Artikel 40 en 41,14 ° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Decreet houdende toeristische logies van 5 februari 2016
De gemeente staat in voor de openbare nutsvoorzieningen, niet alleen voor de mensen die in het bevolkingsregister ingeschreven staan, maar voor iedereen die hier tijdelijk verblijft. Daarbij komt nog dat niet-gedomicilieerde personen ook geen inkomstenbelasting betalen die ten goede komt aan onze gemeente. Het college stelt voor om de aanslagvoet vast te stellen op €30,00 per perceel.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een directe gemeentebelasting gevestigd op de kampeerterreinen en kampeerverblijfparken.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de exploitant; de eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3 :De belasting wordt vastgesteld : - voor de kampeerterreinen : €30,00 per perceel
Artikel 4 : De belastingsplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingsplichtige, die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het belastingsjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 5 : Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsplichtige van ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 6 : Deze belasting is een kohierbelasting.
Artikel 7 : De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 9 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 10 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur