Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
Ontwerpnotulen van 23 november 2022
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen, zoals voorgelegd door de algemeen directeur, goed te keuren.
Artikel 1 : De notulen van 23 november 2022 worden goedgekeurd.
Artikel 2 : Deze notulen worden elektronisch ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Artikel 3 : Deze beslissing zal voor passend gevolg overgemaakt worden aan de dienst secretariaat.
Artikel 32 decreet lokaal bestuur
Zittingsverslag van 23 november 2022
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het zittingsverslag, zoals voorgelegd door de algemeen directeur.
Artikel 1 : De gemeenteraad neemt kennis van het zittingsverslag van 23 november 2022.
Artikel 2 : Deze beslissing zal voor passend gevolg overgemaakt worden aan de dienst secretariaat.
Artikel 41 tem 50 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
Algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de eredienst gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012
Besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten (hierna reglement te noemen),
Ministerieel besluit van 27 november 2006 werden ook de bijbehorende modellen vastgesteld.
Omzendbrief BB 2013/01 betreffende de boekhouding besturen erediensten.
Binnen zes maanden na de installatie van de gemeenteraad na de gehele vernieuwing van deze raad, stelt de kerkraad een meerjarenplan vast dat de financiële afspraken tussen de kerkfabriek en de gemeente bevat voor de periode van zes jaar, die ingaat op 1 januari van het tweede jaar dat volgt op de algehele vernieuwing van de gemeenteraad.
De meerjarenplannen worden gecoördineerd en gelijktijdig bij de gemeenteoverheid, het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren.
De meerjarenplannen en de wijzigingen zijn onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan en aan de goedkeuring van de gemeenteraad.
Het budget moet voor 30 juni jaar x-1 door de kerkraad ingediend worden bij het CKB. De budgetten worden na het advies van het erkend representatief orgaan jaarlijks voor 1 oktober jaar x-1 gecoördineerd bij de gemeenteoverheid ingediend door het centraal kerkbestuur waaronder de kerkfabrieken ressorteren. Als er geen centraal kerkbestuur werd opgericht, dient de kerkfabriek het budget in.
Twee mogelijkheden:
Opmerking: Het is niet verplicht om bij een budget of budgetwijziging waarvoor er geen meerjarenplanwijziging nodig is, ook een actualisering van het meerjarenplan in te dienen.
De gevraagde toelage voor budget 2023 past niet binnen het meerjarenplan, rekening houdende met het feit dat de gemeenteraad reeds akte genomen heeft van de budgetten van de overige 3 kerkfabrieken (GR 26/10/2022).
Hieronder wordt de totaal gevraagde toelage van de 4 kerkfabrieken opgelijst t.o.v. het voorziene bedrag in het meerjarenplan van de gemeente:
|
MJP |
Budget 2023 |
Exploitatietoelage |
56.000,00 |
65.108,11 |
Investeringstoelage |
0,00 |
0,00 |
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de overschrijding van de budgetten 2023 van de 4 kerkfabrieken en de gevraagde toelage van de kerkfabriek Sint-Pieter goed te keuren.
Artikel 1: Keurt de aangevraagde toelage van 2023 van de kerkfabriek Sint-Pieter Sint-Pieters-Kapelle goed;
Artikel 2: Keurt de overschrijding van de gevraagde toelagen van Sint-Pieter Sint-Pieters-Kapelle, Sint Petrus & Paulus Herne, Sint-Niklaas Herfelingen en OLV Kokejane goed;
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 39 tot 44 van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten
Artikel 39 van het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten bepaalt dat de jaarrekening bestaat uit een financieel gedeelte en een toelichting. Het financieel gedeelte van de jaarrekening bevat een overzicht van de ontvangsten en uitgaven die gedaan werden gedurende het financiële boekjaar en is opgebouwd volgens dezelfde structuur als het meerjarenplan en het budget. Het model voor de jaarrekening werd vastgelegd bij ministerieel besluit. Naast de cijfers van de rekening worden ook de cijfers van het budget opgenomen en de cijfers van de voorgaande jaarrekening.
De voorgelegde jaarrekeningen voldoen aan de wettelijke voorschriften. De vaststelling door het bestuursorgaan van de kerkfabriek is evenwel niet tijdig gebeurd.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om gunstig advies uit te brengen bij de jaarrekening van de kerkfabriek Sint-Pieter van Sint-Pieters-Kapelle.
Artikel 1: Verleent een gunstig advies over de jaarrekening 2021 van de kerkfabriek Sint-Pieter met volgend resultaat:
|
Overschot/tekort exploitatie |
Overschot/tekort investeringen |
Globaal resultaat jaarrekening 2021 |
Sint-Pieter |
40.748,75 |
-244,42 |
40.504,33 |
Artikel 2: Een afschrift van dit besluit wordt met de bijlagen overgemaakt aan de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant met het oog op de uitoefening van het bestuurlijk toezicht.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet
Artikelen 465 tot 470 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de aanvullende belasting op de personenbelasting vast te leggen.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2023 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 7,9 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3 : De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Artikel 4: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet
Artikel 464/1, 1° van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 decreet 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing vast te leggen voor het aanslagjaar 2023.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor het aanslagjaar 2023 worden ten bate van de gemeente 913 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2 : De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de verkoopprijzen van de uniforme restafvalzakken, GFT-zakken en uitgebreide PMD-zakken vast te stellen.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Met ingang van 1 januari 2023 wordt ten behoeve van de gemeente een contantbelasting geheven op het afleveren van uniforme restafvalzakken, GFT-zakken en uitgebreide PMD-zakken, welke door de gemeente ter beschikking van de bevolking worden gesteld.
Artikel 2 : De contantbelasting bedraagt :
Restafvalzakken
Grote zakken 60l: €20,00/rol 10 zakken/rol : €2,00/zak
Middelgrote zakken 30l: €10,00/rol 10 zakken/rol : €1,00/zak
Kleine zakken 15l: €5,00/rol 10 zakken/rol : €0,50/zak
GFT-zakken
Grote zakken 60l: €10,00/rol 10 zakken/rol : €1,00/zak
Middelgrote zakken 30l: €5,00/rol 10 zakken/rol : €0,50/zak
Kleine zakken 15l: €2,50/rol 10 zakken/rol : €0,25/zak
PMD-zakken
Grote zakken 100l: €5,00/rol 20 zakken/rol : €0,25/zak
Middelgrote zakken 60l: €3,00/rol 20 zakken/rol : €0,15/zak
Artikel 3 : De belasting is contant te betalen.
Artikel 4 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 5 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 6 : Deze beslissing wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid.
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Om te proberen de sociale en maatschappelijke verschillen te verminderen, stelt het college voor om de milieubelasting als volgt vast te stellen
De vermindering van €40,00 kan worden toegestaan aan :
De vermindering van €20,00 kan worden toegestaan aan:
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het dienstjaar 2023 wordt de milieubelasting goedgekeurd.
Artikel 2 : De belasting is eveneens verschuldigd door ieder persoon of hoofdelijk door de leden van elke vereniging die op 1 januari van het aanslagjaar een zelfstandig of vrij beroep uitoefenen of door ieder natuurlijk en rechtspersoon die op dezelfde datum als hoofd- en/of bijkomende activiteit een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent op het grondgebied van de gemeente, op een adres gelegen langs de omloop die door de ophaaldienst gevolgd wordt. Indien het gezin van de belastingsplichtige op hetzelfde adres is gehuisvest, is de belasting evenwel eenmaal verschuldigd.
De belasting is hoofdelijk verschuldigd door de leden van ieder gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en werkelijk in de gemeente verblijvend op 1 januari van het aanslagjaar of geteld als hebbende een tweede verblijf voor ditzelfde jaar, op een adres gelegen langs de omloop die door de ophaaldienst gevolgd wordt”.
Artikel 3 : De belasting wordt vastgelegd op :
De vermindering van €40,00 kan worden toegestaan aan :
De vermindering van €20,00 kan worden toegestaan aan:
Artikel 4 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard door de provinciegouverneur.
Artikel 5 : De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 6 : De belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 7 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 8 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° voor het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet
Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar
KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, §2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953
Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een rijksregister van de natuurlijke personen.
Ministerieel besluit van 28 oktober 2019 tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen
Omzendbrief van de minister van binnenlandse zaken van 12 september 2017 betreffende het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen, zoals later gewijzigd
Ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor Belgische kinderen onder de 12 jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de belasting goed te keuren.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een indirecte belasting geheven op de afgifte van sommige administratieve bescheiden.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon die het document of getuigschrift vraagt.
Artikel 3 : Geeft geen aanleiding tot de toepassing van de belasting de afgifte van :
- stukken onderworpen aan de betaling van een speciaal recht ten voordele van de gemeente krachtens een wet, een decreet of een reglement;
- stukken die kosteloos moeten afgeleverd worden krachtens een wet, decreet of een reglement;
- stukken afgeleverd aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door elk overtuigend bewijsstuk gestaafd.
Tevens wordt voorzien in een vrijstelling met betrekking tot de stukken, welke sommige personen nodig hebben wanneer ze voor een betrekking solliciteren.
Artikel 4 : De belasting wordt als volgt vastgesteld:
• Getuigschriften : €2,00 voor het eerste exemplaar
€1,00 voor het bijkomende exemplaar
• Trouwboekjes : €10,00
• Samenwoningboekjes: €5,00
• Internationale paspoorten (geldig voor 5 jaar) (onverminderd het bedrag geïnd door de FOD Buitenlandse Zaken):
• Elektronische Identiteitskaarten voor volwassenen:
• Elektronische Identiteitskaarten voor kinderen tot 12 jaar (Kids ID)
• Elektronische Vreemdelingenkaarten:
• Attest van immatriculatie (model A en B) : €2,00
Artikel 5 : Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de belasting, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven aan de gemeentelijke financieel directeur of aan zijn afgevaardigde.
Artikel 6 : De belasting en de eventuele verzendingskosten moeten bij het afleveren van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een vignet of kwitantie.
Indien de contante belasting niet kan worden geïnd wordt deze belasting een kohierbelasting. Na de inkohiering krijgt de oorspronkelijke contantbelasting alle kenmerken van een kohierbelasting. Dit impliceert dat die contante belasting niet onmiddellijk eisbaar is, maar dat er een aanslagbiljet moet worden toegezonden, er een betalingstermijn is van 2 maanden en een bezwaartermijn van drie maanden, vanaf 3de werkdag volgend op de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 8 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 9 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Bestuursdecreet van 7 december 2018
De loutere inzage van of uitleg over bestuursdocumenten is kosteloos. Voor de verwerking of analyse kunnen overeenkomstig artikel II.31 Bestuursdecreet wel kosten aangerekend worden.
Het college stelt voor om deze retributie als volgt vast te leggen:
- wanneer men geen juiste gegevens kan verschaffen wordt voor elke opzoeking die door het gemeentepersoneel wordt gedaan, een retributie aan de aanvrager aangerekend van €10,00 per begonnen halfuur.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor 2023 wordt een retributie gevestigd op :
- wanneer men geen juiste gegevens kan verschaffen wordt voor elke opzoeking die door het gemeentepersoneel wordt gedaan, een retributie aangerekend van €10,00 per begonnen halfuur.
Artikel 2 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of invorderingsstaat.
Artikel 3 :Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 4 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
De wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
Het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging, met latere wijzigingen;
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Het decreet van 16 januari 2004 bepaalt dat de gemeenteraad grafconcessies of concessies voor columbaria kan toestaan op zijn gemeentelijke begraafplaatsen. De concessies kunnen voor maximum 50 jaar worden verleend en kunnen hernieuwd worden.
Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad om de bedragen en de voorwaarden voor het verlenen van concessies vast te stellen.
Artikel 1 : Er wordt voor het jaar 2023 een retributie gevestigd op de graf- columbarium- en asurnenveldconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen.
Artikel 2 : Bij het verstrijken van de vergunningsperiode, kan de concessie vernieuwd worden, aan het tarief en voor de duur dat voor dat soort concessies op dat ogenblik van kracht is, met dien verstande dat geen concessie kan verleend worden waarvan de duur groter zou zijn dan deze van de oorspronkelijke.
De hernieuwingen kunnen enkel geweigerd worden indien blijkt dat op het moment van de aanvraag de concessie verwaarloosd is.
Indien er geen aanvraag voor een hernieuwing is gedaan dan vervalt de concessie.
Artikel 3 : Voor de grafconcessies voor een periode van 50 jaar op de gemeentelijke begraafplaatsen gelden de volgende tarieven
Begraving in volle grond |
€ 650,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Sint-Pieters-Kapelle) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) |
€ 950,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen (Herne + nieuw kerkhof Herfelingen, Kokejane) |
€ 1.200,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) |
€ 1.500,00 |
Urne in volle grond (1 of 2 urnen) |
€650,00 |
Urne in columbarium (1 urne) |
€ 650,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) |
€ 800,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) |
€ 1.200,00 |
Artikel 4 : Voor de verlenging van de grafconcessies met een periode van 25 jaar gelden de volgende tarieven:
Begraving in volle grond |
€ 350,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Kokejane, Sint-Pieters-Kapelle) |
€ 350,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) |
€ 350,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen(Herne + nieuw kerkhof Herfelingen) |
€ 350,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) |
€ 350,00 |
Urne in columbarium (1 urne) |
€ 350,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) |
€ 350,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) |
€ 350,00 |
Artikel 5 : Voor de verlenging van de grafconcessies voor een periode van 50 jaar gelden de volgende tarieven:
Begraving in volle grond |
€ 650,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Kokejane, Sint-Pieters-Kapelle) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen (Herne + nieuw kerkhof Herfelingen) |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) |
€ 650,00 |
Urne in columbarium (1 urne) |
€ 650,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) |
€ 650,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) |
€ 650,00 |
Artikel 6 : Voor het aangaan van een eerste concessie van 25 of 50 jaar in geval van ontruiming van de begraafplaats gelden de volgende tarieven
25 jaar | 50 jaar | |
Begraven in volle grond (1 of 2 personen) | € 350,00 | € 650,00 |
Begraven in een zelf aan te kopen grafkelder (oud kerkhof Herfelingen, Kokejane, Sint-Pieters-Kapelle 1,2 of 3 personen) | € 350,00 |
€ 650,00 |
Begraven in grafkelder voor 1 persoon (Herne) | € 500,00 | € 950,00 |
Begraven in grafkelder voor 2 personen (Herne + nieuw kerkhof Herfelingen) | € 650,00 | € 1200,00 |
Begraven in grafkelder voor 3 personen (Herne) | € 800,00 | € 1500,00 |
Urne in columbarium (1 urne) | € 350,00 | € 650,00 |
Urne in urnekelder (1 of 2 urnen) | € 500,00 | € 800,00 |
Urne in urnekelder (3 urnen) | €650,00 | € 1.200,00 |
Eeuwigdurende concessie gegund vóór 20 juli 1971 | gratis | gratis |
Artikel 7 : Op de gemeentelijke begraafplaatsen gelden eveneens volgende tarieven :
Strooiweide |
gratis |
Begraven in gewone grond (inwoners en gelijkgestelden) |
gratis |
Begraven in gewone grond (niet-inwoners) |
€ 250,00 |
Urne in gewone grond (inwoners en gelijkgestelden) |
gratis |
Urne in gewone grond (niet-inwoners) |
€ 250,00 |
Een niet-geconcedeerd graf wordt minstens tien jaar bewaard. Dergelijk graf mag enkel verwijderd worden nadat gedurende een jaar een afschrift van de beslissing tot verwijdering, zowel bij het graf als aan de ingang van de begraafplaats, werd uitgehangen
Artikel 8 : De kostprijs van een herinneringsmodule voor een urne in een columbarium is in het bedrag van de concessie inbegrepen. De graveringskosten zijn steeds ten laste van de aanvrager.
