artikel 5 : De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 6 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 7 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 8 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Decreet grond en pandenbeleid van 27 maart 2009, zoals gewijzigd bij het decreet van 09 juli 2010 en 23 december 2011;
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode genoemd;
De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het is wenselijk om ook in 2024 een belasting op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen in te voeren om eigenaars ervan aan te sporen de realiseerbare onbebouwde kavels te activeren.
De activeringsheffing wordt enkel ingevoerd op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen en niet op niet-bebouwde bouwgronden gelegen in een woongebied om geen overaanbod te creëren.
De activeringsheffing wordt vastgesteld op een bedrag per vierkante meter oppervlakte van de kavel.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2024 een directe gemeentebelasting gevestigd op de niet-gebouwde percelen, begrepen in een niet-vervallen verkaveling.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder
1° Bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 VCRO en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 VCRO;
2° Kavels: de in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen;
3° Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO;
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar, eigenaar is van het niet-bebouwd perceel. In geval van eigendomsoverdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel.
Artikel 3 : De jaarlijkse belasting wordt geheven op de niet-bebouwde percelen, gelegen in een niet-vervallen verkaveling.
Met betrekking tot de percelen begrepen in verkavelingen waarvoor de eerste maal een verkavelingsvergunning werd of wordt afgegeven, is de belasting toepasselijk :
- Vanaf 01 januari van het tweede jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning, wanneer de verkaveling geen werken omvat;
- Vanaf 01 januari van het jaar dat volgt op het einde van de voorgeschreven werken en lasten, in de andere gevallen; het einde van de werken wordt vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen.
Wanneer echter de werken door de verkavelaar worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling slechts gedurende maximaal drie jaar vanaf het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning. Wanneer de verkaveling in fasen mag worden uitgevoerd, zijn de bepalingen van dit artikel " mutatis mutandis" op de kavels van elke fase van toepassing.
Artikel 4 : Van de belasting zijn vrijgesteld:
1. de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed;
2. de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen
3. de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen infrastructuurwerkzaamheden omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd toegekend;
4. de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden infrastructuurwerkzaamheden omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin het attest bedoeld in artikel 4.2.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd toegekend.
5. de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. Ingeval het aantal te belasten percelen groter is dan het aantal kinderen en de te belasten percelen verschillend zijn dan wordt het gemiddelde genomen van de totale belasting op alle percelen om het bedrag van de vrijstelling te berekenen;
6. percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht niet voor bebouwing kunnen worden bestemd;
In de punten 1 en 5 gelden de verleende ontheffingen slechts gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze gelden gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingsverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is.
Artikel 5 : De activeringsheffing wordt vastgesteld op een bedrag per vierkante meter oppervlakte van de kavel. Deze bedraagt €0,37 (0,25 x 1.041/695) per vierkante meter van het onbebouwd perceel. €0,25 is de minimale activeringsheffing per vierkante meter en is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de ABEX-index van november 2008. Deze heffing wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
De minimum aanslagvoet wordt bedraagt €187,23 (€125,00 x 1.041/695) per onbebouwd perceel. €125,00 is de minimale activeringsheffing en is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de ABEX-index van november 2008. Deze heffing wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt steeds als een volledige vierkante meter beschouwd.
De belasting wordt berekend op een maximum perceelsdiepte van 50 meter.
Artikel 6 : De belastingsplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingsplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 maart van het belastingsjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te bestellen.
Artikel 7 : Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger van ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 8 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard door de gouverneur.
Artikel 9 : De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 11 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 12 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° voor het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet
Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar
KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, §2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953
Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen
Omzendbrief van de minister van binnenlandse zaken van 12 september 2017 betreffende het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen, zoals later gewijzigd
Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de belasting goed te keuren.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2024 een indirecte belasting geheven op de afgifte van sommige administratieve bescheiden.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon die het document of getuigschrift vraagt.
Artikel 3 : Geeft geen aanleiding tot de toepassing van de belasting de afgifte van :
- stukken onderworpen aan de betaling van een speciaal recht ten voordele van de gemeente krachtens een wet, een decreet of een reglement;
- stukken die kosteloos moeten afgeleverd worden krachtens een wet, decreet of een reglement;
- stukken afgeleverd aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door elk overtuigend bewijsstuk gestaafd.
Tevens wordt voorzien in een vrijstelling met betrekking tot de stukken, welke sommige personen nodig hebben wanneer ze voor een betrekking solliciteren.
Artikel 4 : De belasting wordt als volgt vastgesteld:
• Getuigschriften : €2,00 voor het eerste exemplaar
€1,00 voor het bijkomende exemplaar
• Trouwboekjes : €10,00
• Samenwoningboekjes: €5,00
• Internationale paspoorten (geldig voor 5 jaar) (onverminderd het bedrag geïnd door de FOD Buitenlandse Zaken):
• Elektronische Identiteitskaarten voor volwassenen:
• Elektronische Identiteitskaarten voor kinderen tot 12 jaar (Kids ID)
• Elektronische Vreemdelingenkaarten:
• Attest van immatriculatie (model A en B) : €2,00
Artikel 5 : Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven aan de gemeentelijke financieel directeur of aan zijn afgevaardigde.
Artikel 6 : De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij het afleveren van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een vignet of kwitantie.
Indien de contante belasting niet kan worden geïnd wordt deze belasting een kohierbelasting. Na de inkohiering krijgt de oorspronkelijke contantbelasting alle kenmerken van een kohierbelasting. Dit impliceert dat die contante belasting niet onmiddellijk eisbaar is, maar dat er een aanslagbiljet moet worden toegezonden, er een betalingstermijn is van 2 maanden en een bezwaartermijn van drie maanden, vanaf 3de werkdag volgend op de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 8 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 9 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 en 41,14 ° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Decreet houdende toeristische logies van 5 februari 2016
De gemeente staat in voor de openbare nutsvoorzieningen, niet alleen voor de mensen die in het bevolkingsregister ingeschreven staan, maar voor iedereen die hier tijdelijk verblijft. Daarbij komt nog dat niet-gedomicilieerde personen ook geen inkomstenbelasting betalen die ten goede komt aan onze gemeente. Het college stelt voor om de aanslagvoet vast te stellen op €30,00 per perceel.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2024 een directe gemeentebelasting gevestigd op de kampeerterreinen en kampeerverblijfparken.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de exploitant; de eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3 :De belasting wordt vastgesteld : - voor de kampeerterreinen : €30,00 per perceel
Artikel 4 : De belastingsplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingsplichtige, die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het belastingsjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 5 : Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsplichtige van ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 6 : Deze belasting is een kohierbelasting.
Artikel 7 : De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 9 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 10 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het college stelt voor om deze retributie als volgt vast te leggen :
* loon arbeider €45,00/u
* gebruik personenvoertuig €35,00/u
* gebruik bestelwagen €50,00/u
* gebruik tractor €70,00/u
* gebruik bosmaaier €30,00/u
* gebruik graaflaadcombinatie €70,00/u
* gebruik bandenkraan €70,00/u
* gebruik hoogtewerker: €70,00/u
* gebruik klepelmaaier €70,00/u
* gebruik bobcat €70,00/u
* per kilometer transport €2,00
Deze retributie is voorzien in de kredieten 2024 (meerjarenplanaanpassing) en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor 2024 wordt een retributie gevestigd voor de uitvoering van werken voor derden als volgt :
* loon arbeider €45,00/u
* gebruik personenvoertuig €35,00/u
* gebruik bestelwagen €50,00/u
* gebruik tractor €70,00/u
* gebruik bosmaaier €30,00/u
* gebruik graaflaadcombinatie €70,00/u
* gebruik bandenkraan €70,00/u
* gebruik hoogtewerker: €70,00/u
* gebruik klepelmaaier €70,00/u
* gebruik bobcat €70,00/u
* per kilometer transport €2,00
Artikel 2 :De retributie is verschuldigd door de personen voor wiens rekening de gemeentediensten regiewerken uitvoeren
Artikel 3: Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Koninklijk Besluit van 13 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het college stelt voor de bedragen als volgt vast te stellen :
* Voorlopige rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Originele rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Omwisselingen (medische schifting) : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Duplicaten : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Internationale rijbewijzen : €9,00 onverminderd het bedrag dat geïnd wordt door FOD Mobiliteit en Vervoer
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2024 een retributie gevestigd op het afleveren van rijbewijzen door het gemeentebestuur.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de persoon die het stuk vraagt.