Artikel 9 : Personen die gedurende minimum 20 jaar zijn ingeschreven in het bevolkingsregister van Herne en opgenomen zijn in een woonzorgcentrum buiten het grondgebied van Herne en daar overlijden worden voor de toepassing van dit reglement gelijkgesteld met inwoners van Herne.
Artikel 10 : De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
De te kwijten som moet betaald worden aan de financieel beheerder of aan zijn afgevaardigde op basis van een invorderingsstaat.
Artikel 11 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De schuld moet zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist zijn en de schuldenaar moet vooraf aangemaand worden. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 12 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Koninklijk Besluit van 13 juni 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het college stelt voor de bedragen als volgt vast te stellen :
* Voorlopige rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Originele rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Omwisselingen (medische schifting) : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Duplicaten : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Internationale rijbewijzen : €9,00 onverminderd het bedrag dat geïnd wordt door FOD Mobiliteit en Vervoer
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een retributie gevestigd op het afleveren van rijbewijzen door het gemeentebestuur.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de persoon die het stuk vraagt.
Artikel 3 : De retributie wordt als volgt vastgesteld :
* Voorlopige rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Originele rijbewijzen : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Omwisselingen (medische schifting) : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Duplicaten : : €5,00 onverminderd het bedrag van de federale retributie
* Internationale rijbewijzen : €9,00 onverminderd het bedrag dat geïnd wordt door FOD Mobiliteit en Vervoer
Artikel 4 : Bij de aanvraag zal een bedrag gelijk aan de retributie, vermeerderd met de eventuele verzendingskosten, in consignatie worden gegeven aan de gemeentelijke financieel beheerder of aan zijn afgevaardigde.
Artikel 5 : De retributie en de eventuele verzendingskosten moeten bij het afleveren van het stuk contant worden betaald, tegen afgifte van een vignet of kwitantie.
Artikel 6 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Het college stelt voor om vanaf 1 januari 2023 het tarief van de fotokopieën als volgt vast te stellen:
- zwart-wit :
A4 formaat: €0,20
A3 formaat: €0,30
- kleur :
A4 formaat: €1,00
A3 formaat: €2,00
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze bedragen goed te keuren.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2023 wordt het tarief voor fotokopieën voor de verenigingen en inwoners als volgt vastgesteld:
- zwart-wit :
A4 formaat: €0,20
A3 formaat: €0,30
- kleur :
A4 formaat: €1,00
A3 formaat: €2,00
Artikel 2 : Dit bedrag dient contant betaald te worden.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14 ° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om €50,00 te vragen voor het gebruik van een container.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Er wordt voor het dienstjaar 2023 een gemeentelijke retributie van €50,00 gevestigd voor het gebruik van een container door verenigingen.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de vereniging die de container vraagt.
Artikel 3 : De retributie dient te worden betaald binnen de 30 dagen na de ontvangst van de invorderingsstaat van de gemeente Herne.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd
KB 24/09/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
Wekelijks krijgen marktkramers de mogelijkheid om in het centrum van Herne een standplaats in te nemen. Voor deze inname van het openbaar domein stelt het college voor om een maandelijkse forfaitaire retributie van €50,00 aan te rekenen voor kramen met een verwarmings- en/of koelelement en €30,00 voor alle andere kramen.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2023 wordt de maandelijkse forfaitaire retributie voor het innemen van een wekelijkse standplaats, vanaf een minimale inname van 1 keer per maand, als volgt vastgesteld :
- €50,00 voor kramen met een verwarmings- en/of koelelement
- €30,00 voor alle andere kramen
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de aanvragers van een standplaats in de gemeente.
Artikel 3 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 § 4 van de Grondwet
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, zoals gewijzigd
KB 24/09/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten
Tweemaal per jaar organiseert de gemeente in het centrum een kermis. De eigenaars van de kermiskramen maken hierbij gebruik van het openbaar domein. Het is logisch dat hiervoor een bijdrage wordt gevraagd. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om volgende bedragen goed te keuren :
Voor attracties ˂ 50m² |
€35,00 |
Voor attracties tussen 50m² en 80m² |
€75,00 |
Voor attracties ˃ 80m² |
€150,00 |
Voor kermiskramen met voedingswaren |
€25,00 |
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Vanaf 01 januari 2023 tot 31 december 2023 wordt ten behoeve van de gemeente een belasting geheven op de kermis- en foorinrichtingen per kermis, te weten :
Voor attracties ˂ 50m² | €35,00 |
Voor attracties tussen 50m² en 80m² |
€75,00 |
Voor attracties ˃ 80m² |
€150,00 |
Voor kermiskramen met voedingswaren |
€25,00
|
Artikel 2: Deze belasting is verschuldigd door de uitbater van het kermiskraam.
Artikel 3: Het standplaatsrecht moet betaald zijn binnen de 30 dagen na de standplaatstoekenning door het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 4: De te kwijten som moet betaald worden op basis van een invorderingsstaat.
Artikel 5: De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 6: Afschrift van dit besluit zal aan de toezichthoudende overheid overgemaakt worden.
Artikel 40 en 41,14 ° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Decreet houdende toeristische logies van 5 februari 2016
De gemeente staat in voor de openbare nutsvoorzieningen, niet alleen voor de mensen die in het bevolkingsregister ingeschreven staan, maar voor iedereen die hier tijdelijk verblijft. Daarbij komt nog dat niet-gedomicilieerde personen ook geen inkomstenbelasting betalen die ten goede komt aan onze gemeente. Het college stelt voor om de aanslagvoet vast te stellen op €30,00 per perceel.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een directe gemeentebelasting gevestigd op de kampeerterreinen en kampeerverblijfparken.
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de exploitant; de eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 3 :De belasting wordt vastgesteld : - voor de kampeerterreinen : €30,00 per perceel
Artikel 4 : De belastingsplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingsplichtige, die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het belastingsjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Artikel 5 : Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsplichtige van ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 6 : Deze belasting is een kohierbelasting.
Artikel 7 : De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 8 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 9 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 10 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 170 van de Grondwet;
Decreet 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Decreet grond en pandenbeleid van 27 maart 2009, zoals gewijzigd bij het decreet van 09 juli 2010 en 23 december 2011;
Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode genoemd;
De Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het is wenselijk om ook in 2023 een belasting op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen in te voeren om eigenaars ervan aan te sporen de realiseerbare onbebouwde kavels te activeren.
De activeringsheffing wordt enkel ingevoerd op niet-bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen en niet op niet-bebouwde bouwgronden gelegen in een woongebied om geen overaanbod te creëren.
De activeringsheffing wordt vastgesteld op een bedrag per vierkante meter oppervlakte van de kavel.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Er wordt voor het aanslagjaar 2023 een directe gemeentebelasting gevestigd op de niet-gebouwde percelen, begrepen in een niet-vervallen verkaveling.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder
1° Bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 VCRO en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 VCRO;
2° Kavels: de in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen;
3° Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO;
Artikel 2 : De belasting is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar, eigenaar is van het niet-bebouwd perceel. In geval van eigendomsoverdracht onder levenden, wordt de hoedanigheid van eigenaar beoordeeld op de datum van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht. In geval van mede-eigendom, is ieder mede-eigenaar belastingschuldig voor zijn wettelijk deel.
Artikel 3 : De jaarlijkse belasting wordt geheven op de niet-bebouwde percelen, gelegen in een niet-vervallen verkaveling.
Met betrekking tot de percelen begrepen in verkavelingen waarvoor de eerste maal een verkavelingsvergunning werd of wordt afgegeven, is de belasting toepasselijk :
- Vanaf 01 januari van het tweede jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning, wanneer de verkaveling geen werken omvat;
- Vanaf 01 januari van het jaar dat volgt op het einde van de voorgeschreven werken en lasten, in de andere gevallen; het einde van de werken wordt vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen.
Wanneer echter de werken door de verkavelaar worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling slechts gedurende maximaal drie jaar vanaf het jaar dat volgt op de afgifte van de vergunning. Wanneer de verkaveling in fasen mag worden uitgevoerd, zijn de bepalingen van dit artikel " mutatis mutandis" op de kavels van elke fase van toepassing.
Artikel 4 : Van de belasting zijn vrijgesteld:
1. de eigenaars van één enkel onbebouwd perceel bij uitsluiting van enig ander onroerend goed;
2. de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen
3. de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen infrastructuurwerkzaamheden omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd toegekend;
4. de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning of de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden infrastructuurwerkzaamheden omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin het attest bedoeld in artikel 4.2.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening werd toegekend.
5. de ouders met kinderen ten laste, beperkt tot één onbebouwd perceel per kind ten laste. Ingeval het aantal te belasten percelen groter is dan het aantal kinderen en de te belasten percelen verschillend zijn dan wordt het gemiddelde genomen van de totale belasting op alle percelen om het bedrag van de vrijstelling te berekenen;
6. percelen die ingevolge de bepalingen van de wet op de landpacht niet voor bebouwing kunnen worden bestemd;
In de punten 1 en 5 gelden de verleende ontheffingen slechts gedurende de vijf kalenderjaren die volgen op de verwerving van het goed. Ze gelden gedurende de vijf dienstjaren die volgen op de inwerkingtreding van de belastingsverordening, indien het goed op dat tijdstip reeds verworven is.
Artikel 5 : De activeringsheffing wordt vastgesteld op een bedrag per vierkante meter oppervlakte van de kavel. Deze bedraagt €0,36 (0,25 x 1.004/695) per vierkante meter van het onbebouwd perceel. €0,25 is de minimale activeringsheffing per vierkante meter en is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de ABEX-index van november 2008. Deze heffing wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
De minimum aanslagvoet wordt bedraagt €180,58 (€125,00 x 1.004/695) per onbebouwd perceel. €125,00 is de minimale activeringsheffing en is gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemt overeen met de ABEX-index van november 2008. Deze heffing wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
Elk gedeelte van een vierkante meter wordt steeds als een volledige vierkante meter beschouwd.
De belasting wordt berekend op een maximum perceelsdiepte van 50 meter.
Artikel 6 : De belastingsplichtige ontvangt vanwege het gemeentebestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingsplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 31 maart van het belastingsjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te bestellen.
Artikel 7 : Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingsschuldige of zijn vertegenwoordiger van ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 8 : De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld wordt door het College van Burgemeester en Schepenen en uitvoerbaar verklaard door de gouverneur.
Artikel 9 : De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10 : De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Artikel 11 : De vestiging en de invordering van de belasting, alsook de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Artikel 12 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om volgende tarieven te hanteren :
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
* Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten.
* Verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden.
* Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling.
* Melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
* Mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.
-> € 50,00 te vermeerderen met €50,00 per bijkomende woonentiteit
Voor alle dossiers, ook de dossiers waarvoor de gemeente niet de vergunningverlenende overheid is, zal het totaal van de door het gemeentebestuur gemaakte port- en publicatiekosten en het organiseren van het openbaar onderzoek verhaald worden op de aanvrager.
* Stedenbouwkundige inlichtingen :
Voor het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen : € 100,00 per perceel met een maximum van € 1.500,00
* Natuurvergunningen :
Voor het afleveren van een natuurvergunning : € 50,00
* Waarborg in het kader van de heraanplant van bomen (zie gemeentelijk reglement tot vaststelling van maatregelen kaderend binnen de verplichting tot heraanplant opgelegd als voorwaarde in stedenbouwkundige en natuurvergunningen. (Besluit GR van 27 april 2011)”
€ 20,00/boom en € 20,00/ lopende meter voor hagen en/of struiken met een maximum bedrag van € 500,00.
Deze retributie is voorzien in het meerjarenplan en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor aanslagjaar 2023 wordt de retributie als volgt vastgesteld :
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting.
* Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.
* Melding van stedenbouwkundige handelingen en/of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteiten.
* Verzoek bijstelling of afwijking van de milieuvoorwaarden.
* Aanvraag tot bijstelling van de verkaveling.
* Melding van de overdracht van een vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit.
* Mededeling met vraag tot omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.
-> € 50,00 te vermeerderen met €50,00 per bijkomende woonentiteit.
Voor alle dossiers, ook de dossiers waarvoor de gemeente niet de vergunningverlenende overheid is, zal het totaal van de door het gemeentebestuur gemaakte port- en publicatiekosten en het organiseren van het openbaar onderzoek verhaald worden op de aanvrager.
* Stedenbouwkundige inlichtingen :
Voor het afleveren van stedenbouwkundige inlichtingen : € 100,00 per perceel met een maximum van € 1.500,00
* Natuurvergunningen :
Voor het afleveren van een natuurvergunning : € 50,00
* Waarborg in het kader van de heraanplant van bomen: (zie gemeentelijk reglement tot vaststelling van maatregelen kaderend binnen de verplichting tot heraanplant opgelegd als voorwaarde in stedenbouwkundige en natuurvergunningen. (Besluit GR van 27 april 2011)”
€ 20,00/boom en € 20,00/ lopende meter voor hagen en/of struiken met een maximum bedrag van € 500,00.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de aanvraag indient.