Artikel 3 : De retributie wordt als volgt vastgesteld :
* Voorlopige rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Originele rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Omwisselingen (medische schifting) : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Duplicaten : : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Internationale rijbewijzen : €9,00 onverminderd het bedrag dat geïnd wordt door FOD Mobiliteit en Vervoer
Artikel 4 : Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de retributie, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven aan de gemeentelijke financieel beheerder of aan zijn afgevaardigde.
Artikel 5 : De retributie en de eventuele verzendingskosten moeten bij het afleveren van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een vignet of kwitantie.
Artikel 6 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14 ° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om €50,00 te vragen voor het gebruik van een container.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Er wordt voor het dienstjaar 2024 een gemeentelijke retributie van €50,00 gevestigd voor het gebruik van een container door verenigingen.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de vereniging die de container vraagt.
Artikel 3 : De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na de ontvangst van de invorderingsstaat van de gemeente Herne.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het college stelt voor om deze retributie als volgt vast te leggen:
Informatieve boeken | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Derycke Louis / Billiet Richard | De geschiedenis van Herne in beeld tot 1975 | 10,00 € |
Centrum Agrarische Geschiedenis | Konijn met geuze: Volkse verhalen over eetcultuur in het Pajottenland | 15,00 € |
Godfroid Werner | De kleine geheimen van Bever | 15,00 € |
Hernia | Kapellen en kleine monumenten in groot Herne | 10,00 € |
Houthaeve Robert | Karel Nerinckx (1761-1824). Zoon van Herfelingen | 10,00 € |
Huys Paul | Frans Minnaert andermaal | 50,00 € |
Vandormael Herman | Kleine kroniek van het groene kwadrant | 23,00 € |
Kroniek 50 jaar Academie Gooik | 10,00€ | |
Maurits Van Liedekerke | Van Abbeloos tot Zeppos | 30,00€ |
Gedichtenbundels | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Claus Edith | Stapstenen | 15,00 € |
Suys Luc | Omdat het mij ontgaat | 2,50 € |
Suys Luc | De onvoltooiden | 2,50 € |
Suys Luc | Zieletroost; Wroeging als woekerkruid | 2,50 € |
Suys Luc | Een zonderlinge zomer | 2,50 € |
Suys Luc | Noch wereld noch wonder | 2,50 € |
Suys Luc | Bewust van de chaos | 2,50 € |
Van Liedekerke Maurits | Dorp vanjewelste | 15,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie voor het dorp | 5,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie van eigen pen : 10 jaar gedichtendag in Herne | 10,00 € |
Kaarten | ||
Wandelnetwerk Vlaams-Brabant Pajottenland | 9,00 € | |
Pajotse molenbox: 8 wandel- en fietsroutes | 2,00 € | |
Fietsnetwerk Vlaams-Brabant - 2150 km fietsplezier | 7,00 € | |
Brochures | Op wandel in Herne | 2,00 € |
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor 2024 wordt een retributie gevestigd op :
Informatieve boeken | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Derycke Louis / Billiet Richard | De geschiedenis van Herne in beeld tot 1975 | 10,00 € |
Centrum Agrarische Geschiedenis | Konijn met geuze: Volkse verhalen over eetcultuur in het Pajottenland | 15,00 € |
Godfroid Werner | De kleine geheimen van Bever | 15,00 € |
Hernia | Kapellen en kleine monumenten in groot Herne | 10,00 € |
Houthaeve Robert | Karel Nerinckx (1761-1824). Zoon van Herfelingen | 10,00 € |
Huys Paul | Frans Minnaert andermaal | 50,00 € |
Vandormael Herman | Kleine kroniek van het groene kwadrant | 23,00 € |
Kroniek 50 jaar Academie Gooik | 10,00€ | |
Maurits Van Liedekerke | Van Abbeloos tot Zeppos | 30,00€ |
Gedichtenbundels | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Claus Edith | Stapstenen | 15,00 € |
Suys Luc | Omdat het mij ontgaat | 2,50 € |
Suys Luc | De onvoltooiden | 2,50 € |
Suys Luc | Zieletroost; Wroeging als woekerkruid | 2,50 € |
Suys Luc | Een zonderlinge zomer | 2,50 € |
Suys Luc | Noch wereld noch wonder | 2,50 € |
Suys Luc | Bewust van de chaos | 2,50 € |
Van Liedekerke Maurits | Dorp vanjewelste | 15,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie voor het dorp | 5,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie van eigen pen : 10 jaar gedichtendag in Herne | 10,00 € |
Kaarten | ||
Wandelnetwerk Vlaams-Brabant Pajottenland | 9,00 € | |
Pajotse molenbox: 8 wandel- en fietsroutes | 2,00 € | |
Fietsnetwerk Vlaams-Brabant - 2150 km fietsplezier | 7,00 € | |
Brochures | Op wandel in Herne | 2,00 € |
Artikel 2 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Bestuursdecreet van 7 december 2018
De loutere inzage van of uitleg over bestuursdocumenten is kosteloos. Voor de verwerking of analyse kunnen overeenkomstig artikel II.31 Bestuursdecreet wel kosten aangerekend worden.
Het college stelt voor om deze retributie als volgt vast te leggen:
- wanneer men geen juiste gegevens kan verschaffen wordt voor elke opzoeking die door het gemeentepersoneel wordt gedaan, een retributie aan de aanvrager aangerekend van €10,00 per begonnen halfuur.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor 2024 wordt een retributie gevestigd op :
- wanneer men geen juiste gegevens kan verschaffen wordt voor elke opzoeking die door het gemeentepersoneel wordt gedaan, een retributie aangerekend van €10,00 per begonnen halfuur.
Artikel 2 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of invorderingsstaat.
Artikel 3 :Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 4 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
De wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, met latere wijzigingen;
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Het decreet van 16 januari 2004 bepaalt dat de gemeenteraad grafconcessies of concessies voor columbaria kan toestaan op zijn gemeentelijke begraafplaatsen. De concessies kunnen voor maximum 50 jaar worden verleend en kunnen hernieuwd worden.
Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad om de bedragen en de voorwaarden voor het verlenen van concessies vast te stellen.
Artikel 1 : Er wordt voor het jaar 2024 een retributie gevestigd op de graf- columbarium- en asurnenveldconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 2 : Bij het verstrijken van de vergunningsperiode, kan de concessie vernieuwd worden, aan het tarief en voor de duur dat voor dat soort concessies op dat ogenblik van kracht is, met dien verstande dat geen concessie kan verleend worden waarvan de duur groter zou zijn dan deze van de oorspronkelijke.
De hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden indien blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is.
Indien er geen aanvraag voor een hernieuwing is gedaan dan vervalt de concessie.