Artikel 3: Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De schuld moet zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist zijn en de schuldenaar moet vooraf aangemaand worden. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het college stelt voor om deze retributie als volgt vast te leggen :
* loon arbeider €45,00/u
* gebruik personenvoertuig €35,00/u
* gebruik bestelwagen €50,00/u
* gebruik tractor €70,00/u
* gebruik bosmaaier €30,00/u
* gebruik graaflaadcombinatie €70,00/u
* gebruik bandenkraan €70,00/u
* gebruik hoogtewerker: €70,00/u
* gebruik klepelmaaier €70,00/u
* gebruik bobcat €70,00/u
* per kilometer transport €2,00
Deze retributie is voorzien in de kredieten 2023 (meerjarenplanaanpassing) en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor 2023 wordt een retributie gevestigd voor de uitvoering van werken voor derden als volgt :
* loon arbeider €45,00/u
* gebruik personenvoertuig €35,00/u
* gebruik bestelwagen €50,00/u
* gebruik tractor €70,00/u
* gebruik bosmaaier €30,00/u
* gebruik graaflaadcombinatie €70,00/u
* gebruik bandenkraan €70,00/u
* gebruik hoogtewerker: €70,00/u
* gebruik klepelmaaier €70,00/u
* gebruik bobcat €70,00/u
* per kilometer transport €2,00
Artikel 2 :De retributie is verschuldigd door de personen voor wiens rekening de gemeentediensten regiewerken uitvoeren
Artikel 3: Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Het college stelt voor om vanaf 1 januari 2023 de verkoopprijs van strooizout als volgt vast te stellen :
- 25kg strooizout voor €5,00
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om deze bedragen goed te keuren.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 1 januari 2023 wordt aan de inwoners van de gemeente Herne strooizout ter beschikking gesteld.
Artikel 2 : De verkoopprijs van strooizout wordt als volgt vastgesteld :
- 25kg strooizout voor €5,00
Artikel 3 : Dit bedrag dient contant betaald te worden.
Artikel 4 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41, 14° van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet;
Decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen
Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Het 'Materialendecreet' (decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaambeheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen) dat het achterlaten verbiedt van afvalstoffen in strijd met de voorschriften van het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten. Sluikstorten wordt uitdrukkelijk aanzien als een milieumisdrijf (cfr. artikel 16, 1 .2.,2' Decreet Algemene Bepalingen Milieubeleid)
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
De gemeente heeft tot taak te waken over de gezondheid van haar inwoners en over de zindelijkheid van de openbare weg waardoor het aangewezen is initiatieven te nemen om de verontreiniging die ontstaat door sluikstorten op de openbare weg tegen te gaan. Indien er toch sluikstorting wordt vastgesteld dient de gemeente zo spoedig mogelijk te zorgen voor het reinigen enerzijds en zo nodig het grondig ontsmetten anderzijds.
Het opruimen, reinigen en eventueel ontsmetten van de openbare weg brengt hoge kosten met zich mee.
Het college stelt voor om de werkelijke kosten aan te rekenen hiervoor o.a. gebaseerd op het reglement retributie voor de werken van derden.
Deze retributie is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Vanaf 01 januari 2023 zal er buiten de gerechtelijke vervolgingen, voor het opruimen van sluikstorting een retributie door de gemeente aangerekend worden ten bedrage van de werkelijke kosten voor het opruimen van de sluikstorting.
Artikel 2 : De retributie is verschuldigd door iedere persoon, die afvalstoffen achterlaat, opslaat, verbrandt of stort op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 23 februari 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Artikel 3 : Bij het ambtshalve opruimen van sluikstorten door de gemeente wordt het bedrag van de retributie als volgt vastgesteld :
- €2,00 per kilometer transport voor het ophalen en afvoeren van de afvalstoffen
- €45,00 per arbeidsuur en per arbeider die door de gemeente bij het opruimen van het sluikstort wordt ingezet
- €35,00 per uur en per ingezet personenvoertuig
- €50,00 per uur en per ingezette bestelwagen
- €70,00 per uur en per overig ingezet voertuig (tractor, bandenkraan, ...)
- €0,40 per kg opgeruimde afvalstoffen, in zoverre het geen afval betreft waarvoor een bijkomende verwerking noodzakelijk is. In desbetreffend geval worden ook de werkelijke kosten van deze verwerking doorgerekend aan de sluikstorter of eigenaar van het perceel
De voormelde bedragen zijn verschuldigd per aangevangen uur en/of ingezamelde kilogram en/of begonnen kilometer
Artikel 4 : Deze retributie wordt betaald na toezending van een factuur of schuldvordering. Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen de financieel directeur een dwangbevel kan uitvaardigen. Het dwangbevel wordt betekend bij de deurwaardersexploot.
Artikel 5: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41,14° van het decreet lokaal bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om volgende tarieven voor het recyclagepark te hanteren:
- Voor de verkoop van :
Compostvaten : voorstel € 20,00 per stuk
Compostbak : voorstel € 30,00 per stuk
Er kan slechts 1 compostvat of -bak besteld worden per gezin aan het voordelige tarief. Extra vaten of bakken kunnen aangekocht worden aan inkoopprijs.
- Recyclagepark :
Categorie 1 : Gratis fracties (KGA, PMD, papier en karton, glas, vlak glas, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, inktpatronen, dierlijke en plantaardige keukenoliën en vetten, dierlijke en plantaardige harde keukenvetten, motorolie, oude metalen, plastiek, piepschuim, autobanden, textiel ) : € 0/ kg
Categorie 2 : Bouw- en sloopafval, onbehandeld hout, geverfd, gelakt of verlijmd hout en groenafval : € 0,08 / kg
Categorie 3 : Grofvuil, asbest (asbestcementgolfplaten en asbestleien = een kleine hoeveelheid wordt één keer per jaar/per gezin gratis aanvaard (een kleine hoeveelheid = 8 zakken van 25 kg (totaal 200 kg) of 10 cementgolfplaten van 109x122 cm)) en gipsplaten : € 0,16 / kg
Voor de zelfstandigen gelden dezelfde tarieven, behalve voor motorolie ( €0,40/liter), plastiek ( € 20,00/m³) en piepschuim (€ 5,00 per zak ( max. 1500liter) en € 3,33/m³)
Zelfstandigen die een toegangsbewijs wensen op naam van hunh firma dienen te beschikken over een toegangsbadge op naam. Deze badge kan aangevraagd worden op het gemeentehuis ( prijs € 5,00 /stuk ). Een duplicaat kan bekomen worden tegen de kostprijs van €10,00/ stuk.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2023 wordt de retributie voor het recyclagepark voor de inwoners van Herne en de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel in Herne hebben als volgt vastgesteld:
- Voor de verkoop van :
Compostvaten : voorstel € 20,00 per stuk ( € 15,00 in 2017).
Compostbak : voorstel € 30,00 per stuk ( € 20,00 in 2017).
Er kan slechts 1 compostvat of -bak besteld worden per gezin aan het voordelige tarief. Extra vaten of bakken kunnen aangekocht worden aan inkoopprijs.
- Recyclagepark :
Categorie 1 : Gratis fracties (KGA, PMD, papier en karton, glas, vlak glas, afgedankte elektrische en elektronische apparaten, inktpatronen, dierlijke en plantaardige keukenoliën en vetten, dierlijke en plantaardige harde keukenvetten, motorolie, oude metalen, plastiek, piepschuim, autobanden, textiel ) : € 0/ kg
Categorie 2 : Bouw- en sloopafval, onbehandeld hout, geverfd, gelakt of verlijmd hout en groenafval : € 0,08 / kg
Categorie 3 : Grofvuil, asbest (asbestcementgolfplaten en asbestleien = een kleine hoeveelheid wordt één keer per jaar/per gezin gratis aanvaard (een kleine hoeveelheid = 8 zakken van 25 kg (totaal 200 kg) of 10 cementgolfplaten van 109x122 cm)) en gipsplaten : € 0,16 / kg
Voor de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel in Herne hebben geldt het volgende :
motorolie ( €0,40/liter), plastiek ( € 20,00/m³) en piepschuim (€ 5,00 per zak ( max. 1500liter) en € 3,33/m³)
Zelfstandigen die een toegangsbewijs wensen op naam van hun firma dienen te beschikken over een toegangsbadge op naam. Deze badge kan aangevraagd worden op het gemeentehuis ( prijs € 5,00 /stuk ). Een duplicaat kan bekomen worden tegen de kostprijs van €10,00/ stuk.
Artikel 2 : De retributieplichtige zijn de natuurlijke personen die inwoner zijn in Herne en de rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel in Herne hebben en die gebruik willen maken van de diensten van het recyclagepark.
Artikel 3 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Artikel 4 : Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5: Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 173 van de Grondwet
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur
Het college stelt voor om deze retributie als volgt vast te leggen:
Informatieve boeken | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Derycke Louis / Billiet Richard | De geschiedenis van Herne in beeld tot 1975 | 10,00 € |
Centrum Agrarische Geschiedenis | Konijn met geuze: Volkse verhalen over eetcultuur in het Pajottenland | 15,00 € |
Deblander Urbain | Constantin Meunier: zijn leefwereld, zijn werk, zijn kruisweg | 18,00 € |
De Pauw Jeroen | Op sjok door een straffe streek | 20,00 € |
Godfroid Werner | De kleine geheimen van Bever | 15,00 € |
Hernia | Kapellen en kleine monumenten in groot Herne | 10,00 € |
Houthaeve Robert | Karel Nerinckx (1761-1824). Zoon van Herfelingen | 10,00 € |
Huys Paul | Frans Minnaert andermaal | 50,00 € |
Vandormael Herman | Kleine kroniek van het groene kwadrant | 23,00 € |
Kroniek 50 jaar Academie Gooik | 10,00€ | |
Gedichtenbundels | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Claus Edith | Stapstenen | 15,00 € |
Claus Edith | Jij die nog droomt | 15,00 € |
Suys Luc | Omdat het mij ontgaat | 2,50 € |
Suys Luc | De onvoltooiden | 2,50 € |
Suys Luc | Zieletroost; Wroeging als woekerkruid | 2,50 € |
Suys Luc | Een zonderlinge zomer | 2,50 € |
Suys Luc | Noch wereld noch wonder | 2,50 € |
Suys Luc | Bewust van de chaos | 2,50 € |
Van Liedekerke Maurits | Dorp vanjewelste | 15,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie voor het dorp | 5,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie van eigen pen : 10 jaar gedichtendag in Herne | 10,00 € |
Kaarten | ||
Wandelnetwerk Vlaams-Brabant Pajottenland | 9,00 € | |
Pajotse molenbox: 8 wandel- en fietsroutes | 2,00 € | |
Fietsnetwerk Vlaams-Brabant - 2150 km fietsplezier | 7,00 € | |
Brochures | Op wandel in Herne | 2,00 € |
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1 : Voor 2023 wordt een retributie gevestigd op :
Informatieve boeken | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Derycke Louis / Billiet Richard | De geschiedenis van Herne in beeld tot 1975 | 10,00 € |
Centrum Agrarische Geschiedenis | Konijn met geuze: Volkse verhalen over eetcultuur in het Pajottenland | 15,00 € |
Deblander Urbain | Constantin Meunier: zijn leefwereld, zijn werk, zijn kruisweg | 18,00 € |
De Pauw Jeroen | Op sjok door een straffe streek | 20,00 € |
Godfroid Werner | De kleine geheimen van Bever | 15,00 € |
Hernia | Kapellen en kleine monumenten in groot Herne | 10,00 € |
Houthaeve Robert | Karel Nerinckx (1761-1824). Zoon van Herfelingen | 10,00 € |
Huys Paul | Frans Minnaert andermaal | 50,00 € |
Vandormael Herman | Kleine kroniek van het groene kwadrant | 23,00 € |
Kroniek 50 jaar Muziekacademie Gooik | 10,00 € | |
Gedichtenbundels | ||
Auteur | Titel | Prijs |
Claus Edith | Stapstenen | 15,00 € |
Claus Edith | Jij die nog droomt | 15,00 € |
Suys Luc | Omdat het mij ontgaat | 2,50 € |
Suys Luc | De onvoltooiden | 2,50 € |
Suys Luc | Zieletroost; Wroeging als woekerkruid | 2,50 € |
Suys Luc | Een zonderlinge zomer | 2,50 € |
Suys Luc | Noch wereld noch wonder | 2,50 € |
Suys Luc | Bewust van de chaos | 2,50 € |
Van Liedekerke Maurits | Dorp vanjewelste | 15,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie voor het dorp | 5,00 € |
Van Liedekerke Maurits | Poëzie van eigen pen : 10 jaar gedichtendag in Herne | 10,00 € |
Kaarten | ||
Wandelnetwerk Vlaams-Brabant Pajottenland | 9,00 € | |
Pajotse molenbox: 8 wandel- en fietsroutes | 2,00 € | |
Fietsnetwerk Vlaams-Brabant - 2150 km fietsplezier | 7,00 € | |
Brochures | Op wandel in Herne | 2,00 € |
Artikel 2 : Deze retributie wordt onmiddellijk contant betaald (tegen afgifte van een ontvangstbewijs) of na toezending van een factuur of schuldvordering.
Conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is. De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 3 : Dit besluit wordt bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en 330 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur
titel IV - Hoofdstuk 1 van het decreet lokaal bestuur
Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van lokale besturen en latere wijzigingen
Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningen-stelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 26 juni 2018 en latere wijzigingen
Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus.
Het meerjarenplan bevat de beleidskeuzes van het bestuur en de financiële vertaling ervan voor de volledige periode van het meerjarenplan.
Een aanpassing van het meerjarenplan bevat al de volgende onderdelen:
1° in voorkomend geval, de wijzigingen van de strategische nota;
2° het aangepaste financiële doelstellingenplan;
3° de aangepaste staat van het financieel evenwicht;
4° het aangepaste overzicht van de kredieten;
5° een aangepaste toelichting;
6° een motivering van de wijzigingen.
De periode van de aanpassing van het meerjarenplan blijft altijd de periode 2020-2025, maar de staat van het financieel evenwicht (zie 3°) beschrijft altijd de financiële consequenties voor ten minste drie toekomstige boekjaren.
Het aangepaste overzicht van de kredieten bevat de kredieten voor zowel het lopende als volgende boekjaar.
Er is één financieel evenwicht. Alleen het rapport M3 geeft de kredieten per entiteit weer. De vaststelling van de rapporten gebeurt door zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn, voor hun deel van de kredieten, en daarna keurt de Gemeenteraad ook nog eens het deel van het OCMW goed.
De meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025 wordt vastgesteld als volgt:
|
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om zijn deel van de meerjarenplanaanpassing vast te stellen én het deel dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goed te keuren, waardoor de meerjarenplanaanpassing 6 definitief wordt vastgesteld.
Artikel 1: De gemeenteraad stelt zijn deel van de meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025 (gemeente) vast;
Artikel 2: De gemeenteraad keurt het deel van de meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025 dat door de raad voor maatschappelijk welzijn werd vastgesteld, goed, waardoor de geïntegreerde meerjarenplanaanpassing 6 2020 - 2025 definitief is vastgesteld;
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 41 Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de meerjarenplanaanpassing 4 2020 - 2025 van het AGB Herne goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de meerjarenplanaanpassing 4 AGB Herne 2020 - 2025 goed.