Artikel 3 : Voor de grafconcessies voor een periode van 50 jaar op de gemeentelijke begraafplaatsen gelden de volgende tarieven
Begraving in volle grond |
€ 650,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Sint-Pieters-Kapelle) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) |
€ 950,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen (Herne + nieuw kerkhof Herfelingen, Kokejane) |
€ 1.200,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) |
€ 1.500,00 |
Urne in volle grond (1 of 2 urnen) |
€650,00 |
Urne in columbarium (1 urne) |
€ 650,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) |
€ 800,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) |
€ 1.200,00 |
Artikel 4 : Voor de verlenging van de grafconcessies met een periode van 25 jaar gelden de volgende tarieven:
Begraving in volle grond |
€ 350,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Kokejane, Sint-Pieters-Kapelle) |
€ 350,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) |
€ 350,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen(Herne + nieuw kerkhof Herfelingen) |
€ 350,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) |
€ 350,00 |
Urne in columbarium (1 urne) |
€ 350,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) |
€ 350,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) |
€ 350,00 |
Artikel 5 : Voor de verlenging van de grafconcessies voor een periode van 50 jaar gelden de volgende tarieven:
Begraving in volle grond |
€ 650,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Kokejane, Sint-Pieters-Kapelle) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen (Herne + nieuw kerkhof Herfelingen) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) |
€ 650,00 |
Urne in columbarium (1 urne) |
€ 650,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) |
€ 650,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) |
€ 650,00 |
Artikel 6 : Voor het aangaan van een eerste concessie van 25 of 50 jaar in geval van ontruiming van de begraafplaats gelden de volgende tarieven
25 jaar | 50 jaar | |
Begraven in volle grond (1 of 2 personen) | € 350,00 | € 650,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Kokejane, Sint-Pieters-Kapelle 1,2 of 3 personen) | € 350,00 |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) | € 500,00 | € 950,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen (Herne + nieuw kerkhof Herfelingen) | € 650,00 | € 1200,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) | € 800,00 | € 1500,00 |
Urne in columbarium (1 urne) | € 350,00 | € 650,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) | € 500,00 | € 800,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) | €650,00 | € 1.200,00 |
Eeuwigdurende concessie gegund vóór 20 juli 1971 | gratis | gratis |
Artikel 7 : Op de gemeentelijke begraafplaatsen gelden eveneens volgende tarieven :
Strooiweide |
gratis |
Begraven in gewone grond (inwoners en gelijkgestelden) |
gratis |
Begraven in gewone grond (niet-inwoners) |
€ 250,00 |
Urne in gewone grond (inwoners en gelijkgestelden) |
gratis |
Urne in gewone grond (niet-inwoners) |
€ 250,00 |
Een niet-geconcedeerd graf wordt minstens tien jaar bewaard. Dergelijk graf mag enkel verwijderd worden nadat gedurende een jaar een afschrift van de beslissing tot verwijdering, zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats, werd uitgehangen
Artikel 8 : De kostprijs van een herinneringsmodule voor een urne in een columbarium is in het bedrag van de concessie inbegrepen. De graveringskosten zijn steeds ten laste van de aanvrager.
Artikel 9 : Personen die gedurende minimum 20 jaar zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van Herne en opgenomen zijn in een woonzorgcentrum buiten het grondgebied van Herne en daar overlijden worden voor de toepassing van dit reglement gelijkgesteld met inwoners van Herne.
Artikel 10 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
De te kwijten som moet betaald worden aan de financieel beheerder of aan zijn afgevaardigde op basis van een invorderingsstaat.
Artikel 11 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De schuld moet zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist zijn en de schuldenaar moet vooraf aangemaand worden. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 12 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Het college stelt voor om vanaf 1 januari 2024 de verkoopprijs van strooizout als volgt vast te stellen :
- 25kg strooizout voor €5,00
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze bedragen goed te keuren.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2024 wordt aan de inwoners van de gemeente Herne strooizout ter beschikking gesteld.
Artikel 2 : De verkoopprijs van strooizout wordt als volgt vastgesteld :
- 25kg strooizout voor €5,00
Artikel 3 : Dit bedrag dient contant betaald te worden.
Artikel 4 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd
KB 24/09/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
Wekelijks krijgen marktkramers de mogelijkheid om in het centrum van Herne een standplaats in te nemen. Voor deze inname van het openbaar domein stelt het college voor om een maandelijkse forfaitaire retributie van €50,00 aan te rekenen voor kramen met een verwarmings- en/of koelelement en €30,00 voor alle andere kramen.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2024 wordt de maandelijkse forfaitaire retributie voor het innemen van een wekelijkse standplaats, vanaf een minimale inname van 1 keer per maand, als volgt vastgesteld :
- €50,00 voor kramen met een verwarmings- en/of koelelement
- €30,00 voor alle andere kramen
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de aanvragers van een standplaats in de gemeente.
Artikel 3 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Het college stelt voor om vanaf 1 januari 2024 het tarief van de fotokopieën als volgt vast te stellen:
- zwart-wit :
A4 formaat: €0,20
A3 formaat: €0,30
- kleur :
A4 formaat: €1,00
A3 formaat: €2,00
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze bedragen goed te keuren.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2024 wordt het tarief voor fotokopieën voor de verenigingen en inwoners als volgt vastgesteld:
- zwart-wit :
A4 formaat: €0,20
A3 formaat: €0,30
- kleur :
A4 formaat: €1,00
A3 formaat: €2,00
Artikel 2 : Dit bedrag dient contant betaald te worden.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet;
Decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Het 'Materialendecreet' (decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaambeheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen) dat het achterlaten verbiedt van afvalstoffen in strijd met de voorschriften van het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten. Sluikstorten wordt uitdrukkelijk aanzien als een milieumisdrijf (cfr. artikel 16, 1 .2.,2' Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid)
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
De gemeente heeft tot taak te waken over de gezondheid van haar inwoners en over de zindelijkheid van de openbare weg waardoor het aangewezen is initiatieven te nemen om de verontreiniging die ontstaat door sluikstorten op de openbare weg tegen te gaan. Indien er toch sluikstorting wordt vastgesteld dient de gemeente zo spoedig mogelijk te zorgen voor het reinigen enerzijds en zo nodig het grondig ontsmetten anderzijds.
Het opruimen, reinigen en eventueel ontsmetten van de openbare weg brengt hoge kosten met zich mee.
Het college stelt voor om de werkelijke kosten aan te rekenen hiervoor o.a. gebaseerd op het reglement retributie voor de werken van derden.
Deze retributie is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 01 januari 2024 zal er buiten de gerechtelijke vervolgingen, voor het opruimen van sluikstorting een retributie door de gemeente aangerekend worden ten bedrage van de werkelijke kosten voor het opruimen van de sluikstorting.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door iedere persoon, die afvalstoffen achterlaat, opslaat, verbrandt of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 23 februari 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Artikel 3 : Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt het bedrag van de retributie als volgt vastgesteld :
- €2,00 per kilometer transport voor het ophalen en afvoeren van de afvalstoffen
- €45,00 per arbeidsuur en per arbeider die door de gemeente bij het opruimen van het sluikstort wordt ingezet
- €35,00 per uur en per ingezet personenvoertuig
- €50,00 per uur en per ingezette bestelwagen
- €70,00 per uur en per overig ingezet voertuig (tractor, bandenkraan, ...)
- €0,40 per kg opgeruimde afvalstoffen, in zoverre het geen afval betreft waarvoor een bijkomende verwerking noodzakelijk is. In desbetreffend geval worden ook de werkelijke kosten van deze verwerking doorgerekend aan de sluikstorter of eigenaar van het perceel
De voormelde bedragen zijn verschuldigd per aangevangen uur en/of ingezamelde kilogram en/of begonnen kilometer
Artikel 4 : Deze retributie wordt betaald na toezending van een factuur of schuldvordering. Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen de financieel directeur een dwangbevel kan uitvaardigen. Het dwangbevel wordt betekend bij de deurwaardersexploot.
Artikel 5: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om volgende tarieven te hanteren :
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
* Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten.
* Verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden.
* Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling.
* Melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
* Mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.
-> € 50,00 te vermeerderen met €50,00 per bijkomende woonentiteit
Voor alle dossiers, ook de dossiers waarvoor de gemeente niet de vergunningverlenende overheid is, zal het totaal van de door het gemeentebestuur gemaakte port- en publicatiekosten en het organiseren van het openbaar onderzoek verhaald worden op de aanvrager.
* Stedenbouwkundige inlichtingen :
Voor het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen : € 100,00 per perceel met een maximum van € 1.500,00
* Natuurvergunningen :
Voor het afleveren van een natuurvergunning : € 50,00
* Waarborg in het kader van de heraanplant van bomen (zie gemeentelijk reglement tot vaststelling van maatregelen kaderend binnen de verplichting tot heraanplant opgelegd als voorwaarde in stedenbouwkundige en natuurvergunningen. (Besluit GR van 27 april 2011)”
€ 20,00/boom en € 20,00/ lopende meter voor hagen en/of struiken met een maximum bedrag van € 500,00.
Deze retributie is voorzien in het meerjarenplan en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor aanslagjaar 2024 wordt de retributie als volgt vastgesteld :
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
* Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten.
* Verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden.
* Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling.
* Melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
* Mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.
-> € 50,00 te vermeerderen met €50,00 per bijkomende woonentiteit.
Voor alle dossiers, ook de dossiers waarvoor de gemeente niet de vergunningverlenende overheid is, zal het totaal van de door het gemeentebestuur gemaakte port- en publicatiekosten en het organiseren van het openbaar onderzoek verhaald worden op de aanvrager.
* Stedenbouwkundige inlichtingen :
Voor het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen : € 100,00 per perceel met een maximum van € 1.500,00
* Natuurvergunningen :
Voor het afleveren van een natuurvergunning : € 50,00
* Waarborg in het kader van de heraanplant van bomen: (zie gemeentelijk reglement tot vaststelling van maatregelen kaderend binnen de verplichting tot heraanplant opgelegd als voorwaarde in stedenbouwkundige en natuurvergunningen. (Besluit GR van 27 april 2011)”
€ 20,00/boom en € 20,00/ lopende meter voor hagen en/of struiken met een maximum bedrag van € 500,00.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de aanvraag indient.
Artikel 3: Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De schuld moet zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist zijn en de schuldenaar moet vooraf aangemaand worden. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het decreet lokaal bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om volgende tarieven voor het recyclagepark te hanteren:
- Voor de verkoop van :
Compostvaten : voorstel € 20,00 per stuk
Compostbak : voorstel € 30,00 per stuk
Er kan slechts 1 compostvat of -bak besteld worden per gezin aan het voordelige tarief. Extra vaten of bakken kunnen aangekocht worden aan inkoopprijs.
- Recyclagepark :
Categorie 1 : Gratis fracties (KGA, PMD, papier en karton, glas, vlak glas, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, inktpatronen, dierlijke en plantaardige keukenoliën en vetten, dierlijke en plantaardige harde keukenvetten, motorolie, oude metalen, plastiek, piepschuim, autobanden, textiel ) : € 0/ kg
Categorie 2 : Bouw- en sloopafval, onbehandeld hout, geverfd, gelakt of verlijmd hout en groenafval : € 0,08 / kg
Categorie 3 : Grofvuil, asbest (asbestcementgolfplaten en asbestleien = een kleine hoeveelheid wordt één keer per jaar/per gezin gratis aanvaard (een kleine hoeveelheid = 8 zakken van 25 kg (totaal 200 kg) of 10 cementgolfplaten van 109x122 cm)) en gipsplaten : € 0,16 / kg
Voor de zelfstandigen gelden dezelfde tarieven, behalve voor motorolie ( €0,40/liter), plastiek ( € 20,00/m³) en piepschuim (€ 5,00 per zak ( max. 1500liter) en € 3,33/m³)
Zelfstandigen die een toegangsbewijs wensen op naam van hunh firma dienen te beschikken over een toegangsbadge op naam. Deze badge kan aangevraagd worden op het gemeentehuis ( prijs € 5,00 /stuk ). Een duplicaat kan bekomen worden tegen de kostprijs van €10,00/ stuk.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2024 wordt de retributie voor het recyclagepark voor de inwoners van Herne en de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel in Herne hebben als volgt vastgesteld:
- Voor de verkoop van :
Compostvaten : voorstel € 20,00 per stuk ( € 15,00 in 2017).
Compostbak : voorstel € 30,00 per stuk ( € 20,00 in 2017).
Er kan slechts 1 compostvat of -bak besteld worden per gezin aan het voordelige tarief. Extra vaten of bakken kunnen aangekocht worden aan inkoopprijs.
- Recyclagepark :
Categorie 1 : Gratis fracties (KGA, PMD, papier en karton, glas, vlak glas, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, inktpatronen, dierlijke en plantaardige keukenoliën en vetten, dierlijke en plantaardige harde keukenvetten, motorolie, oude metalen, plastiek, piepschuim, autobanden, textiel ) : € 0/ kg
Categorie 2 : Bouw- en sloopafval, onbehandeld hout, geverfd, gelakt of verlijmd hout en groenafval : € 0,08 / kg
Categorie 3 : Grofvuil, asbest (asbestcementgolfplaten en asbestleien = een kleine hoeveelheid wordt één keer per jaar/per gezin gratis aanvaard (een kleine hoeveelheid = 8 zakken van 25 kg (totaal 200 kg) of 10 cementgolfplaten van 109x122 cm)) en gipsplaten : € 0,16 / kg
Voor de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel in Herne hebben geldt het volgende :
motorolie ( €0,40/liter), plastiek ( € 20,00/m³) en piepschuim (€ 5,00 per zak ( max. 1500liter) en € 3,33/m³)
Zelfstandigen die een toegangsbewijs wensen op naam van hun firma dienen te beschikken over een toegangsbadge op naam. Deze badge kan aangevraagd worden op het gemeentehuis ( prijs € 5,00 /stuk ). Een duplicaat kan bekomen worden tegen de kostprijs van €10,00/ stuk.
Artikel 2 : De retributieplichtige zijn de natuurlijke personen die inwoner zijn in Herne en de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel in Herne hebben en die gebruik willen maken van de diensten van het recyclagepark.
Artikel 3 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de verkoopprijzen van de uniforme restafvalzakken, GFT-zakken en uitgebreide PMD-zakken vast te stellen.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Met ingang van 1 januari 2024 wordt ten behoeve van de gemeente een contantbelasting geheven op het afleveren van uniforme restafvalzakken, GFT-zakken en uitgebreide PMD-zakken, welke door de gemeente ter beschikking van de bevolking worden gesteld.
Artikel 2 : De contantbelasting bedraagt :
Restafvalzakken
Grote zakken 60l: €20,00/rol 10 zakken/rol : €2,00/zak
Middelgrote zakken 30l: €10,00/rol 10 zakken/rol : €1,00/zak
Kleine zakken 15l: €5,00/rol 10 zakken/rol : €0,50/zak
GFT-zakken
Grote zakken 60l: €10,00/rol 10 zakken/rol : €1,00/zak
Middelgrote zakken 30l: €5,00/rol 10 zakken/rol : €0,50/zak
Kleine zakken 15l: €2,50/rol 10 zakken/rol : €0,25/zak
PMD-zakken
Grote zakken 100l: €5,00/rol 20 zakken/rol : €0,25/zak
Middelgrote zakken 60l: €3,00/rol 20 zakken/rol : €0,15/zak
Artikel 3 : De belasting is contant te betalen.
Artikel 4 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 5 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 6 : Deze beslissing wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur.
Decreet lokaal bestuur.
Algemene voorwaarden & privacy policy van de mobiele applicatie Fietskluis en het online betaalplatform Mollie.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 december 2023.
Op basis van geldende tarieven voor de huur van fietskluizen in stationsomgevingen stellen we de gemeenteraad volgende tarieven voor:
De retributie is verschuldigd door diegenen die gebruik maken van de fietskluizen en wordt geïnd via de mobiele applicatie 'Fietskluis' en het online betaalplatform 'Mollie'.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2024 wordt de retributie voor het gebruik van de fietskluizen als volgt vastgelegd:
Artikel 2: De retributieplichtigen zijn de natuurlijke personen en rechtspersonen die gebruik wensen te maken van fietskluizen te Herne.
Artikel 3: De retributie wordt onmiddellijk contact betaald bij reservatie of gebruik van fietskluizen te Herne via de voornoemde mobiele applicatie en het online betaalplatform.
Artikel 4: Conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is.
De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 ev van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
titel IV - Hoofdstuk 1 van het decreet lokaal bestuur
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van lokale besturen en latere wijzigingen
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 26 juni 2018 en latere wijzigingen
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het meerjarenplan bevat de beleidskeuzes van het bestuur en de financiële vertaling ervan voor de volledige periode van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat al de volgende onderdelen:
1° in voorkomend geval, de wijzigingen van de strategische nota;
2° het aangepaste financiële doelstellingenplan;
3° de aangepaste staat van het financieel evenwicht;
4° het aangepaste overzicht van de kredieten;
5° een aangepaste toelichting;
6° een motivering van de wijzigingen.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de periode 2020-2025, maar de staat van het financieel evenwicht (zie 3°) beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
Het aangepaste overzicht van de kredieten bevat de kredieten voor zowel het lopende als volgende boekjaar.
Er is één financieel evenwicht. Alleen het rapport M3 geeft de kredieten per entiteit weer. De vaststelling van de rapporten gebeurt door zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn, voor hun deel van de kredieten, en daarna keurt de Gemeenteraad ook nog eens het deel van het OCMW goed.
De meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025 wordt vastgesteld als volgt:
Budgettair resultaat | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
I. Exploitatiesaldo | 1.476.497 | 2.663.678 | 1.171.618 | 1.991.880 | 393.442 | 1.701.125 | 1.657.499 |
II. Investeringssaldo | -1.814.239 | -1.182.713 | -2.323.018 | -838.918 | -4.075.638 | -2.795.261 | -517.081 |
IV. Financieringssaldo | 708.452 | -1.493.903 | 130.730 | -251.226 | 649.120 | 469.299 | -29.961 |
V. Budgettair resultaat van het boekjaar | 370.709 | -12.938 | -1.020.671 | 901.736 | -3.033.076 | -624.837 | 1.110.457 |
VI. Gecumuleerd budgettair resultaat vorig boekjaar | 3.679.462 | 4.050.171 | 4.037.233 | 3.016.562 | 3.918.298 | 885.222 | 260.385 |
IX. Beschikbaar budgettair resultaat | 4.050.171 | 4.037.233 | 3.016.562 | 3.918.298 | 885.222 | 260.385 | 1.370.842 |
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om zijn deel van de meerjarenplanaanpassing vast te stellen én het deel dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goed te keuren, waardoor de meerjarenplanaanpassing 7 definitief wordt vastgesteld.
Artikel 1: De gemeenteraad stelt zijn deel van de meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025 (gemeente) vast;
Artikel 2: De gemeenteraad keurt het deel van de meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025 dat door de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld, goed, waardoor de geïntegreerde meerjarenplanaanpassing 7 2020 - 2025 definitief is vastgesteld;
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 41 Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de meerjarenplanaanpassing 5 2020 - 2025 van het AGB Herne goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de meerjarenplanaanpassing 5 AGB Herne 2020 - 2025 goed.
Artikel 2: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
artikel 41 decreet lokaal bestuur
artikel 231 ev van het decreet lokaal bestuur
Gemeenteraadsbeslissing dd. 10 september 2008 houdende de goedkeuring van de oprichting en de vaststelling van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Herne
De statuten van het AGB, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van 21 mei 2019 en goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 september 2019
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het prijssubsidiereglement AGB Herne 2024 goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement AGB Herne 2024 goed, volgens de hierna volgende tekst.
Artikel 2: De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om dit reglement passend uit te voeren.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekend gemaakt volgens de bepalingen van artikel 285 van het decreet lokaal bestuur.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AGB HERNE
TUSSEN
I. De gemeente Herne, met zetel te Centrum 17, 1540 Herne, hier vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreden de Voorzitter van de gemeenteraad, de heer Nevens Frank, en mevrouw Naert Ann, algemeen directeur,
hierna genoemd “Gemeente”, anderzijds,
en
2. Het autonoom gemeentebedrijf Herne, met maatschappelijke zetel te Centrum 17,
1540 Herne, opgericht bij Besluit van de Gemeenteraad van de gemeente Herne dd. 10 september 2008 en rechtspersoonlijkheid verkregen ingevolge de goedkeuring door de oprichting door de Vlaamse Minister van Binnenlandse aangelegenheden dd. 19 december 2008 waarvan de kennisgeving van de oprichting is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 14 januari 2009, ondernemingsnummer BE 0809 154 303, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur, voor wie optreden de heer Degroote Kris, voorzitter, en mevrouw Franciska Dekens, secretaris, handelend in uitvoering van het besluit van de Raad van Bestuur ;
hierna genoemd “AGB Herne”, enerzijds,
wordt overeengekomen dat de Gemeente prijssubsidies zal toekennen aan het AGB Herne voor de volgende activiteit:
- het verlenen van recht op toegang gebruikers van de sportinfrastructuur aan bezoekers en gebruikers.
Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidies vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.
VOORWAARDEN
Het AGB Herne heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2024. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Herne vastgesteld dat voor bovenvermelde periode de inkomsten uit recht op toegang tot sportinfrastructuur minstens 39.000,00 EUR (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn, wenst het AGB Herne de voorziene toegangsprijzen (exclusief btw) voor het recht op toegang tot sportinfrastructuur te vermenigvuldigen met een factor 2,5.
De Gemeente Herne erkent dat het AGB Herne, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (exclusief btw) voor het recht op toegang tot sportinfrastructuur moet vermenigvuldigen met een factor 2,5 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de sportinfrastructuur wenst de Gemeente Herne de vergoedingen (en bijhorende prijsstijgingen) van gebruikers en bezoekers van de sportinfrastructuur te beperken, opdat de sportinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen.
De Gemeente Herne verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024 deze beperkte vergoedingen te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Herne bedraagt de prijs (exclusief btw) die de gebruiker of bezoeker voor recht op toegang betaalt, vermenigvuldigd met een factor 2,5. Hierbovenop wordt een btw-percentage van 6% toegepast.
Deze gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het AGB Herne. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de Gemeente Herne deze steeds documenteren.
• Het AGB Herne moet op de 20e werkdag van elk kwartaal de Gemeente Herne een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het AGB Herne uitreikt aan de Gemeente Herne. De Gemeente Herne dient deze debet nota te betalen aan het AGB Herne binnen de 30 werkdagen na ontvangst.
• Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2025 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente en het AGB Herne vóór 31 januari 2025.
Te Herne, 21/12/2023,
Voor de Gemeente
__________________________ __________________________
Naam: Naert Ann Naam: Nevens Frank
Hoedanigheid: Algemeen directeur Hoedanigheid: Voorzitter gemeenteraad
Voor het AGB Herne
_________________________ _________________________________
Naam: Franciska Dekens Naam: Degroote Kris
Hoedanigheid: Secretaris Hoedanigheid: Voorzitter RvB
artikel 41 DLB
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing 10 september 2008 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Herne, afgekort AGB Herne werden goedgekeurd;
Gelet op de statutenwijziging van 21/05/2019;
Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 10 september 2008 door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 19 december 2008 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 2009;
Gelet op het Decreet lokaal bestuur;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de leningsovereenkomst AGB Herne transactiekredieten investeringsportefeuille 2023 goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met de leningsovereenkomst tussen de gemeente en het AGB Herne, zoals hieronder vermeld:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2023
Tussen:
De GEMEENTE HERNE, met zetel te te 1540 Herne, Centrum 17, hier vertegenwoordigd door:
- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Frank NEVENS;
- De algemeen directeur, zijnde mevrouw Ann NAERT;
Overeenkomstig Titel 7 "Het bestuurlijk Toezicht", hoofdstuk 2 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF HERNE, afgekort “AGB Herne”, met zetel te 1540 Herne, Centrum 17 en ondernemingsnummer 0809.154.303, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde Kris DEGROOTE,
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Herne op 10 september 2008 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 19 december 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 14 januari 2009;
De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur dd. 21 december 2022.
Overeenkomstig Titel 7 "Het bestuurlijk Toezicht", hoofdstuk 2 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de partijen’
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 2.000,00 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringsenveloppe 2023.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2033.
Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:
Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).
Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE89 0910 0015 1185 van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Aldus opgemaakt en ondertekend te Herne op 21 december 2023 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen
Voor de Uitlener,
De Algemeen Directeur, De Voorzitter van de gemeenteraad,
A. NAERT F. NEVENS.
Voor de Lener,
De Voorzitter van de raad van bestuur,
K. DEGROOTE
Artikel 2 : Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 41 tem 50 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten (hierna reglement te noemen),
Ministerieel besluit van 27 november 2006 werden ook de bijbehorende modellen vastgesteld.
Omzendbrief BB 2013/01 betreffende de boekhouding besturen erediensten.