Artikel 2: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
artikel 41 decreet lokaal bestuur
artikel 231 ev van het decreet lokaal bestuur
Gemeenteraadsbeslissing dd. 10 september 2008 houdende de goedkeuring van de oprichting en de vaststelling van de statuten van het autonoom gemeentebedrijf Herne
De statuten van het AGB, zoals vastgesteld door de Raad van Bestuur van 21 mei 2019 en goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 25 september 2019
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het prijssubsidiereglement AGB Herne 2023 goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement AGB Herne 2023 goed, volgens de hierna volgende tekst.
Artikel 2: De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om dit reglement passend uit te voeren.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekend gemaakt volgens de bepalingen van artikel 285 van het decreet lokaal bestuur.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AGB HERNE
TUSSEN
I. De gemeente Herne, met zetel te Centrum 17, 1540 Herne, hier vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreden de Voorzitter van de gemeenteraad, de heer Nevens Frank, en mevrouw Naert Ann, algemeen directeur,
hierna genoemd “Gemeente”, anderzijds,
en
2. Het autonoom gemeentebedrijf Herne, met maatschappelijke zetel te Centrum 17,
1540 Herne, opgericht bij Besluit van de Gemeenteraad van de gemeente Herne dd. 10 september 2008 en rechtspersoonlijkheid verkregen ingevolge de goedkeuring door de oprichting door de Vlaamse Minister van Binnenlandse aangelegenheden dd. 19 december 2008 waarvan de kennisgeving van de oprichting is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 14 januari 2009, ondernemingsnummer BE 0809 154 303, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Raad van Bestuur, voor wie optreden de heer Degroote Kris, voorzitter, en mevrouw Franciska Dekens, secretaris, handelend in uitvoering van het besluit van de Raad van Bestuur ;
hierna genoemd “AGB Herne”, enerzijds,
wordt overeengekomen dat de Gemeente prijssubsidies zal toekennen aan het AGB Herne voor de volgende activiteit:
- het verlenen van recht op toegang gebruikers van de sportinfrastructuur aan bezoekers en gebruikers.
Dit prijssubsidiereglement legt de toekenning van deze prijssubsidies vast en geldt voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
VOORWAARDEN
Het AGB Herne heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2023. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Herne vastgesteld dat voor bovenvermelde periode de inkomsten uit recht op toegang tot sportinfrastructuur minstens 40.000,00 EUR (exclusief 6% btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn, wenst het AGB Herne de voorziene toegangsprijzen (exclusief btw) voor het recht op toegang tot sportinfrastructuur te vermenigvuldigen met een factor 3,3.
De Gemeente Herne erkent dat het AGB Herne, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (exclusief btw) voor het recht op toegang tot sportinfrastructuur moet vermenigvuldigen met een factor 3,3 om economisch rendabel te zijn.
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de sportinfrastructuur wenst de Gemeente Herne de vergoedingen (en bijhorende prijsstijgingen) van gebruikers en bezoekers van de sportinfrastructuur te beperken, opdat de sportinfrastructuur toegankelijk is voor iedereen.
De Gemeente Herne verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 deze beperkte vergoedingen te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.
De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Herne bedraagt de prijs (exclusief btw) die de gebruiker of bezoeker voor recht op toegang betaalt, vermenigvuldigd met een factor 3,3. Hierbovenop wordt een btw-percentage van 6% toegepast.
Deze gesubsidieerde toegangsgelden (exclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de exploitatieresultaten van het AGB Herne. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de Gemeente Herne deze steeds documenteren.
• Het AGB Herne moet op de 20e werkdag van elk kwartaal de Gemeente Herne een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens het voorbije kwartaal tot de door het AGB geëxploiteerde sportinfrastructuur. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debet nota die het AGB Herne uitreikt aan de Gemeente Herne. De Gemeente Herne dient deze debet nota te betalen aan het AGB Herne binnen de 30 werkdagen na ontvangst.
• Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2024 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente en het AGB Herne vóór 31 januari 2024.
Te Herne, 21/12/2022,
Voor de Gemeente
__________________________ __________________________
Naam: Naert Ann Naam: Nevens Frank
Hoedanigheid: Algemeen directeur Hoedanigheid: Voorzitter gemeenteraad
Voor het AGB Herne
_________________________ _________________________________
Naam: Franciska Dekens Naam: Degroote Kris
Hoedanigheid: Secretaris Hoedanigheid: Voorzitter RvB
artikel 41 DLB
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing 10 september 2008 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Herne, afgekort AGB Herne werden goedgekeurd;
Gelet op de statutenwijziging van 21/05/2019;
Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 10 september 2008 door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 19 december 2008 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 2009;
Gelet op het Decreet lokaal bestuur;
Gelet op de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om de leningsovereenkomst AGB Herne transactiekredieten investeringsportefeuille 2022 goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met de leningsovereenkomst tussen de gemeente en het AGB Herne, zoals hieronder vermeld:
LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2022
Tussen:
De GEMEENTE HERNE, met zetel te te 1540 Herne, Centrum 17, hier vertegenwoordigd door:
- De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Frank NEVENS;
- De algemeen directeur, zijnde mevrouw Ann NAERT;
Overeenkomstig Titel 7 "Het bestuurlijk Toezicht", hoofdstuk 2 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en
Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF HERNE, afgekort “AGB Herne”, met zetel te 1540 Herne, Centrum 17 en ondernemingsnummer 0809.154.303, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde Kris DEGROOTE,
Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Herne op 10 september 2008 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 19 december 2008 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 14 januari 2009;
De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur dd. 21 december 2022.
Overeenkomstig Titel 7 "Het bestuurlijk Toezicht", hoofdstuk 2 van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;
hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,
hierna samen genoemd ‘de partijen’
wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:
Art. 1 – Voorwerp
De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.
Art. 2 – Hoofdsom
De Lener erkent aan de Uitlener de som van 2.727,00 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.
Art. 3 – Doel van de lening
De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringsenveloppe 2022.
Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.
Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.
Art. 4 – Duurtijd
Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2032.
Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.
Art. 5 - Vaststelling renteloosheid
Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.
Art. 6 – Terugbetaling
De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:
Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.
De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).
Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE89 0910 0015 1185 van de Uitlener.
Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling
Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.
Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.
Art. 8 – Opeisbaarheid
Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;
de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.
Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.
Art. 9 - Wijzigingen
Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.
Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid
Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.
Art. 11 - Toepasselijk recht
Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.
Art. 12 – Splitsbaarheid
De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.
Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.
Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.
Aldus opgemaakt en ondertekend te Herne op 21 december 2022 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen
Voor de Uitlener,
De Algemeen Directeur, De Voorzitter van de gemeenteraad,
A. NAERT F. NEVENS.
Voor de Lener,
De Voorzitter van de raad van bestuur,
K. DEGROOTE
Artikel 2 : Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen elektriciteit en gas op gemeentelijke openbaar domein goed te keuren.
Artikel 1: de gemeenteraad keurt het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen elektriciteit en gas op gemeentelijk openbaar domein goed voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2025, volgens de hierna opgenomen tekst:
Artikel 1 - Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen omvatten:
- alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten, …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof;
- alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg. Deze worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
Deze retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing, of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Artikel 2 - Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3 - Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als zijn werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,5 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast., naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Artikel 4 – Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
Artikel 5 – Definitief karakter
Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet Lokaal Bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.