Binnen zes maanden na de installatie van de gemeenteraad na de gehele vernieuwing van deze raad, stelt de kerkraad een meerjarenplan vast dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de gemeenteraad.
De meerjarenplannen worden gecoördineerd en gelijktijdig bij de gemeenteoverheid, het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren.
De meerjarenplannen en de wijzigingen zijn onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan en aan de goedkeuring van de gemeenteraad.
Het budget moet voor 30 juni jaar x-1 door de kerkraad ingediend worden bij het CKB. De budgetten worden na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober jaar x-1 gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek het budget in.
Twee mogelijkheden:
Opmerking: Het is niet verplicht om bij een budget of budgetwijziging waarvoor er geen meerjarenplanwijziging nodig is, ook een actualisering van het meerjarenplan in te dienen.
Het budget 2024 van de kerkfabrieken Sint Petrus & Paulus en Sint-Niklaas past echter niet in het meerjarenplan, aangezien de gevraagde toelage voor 2024 hoger is dan de toelage opgenomen in het meerjarenplan van de betreffende kerkfabriek. We ontvingen echter geen meerjarenplanaanpassing.
De gevraagde toelagen voor budget 2024 passen niet binnen het bedrag zoals initieel voorzien in het meerjarenplan van de gemeente. Er wordt voorgesteld om het meerjarenplan van de gemeente aan te passen, zodat de gevraagde exploitatie-toelagen kunnen toegekend worden:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de budgetten 2024 van de kerkfabrieken goed te keuren.
Artikel 1: Keurt de budgetten 2024 van de kerkfabrieken Sint Petrus & Paulus Herne, Sint-Niklaas Herfelingen, OLV Kokejane en Sint Pieter te Sint-Pieters-Kapelle goed.
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek in kwestie, het erkend representatief orgaan en de gouverneur.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
art 41 decreet lokaal bestuur
Besluit Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018 (en latere wijzigingen)
Artikel 41 Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 41 DLB bepaalt het volgende:
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
10° het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd
23° het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies;
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de lijst nominatieve subsidies en de lijst delegatie nominatieve overheidsopdrachten aan het CBS goed te keuren:
1) Nominatief toegekende subsidies
2) Delegatie nominatieve lijst overheidsopdrachten aan CBS
Artikel 41,10°,b DLB stelt dat de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor een nominatieve lijst van overheidsopdrachten aan het CBS kunnen toevertrouwd worden.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de lijst met nominatief toegekende subsidies goed.
Artikel 2: De gemeenteraad keurt de nominatieve lijst van overheidsopdrachten waarbij de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden gedelegeerd worden door de gemeenteraad aan het CBS goed.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 december 2023 houdende de goedkeuring van de agenda voor deze Buitengewone Algemene Vergadering en de vaststelling van het mandaat te bekrachtigen.
Artikel 1: De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 december 2023 houdende de goedkeuring van de agenda voor deze Buitengewone Algemene Vergadering en de vaststelling van het mandaat.
Artikel 2: Dit besluit wordt meegedeeld aan Haviland Intercommunale.
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Besluit van de gemeenteraad van 27 februari 2019 betreffende de de aanduiding van de heer Eric Eeckhoudt als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Vanessa Van Hende als plaatsvervangend gemeentelijke vertegenwoordiger in de algemene vergadering.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 december 2023 houdende de goedkeuring van de agenda voor deze Buitengewone Algemene Vergadering en de vaststelling van het mandaat te bekrachtigen.
Artikel 1: De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 6 december 2023 houdende de goedkeuring van de agenda voor deze Buitengewone Algemene Vergadering en de vaststelling van het mandaat.
Artikel 2: Dit besluit wordt meegedeeld aan Intradura.
Artikel 40 en 41 decreet over het lokaal bestuur
Beslissing van de gemeenteraad van 26/06/2019 mbt het verlengen van de projectvereniging ZENDER (Cultuurregio Pajottenland & Zennevallei)
Beslissing van de gemeenteraad van 17/04/2019 om toe te treden tot de IOED Pajottenland & Zennevallei
Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en latere wijzigingen.
De huidige inventaris bouwkundig erfgoed is beperkt en verouderd voor de gemeente. Hierdoor zijn vandaag verschillende lokaal waardevolle panden niet opgenomen en worden deze elementen onvoldoende in rekening gebracht binnen het omgevingsbeleid van de gemeente.
Door de inventaris lokaal te beheren kan deze beter ingezet worden binnen het lokaal onroerend erfgoedbeleid en het bewaren van het typische dorpskarakter en waardevolle bouwkundige relicten.
De IOED voorziet een beheer van deze inventaris binnen haar structurele basis dienstverlening vanaf 2024.
Een overname van dit instrument en bijhorende delegatie aan de IOED zijn bijgevolg wenselijk om het lokaal onroerend erfgoed beleid kracht bij te zetten.
Artikel 1 : De gemeenteraad keurt de “GEBRUIKERSOVEREENKOMST voor het gebruik van de toepassingen voor het inventariseren van bouwkundig en landschappelijk erfgoed/ 20.07.2023” met het Agentschap Onroerend Erfgoed goed.
Artikel 2 : Dit besluit wordt overgemaakt aan de dienst omgeving.
TUSSEN:
Gemeente Herne, vertegenwoordigd door de heer Frank Nevens, voorzitter van de raad en Ann Naert, algemeen directeur, hierna “lokaal bestuur”, enerzijds, EN
Vlaams Gewest, Beleidsdomein Omgeving, agentschap Onroerend Erfgoed, gevestigd in 1000 Brussel, Herman Teirlinckgebouw, Havenlaan 88 bus 5, met ondernemingsnummer 0316.380.841, vertegenwoordigd door de heer Peter De Wilde, administrateur-generaal, hierna “agentschap”, anderzijds,
hierna samen de “partijen”, en elk afzonderlijk de “partij”, WORDT ALS VOLGT UITEENGEZET
WORDT HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
1.1 Het lokaal bestuur kan als rechtspersoon, via het gebruikersbeheer van de Vlaamse Overheid (https://gebruikersbeheer.vlaanderen.be), toegangsrechten tot de toepassingen toekennen aan een natuurlijk persoon. Deze persoon kan een interne medewerker zijn, maar dit mag ook een externe zijn.
1.2 Het lokaal bestuur zal bij het geven van deze toegangsrechten een schriftelijke overeenkomst opstellen met de natuurlijke persoon over het naleven van afspraken opgenomen in artikel 4 en 5 van deze overeenkomst. Dit mag geregeld worden via een arbeids- of andere overeenkomst.
2.1 Het agentschap beheert de verschillende toepassingen voor het inventariseren.
2.2 Het agentschap verbindt zich tot het leveren van de volgende gebruikersondersteuning:
2.3 Het agentschap is de verantwoordelijke uitgever van de informatie ontsloten via de toepassingen. Als de in de overeenkomst opgenomen afspraken in artikel 4 niet gevolgd worden, kan het agentschap contact opnemen met de afgesproken contactpersoon voor verder overleg en vragen de gegevens aan te passen, te verwijderen of te vervolledigen. Het lokaal bestuur kan ervoor kiezen zijn werkwijze gemotiveerd schriftelijk toe te lichten aan het agentschap binnen de 30 dagen. Als het lokaal bestuur niet op de vraag van het agentschap reageert, of als er geen consensus wordt bereikt, kan het agentschap de gegevens bewerken, deactiveren of verwijderen zodat ze voldoen aan de afspraken.
2.4 Het agentschap kan in uitzonderlijke situaties wijzigingen aanbrengen aan inventarisobjecten, beelden of besluiten met het lokaal bestuur als dataverantwoordelijke. Dit bij grote operaties die nodig zijn om de datakwaliteit te garanderen zoals bijvoorbeeld automatische updates van thesaurustermen, adressen, gemeente- en straatnamen bij fusies of het leggen van relaties tussen objecten. Tenslotte kan dit zich voordoen bij grote operaties die koppelingen leggen met andere databestanden die leiden tot uitbreiding en verbetering van bestaande data en informatie. Deze aanpassingen worden gecommuniceerd via de klankbordgroep en indien relevant aan het lokaal bestuur.
2.5 Het agentschap stelt de handleidingen en afsprakenkaders die vermeld worden in deze overeenkomst ter beschikking via zijn website https://www.onroerenderfgoed.be en communiceert over updates.
3.1 Het lokaal bestuur is verantwoordelijk voor de informatie die het toevoegt of aanpast in de verschillende toepassingen.
3.2 Het lokaal bestuur volgt bij toevoegingen of aanpassingen de vastgelegde afspraken zoals opgenomen in artikel 4 van deze overeenkomst en in de handleidingen.
3.3 Het lokaal bestuur beslist autonoom over de inventarisatie van het bouwkundige en het landschappelijke erfgoed in zijn gemeente:
3.4 Door deze overeenkomst af te sluiten verbindt het lokaal bestuur zich minimaal tot de volgende verantwoordelijkheden:
1. Wat betreft de Inventaris Onroerend Erfgoed: het lokaal bestuur staat in voor het actueel houden van minimaal de administratieve gegevens van overgedragen objecten waarvoor het dataverantwoordelijke is. Hiervoor zijn handleidingen met afspraken beschikbaar. Het gaat om de volgende gegevens:
a) Erfgoedobjecten:
i) Actualisatie locatie-elementen (adressen);
ii) Actualisatie zone (Polygoon/afbakening) om deze GRB-conform te houden;
iii) Actualisatie erfgoedwaarde en fysieke status.
b) Geografische thema’s:
i) Actualisatie van locatie-elementen (adres en titel).
2. Wat betreft de Beeldbank: het lokaal bestuur staat in voor het actueel houden van minimaal de administratieve gegevens van beelden waarvoor het dataverantwoordelijke is. Hiervoor zijn handleidingen met afspraken beschikbaar. Het gaat om de actualisatie van de locatiegegevens in de metadata.
3. Het lokaal bestuur zet actief in om bovenstaande administratieve gegevens actueel te houden via informatie verkregen uit de eigen werking. Ook verwerkt het lokaal bestuur na controle de administratieve gegevens die aangeleverd worden door externen.
3.5 Het lokaal bestuur is ervoor verantwoordelijk dat de algemene regelgeving en afspraken, zoals opgenomen in de handleidingen rond deontologie, copyright, privacy en GDPR, gevolgd worden bij invoer in de verschillende toepassingen. Het lokaal bestuur voorziet in het kader van zijn reguliere werking de noodzakelijke draaiboeken en procedures om tegemoet te komen aan eventuele inbreuken of klachten hieromtrent.
3.6 Het lokaal bestuur staat in voor het beantwoorden en opvolgen van vragen en meldingen die via het contactformulier gesteld worden door externen over inventarisobjecten of beelden met als dataverantwoordelijke het lokaal bestuur. Het agentschap kan vragen en meldingen die bij het agentschap toekomen, doorsturen. Het lokaal bestuur past indien nodig de gegevens in de toepassingen aan naar aanleiding van een vraag of melding.
4.1.1 De morele rechten van teksten en beelden zijn onvervreemdbaar en blijven dus bij de auteur of fotograaf. Deze natuurlijke persoon wordt steeds vermeld bij alle beelden en teksten die worden opgeladen in de toepassingen van het agentschap. Deze natuurlijke persoon wordt publiek met de volledige voor- en achternaam vermeld, tenzij hij/zij ervoor kiest om anoniem vermeld te worden of een pseudoniem te gebruiken. In deze gevallen is de naam van de auteur enkel zichtbaar voor aangemelde gebruikers. De volledige voor- en achternaam mag dan niet met derden gedeeld worden of gebruikt worden voor andere doeleinden dan louter als interne informatie.
4.1.2 De vermogensrechten kunnen bij de auteur liggen, bij het lokaal bestuur of bij een andere rechtspersoon. De eigenaar van de vermogensrechten wordt steeds vermeld in de toepassingen.
4.1.3 De eigenaar van de vermogensrechten kent twee licenties toe aan de beelden of teksten:
Deze licenties houden in dat alle beelden en teksten (en hun derivaten) gratis hergebruikt mogen worden, mits de correcte naamsvermelding. Beelden of teksten waarvoor deze licenties niet gelden, mogen niet worden opgeladen in de toepassingen.
4.2.1 Het lokaal bestuur mag erfgoedobjecten en geografische thema’s die gelegen zijn op eigen grondgebied invoeren. Het lokaal bestuur kan de overgedragen objecten waarvoor het dataverantwoordelijke is onder bepaalde voorwaarden zoals opgenomen in deze overeenkomst bewerken.
4.2.2 Inventarisobjecten die niet volledig op het grondgebied van de gemeente liggen, worden niet overgedragen naar het lokaal bestuur, maar beheerd door het agentschap. Deze objecten kunnen op vraag van en in overleg met de betrokken lokale besturen worden geactualiseerd en aangepast.
4.2.3 Erfgoedobjecten van beschermd erfgoed worden niet overgedragen naar het lokaal bestuur, maar beheerd door het agentschap. Het lokaal bestuur kan overleggen met het agentschap voor de aanvulling/actualisatie van deze objecten.
4.2.4 Het lokaal bestuur mag nieuwe inventarisobjecten invoeren volgens volgende basisafspraken:
4.2.5 De afspraken voor de invoer van teksten in de inventaris zijn opgenomen in de handleidingen. Volgende basisafspraken zijn verplicht:
4.2.6 Voor het activeren van nieuwe objecten of het bewerken van bestaande objecten in de Inventaris Onroerend Erfgoed verbindt het lokaal bestuur zich tot het invullen van een aantal minimaal verplichte gegevens. Deze worden opgesomd in de handleiding. Bij de inventarisatie moet het lokaal bestuur rekening houden met het verzamelen van volgende minimale gegevens:
1. Voor erfgoedobjecten:
- Naam
- Locatie (locatie-elementen en zone)
- Korte beschrijving en tekst
- Minimaal één erfgoedtype
- Gebeurtenis
- Minimaal één gekoppelde foto aangeduid als primair beeld
2. Voor geografische thema’s:
- Naam
- Locatie (locatie-elementen)
- Korte beschrijving en tekst
3. Voor gebeurtenissen:
- Naam
- Locatie (locatie-elementen)
- Korte beschrijving en tekst
4.2.7 Het agentschap activeert zelf geen nieuwe objecten voor bouwkundige of landschappelijke
elementen op het grondgebied van de aangesloten lokale besturen, met uitzondering van beschermd erfgoed en gemeentegrensoverschrijdende erfgoedobjecten. Daarnaast blijft het agentschap verantwoordelijk voor varend erfgoed, archeologische zones en landschappelijke gehelen.
4.2.8 Indien het agentschap in het kader van zijn eigen opdracht toch nog objecten wil actualiseren of toevoegen moet het dit doen in overleg met het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur beslist of het object publiek wordt gezet en activeert het object.
4.2.9 Het lokaal bestuur kan ook personen of collectieven (bijvoorbeeld ontwerpers en uitvoerders) aanmaken of bewerken in de inventaris, volgens de afspraken zoals opgenomen in de handleiding. Het agentschap staat in voor de activatie en eindredactie van deze objecten.
4.3.1 Het lokaal bestuur kan beelden opladen en koppelen aan inventarisobjecten gelegen op zijn grondgebied in de beeldbank Onroerend Erfgoed.
4.3.2 Het agentschap stelt per lokaal bestuur 10 GB ter beschikking in de beeldbank voor het opladen van beelden van het lokaal bestuur. Na verloop van tijd kan deze opslagcapaciteit door het agentschap uitgebreid worden indien technologische vooruitgang dit haalbaar maakt.
4.3.3 Het lokaal bestuur ziet erop toe dat alle afspraken uit punt 4.1. over de vermogensrechten en licenties die rusten op de beelden worden nageleefd.
4.3.4 Er worden geen dubbele beelden opgeladen en de beelden moeten voldoen aan de technische criteria opgenomen in het afsprakenkader ‘Criteria voor foto’s’ aangeleverd door het agentschap (onder andere kwaliteit – bestandsformaat).
4.3.5 Ingevoerde beelden zijn maximaal publiek zichtbaar, maar er moet rekening gehouden worden met de privacywetgeving.
4.3.6 Het lokaal bestuur kan ook privacygevoelige beelden opladen, zoals interieurs, beelden genomen op privéterrein. Deze beelden worden van het publiek afgeschermd door deze op zichtbaarheid ‘privaat’ te plaatsen. Enkel het agentschap en de natuurlijke personen die toegangsrechten hebben gekregen van het lokaal bestuur kunnen deze raadplegen als ze aangemeld zijn. Deze natuurlijke personen kunnen ook private beelden van het agentschap zien. De private beelden mogen niet met derden gedeeld worden of gebruikt worden voor andere doeleinden dan louter als interne informatie.
4.3.7 Postkaarten, reproducties, foto’s van archiefstukken, kaartmateriaal, afbeeldingen van Google Street View, satellietbeelden, …worden niet opgeladen.
4.3.8 Bij het opladen of bewerken van beelden worden minimum de volgende gegevens ingevuld:
4.3.9 Het agentschap kan bij technische problemen ingrijpen en de beelden van een lokaal bestuur bewerken of verwijderen.
4.4.1 In de auteurstoepassing kunnen lokale besturen natuurlijke personen en organisaties aanmaken. Deze kunnen voor de volgende zaken gebruikt worden:
4.4.2 De aangemaakte auteurs moeten steeds echte personen of organisaties voorstellen (bijvoorbeeld auteur ‘onbekend’ mag niet aangemaakt worden).
4.4.3 Auteurs worden gemeenschappelijk gebruikt. Er wordt per auteur slechts één uniek ID aangemaakt. Lokale besturen kunnen alle auteurs die reeds aanwezig zijn in de auteurstoepassing gebruiken.
4.4.4 Bij het bewerken van bestaande auteurs wordt er steeds op gelet dat de aanpassingen correct zijn.
4.4.5 De naamsvermelding van een auteur is standaard de volledige voor- en achternaam. Deze mag enkel gewijzigd worden (naar anoniem of pseudoniem) op vraag van of met de uitdrukkelijke toestemming van de auteur zelf.
4.5.1 De waarnemingen of archeologische vindplaatsen bevatten de objecten uit de voormalige ‘Centrale Archeologische Inventaris’ en worden in het kader van deze overeenkomst ook raadpleegbaar voor het lokaal bestuur. Het lokaal bestuur kan zowel de publieke objecten als private objecten raadplegen.
4.5.2 Het lokaal bestuur verbindt zich ertoe de informatie uit private objecten en de bijhorende gebeurtenissen vertrouwelijk te behandelen en niet te verspreiden naar derden.
4.5.3 Het lokaal bestuur kan vanuit erfgoedobjecten relaties leggen naar waarnemingen en doet dit volgens de afspraken opgenomen in de handleiding.
5.1 Het lokaal bestuur zal met betrekking tot het inventariseren toegang hebben tot verschillende toepassingen van het agentschap. Het lokaal bestuur verbindt zich ertoe de informatie in deze toepassingen vertrouwelijk te behandelen.
5.2 Het lokaal bestuur en zijn uitvoerders zullen geheimhouding garanderen omtrent interne informatie die in het kader van de toegang tot de toepassingen zichtbaar is. Het lokaal bestuur en zijn uitvoerder zullen op geen enkele wijze niet-publieke informatie meedelen aan derden.
5.3 De bepalingen omtrent het omgaan met vertrouwelijke informatie uit de toepassingen zijn ontsloten in de rubriek juridische informatie op https://www.onroerenderfgoed.be.
6.1 De overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening door beide partijen.
6.2 De overeenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur.
6.3 Voor betwistingen inzake deze overeenkomst is de rechtbank van het Gerechtelijk arrondissement Brussel bevoegd.
6.4 De overeenkomst kan stopgezet worden op initiatief van het lokaal bestuur, via een aangetekend schrijven aan het agentschap, indien ervoor gekozen wordt niet meer in de inventaris in te voeren.
6.5 Het agentschap kan, wanneer een lokaal bestuur niet voldoet aan de bepalingen in deze overeenkomst, na een aangetekende ingebrekestelling waarin de reden voor verbreking wordt opgenomen, de overeenkomst stopzetten. Het lokaal bestuur heeft een maand om hierop schriftelijk te reageren. De partijen verbinden er zich toe in het kader van deze overeenkomst eventuele geschillen zo veel als mogelijk in der minne te regelen.
6.6 Na het beëindigen van de overeenkomst worden de inventarisobjecten waarvan het lokaal bestuur dataverantwoordelijke was, overgedragen aan het agentschap. Het agentschap wordt dataverantwoordelijke voor deze objecten. Ook van de door het lokaal bestuur toegevoegde beelden wordt het agentschap dataverantwoordelijke. De eigendomsrechten van teksten en beelden worden niet gewijzigd. De toegang tot de toepassingen wordt hierna afgesloten voor het lokaal bestuur.
6.7 Inventarisobjecten van onroerende goederen die nog onderworpen worden aan een vaststelling door de Vlaamse Regering kunnen zolang de procedure van de vaststelling loopt nog niet overgedragen worden aan het lokaal bestuur. Van zodra de vaststellingsprocedure is afgerond, worden deze objecten overgedragen aan het lokaal bestuur.
6.8 Inventarisobjecten kunnen door een wijziging van het juridische statuut, bij een bescherming, of door een fout bij toewijzing van de dataverantwoordelijke wijzigen van dataverantwoordelijke. Het agentschap brengt het lokaal bestuur op de hoogte als de dataverantwoordelijke van een inventarisobject waarvan het dataverantwoordelijke is wijzigt.
- oo0oo –
Opgemaakt te Herne op (datum) in 1 digitaal exemplaar, waarvan elk van de partijen verklaart er 1 te hebben ontvangen.
Handtekeningen:
Voor Herne Voor het agentschap Onroerend Erfgoed
Administrateur-generaal
Frank Nevens,
voorzitter van de raad
Ann Naert
algemeen directeur
Artikel 41, 10° decreet lokaal bestuur
Wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten
Reductiedoelstelling 2027
Op 4 april 2022 stond Herne op plaats 289 van de 300 steden en gemeenten in Vlaanderen voor wat betreft de zuiverings- en rioleringsgraad met respectievelijk 39,52% en 50,21%. De gemiddelde rioleringsgraad in Vlaanderen bedraagt 88% en de zuiveringsgraad 86%. Herne scoort dus bijzonder laag en moet zijn zuiveringsgraad optrekken tot minstens 50% tegen 2027. Hiervoor werden verschillende nieuwe projecten opgestart en oude projecten werden nieuw leven ingeblazen.
Eén van de projecten die in 2024 in uitvoering zal gaan is de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel in de Leenstraat en Klein-Leenstraat. Het betreft een GIP-project (Gemeentelijk InvesteringsProject) en is dus een samenwerking met Fluvius.
Het gemeentelijk aandeel voor dit rioleringsproject wordt geraamd op 600.267,63 euro incl. btw. Dit aandeel wordt bepaald door de kost van het wegenisherstel min de kosten voor het sleufherstel (ten laste van Fluvius). De kosten voor ondergrondse constructies (voornamelijk riolering) worden volledig ten laste van Fluvius genomen.
Eind november ontving de dienst omgeving het aanbestedingsdossier van het studiebureau. Uit nazicht blijkt dat alle technische opmerkingen verwerkt zijn. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het aanbestedingsdossier goed te keuren opdat Fluvius kan overgaan tot publicatie. Het aanbestedingsdossier en de raming werden toegevoegd als bijlage.
Artikel 1 : De gemeenteraad beslist het aanbestedingsdossier voor project B217027 goed te keuren.
Artikel 2 : De gemeenteraad geeft toelating aan Fluvius om het aanbestedingsdossier te publiceren.
Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 285 e.v. van het decreet lokaal bestuur.
Er zijn geen mondelinge, noch schriftelijke vragen.
Namens Gemeenteraad,
Ann Naert
Algemeen Directeur
Frank Nevens
Voorzitter van de gemeenteraad