Artikel 2: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur.
art 41 decreet lokaal bestuur
Besluit Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018 (en latere wijzigingen)
Artikel 41 Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 41 DLB bepaalt het volgende:
De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd:
10° het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, tenzij:
a) de opdracht past binnen het begrip `dagelijks bestuur', vermeld in punt 8°, waarvoor het college van burgemeester en schepenen bevoegd is;
b) de raad de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor die overheidsopdracht nominatief aan het college van burgemeester en schepenen heeft toevertrouwd;
23° het vaststellen van subsidiereglementen en het toekennen van nominatieve subsidies;
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de lijst nominatieve subsidies en de lijst delegatie nominatieve overheidsopdrachten aan het CBS goed te keuren:
1) Nominatief toegekende subsidies
2) Delegatie nominatieve lijst overheidsopdrachten aan CBS
Artikel 41,10°,b DLB stelt dat de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden voor een nominatieve lijst van overheidsopdrachten aan het CBS kunnen toevertrouwd worden.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de lijst met nominatief toegekende subsidies goed.
Artikel 2: De gemeenteraad keurt de nominatieve lijst van overheidsopdrachten waarbij de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden gedelegeerd worden door de gemeenteraad aan het CBS goed.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Artikel 395 van het decreet lokaal bestuur
Artikel 392 e.v van het decreet lokaal bestuur
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd volgende beleidsdocumenten goed te keuren of er kennis van te nemen:
- Actieplan 2023 - kennisname
- begroting 2023 - goedkeuring
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de begroting 2023 goed volgens de tekst gevoegd bij dit besluit.
Artikel 2: De gemeenteraad neemt kennis van het actieplan 2023 van de intergemeentelijke preventiedienst Pajottenland.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 385 e.v. decreet lokaal bestuur.
Artikel 40 van het Decreet Lokaal Bestuur
Artikel 386 e.v. Decreet Lokaal Bestuur
Besluit van de gemeenteraad van 25 november 2009 en van 27 februari 20189
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om schepen Carina Ricour aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor het Beheersomité van de Intergemeentelijke Preventiedienst Drugs en Alcohol Pajottenland in de plaats van de heer Kris Poelaert.
Met 12 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Artikel 1 : Vanaf heden tot het einde van de huidige legislatuur wordt mevrouw Carina Ricour aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger in de Intergemeentelijke Preventiedienst Drugs en Alcohol Pajottenland.
Artikel 2 : Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan Lokale Politiezone Pajottenland.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v van het decreet lokaal bestuur
Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur
Besluit van de gemeenteraad van 28 april 2010 houdende toekenning van een verhoging van de toelage aan de onthaalmoeders - Voorstel van wijziging van de toelage en verfijning van de voorwaarden
Besluit van de gemeenteraad dd. 26 juni 2013
Besluit van het college dd. 5 december 2022
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het reglement ter ondersteuning van kinderopvanginitiatieven goed te keuren volgens de tekst gevoegd bij dit besluit.
Artikel 1: De raad keurt het reglement ter ondersteuning van kinderopvanginitiatieven goed volgens de hiernavermelde tekst.
Artikel 2: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikel 285 e.v. decreet lokaal bestuur.
Artikel 1
De bepalingen van dit reglement zijn enkel van toepassing op kinderopvanginitiatieven voor baby’s en peuters tussen 0 en 3 jaar. Zij dienen gevestigd te zijn op het grondgebied van Herne en te beschikken over een erkenning bij Kind & Gezin.
Onder kinderopvanginitiatieven wordt verstaan:
- onthaalouders met opvang in hun particuliere woning of met opvang op een externe locatie
- samenwerkende onthaalouders met opvang in hun particuliere woning of met opvang op een externe locatie
- kinderdagverblijven
Artikel 2
Er wordt een jaarlijkse nominatieve toelage als tussenkomst in de algemene werkingskosten toegekend aan elk kinderopvanginitiatief zoals bedoeld in artikel 1. De jaarlijkse nominatieve toelage bedraagt 500,00 euro. Het kinderdagopvanginitiatief moet in het betreffende jaar minstens 6 maanden actief geweest zijn.
Artikel 3
Voor het afvoeren van gebruikte wegwerpluiers worden er jaarlijks gratis twee rollen restafvalzakken van 60 liter, aangeboden aan de zelfstandige kinderopvanginitiatieven, zoals bedoeld in artikel 1.
Artikel 4
Er wordt een eenmalige installatietoelage t.b.v. 500,00 euro en twee rollen restafvalzakken van 60 liter toekgekend aan nieuwe kinderopvanginitiatieven, zoals bedoeld in artikel 1. De aanvraag dient te gebeuren binnen de 6 maanden na opstart van de opvang.
Artikel 5
De aanvraag voor de jaarlijkse nominatieve toelage van 500,00 euro en de twee rollen restafvalzakken gebeurt vóór de tweede helft van januari, volgend op het kalenderjaar waarop de aanvraag van toepassing is.
Artikel 6
De uitbetaling van de jaarlijkse nominatieve toelage van 500,00 euro gebeurt in het eerste kwartaal van het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag van toepassing is.
De uitbetaling van de eenmalige installatietoelage gebeurt binnen de drie maanden na aanvraag.
Artikel 7
De aanvraagformulieren, voor zowel de jaarlijkse nominatieve toelage als voor de eenmalige installatietoelage zijn beschikbaar op de website van het lokaal bestuur. De eenmalige installatietoelage kan enkel aangevraagd worden mits bewijs van het erkenningsattest van Kind & Gezin.
Artikel 8
Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2023 en vervangt het besluit inzake toelage aan onthaalouders van 26 juni 2013.
Artikel 9
Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement. De administratief verantwoordelijke brengt het college van burgemeester en schepenen, steeds ter kennis van de aanvragen, alvorens wordt overgegaan tot uitbetaling van de toelage.
artikel 40 en 41 decreet lokaal bestuur
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Herne
Beleidsplan Ruimte Vlaams-Brabant (in opmaak)
VCRO, meer bepaald artikel 4.3.1., §2. De beslissing betreft een invulling van het concept van beleidsmatig gewenste ontwikkelingen in het kader van de toetsing van de goede ruimtelijke ordening.
Nota beleidsmatig gewenste ontwikkelingen: een beknopte leidraad (Omgeving Vlaanderen)
Beslissing college van burgemeester en schepenen van 15 januari 2021
Gunstig advies van de GECORO van 5 december 2022.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om de bouwpauze ingevoerd bij besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2021 en aangevuld bij besluit van 24 februari 2021 en 27 oktober 2021 te verlengen tot 30 september 2023.
Artikel 1: De bouwpauze op het grondgebied van de gemeente Herne ingevoerd bij besluit van de gemeenteraad van 27 januari 2021 en aangevuld bij besluit van 24 februari 2021 en 27 oktober 2021 wordt verlengd tot 30 september 2023.
Artikel 2: Deze beslissing treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan, via de webtoepassing van de gemeente.
Artikel 3: Deze beslissing zal worden bekendgemaakt via de webtoepassing van de gemeente, het gemeentelijk infoblad, ad valvas, alsook, bij uittreksel, in het Belgisch Staatsblad. Deze beslissing zal ook overgemaakt worden aan de provinciale Dienst Vergunningen, zodat de deputatie er rekening kan mee houden bij de behandeling van eventuele omgevingsvergunningsaanvragen in tweede aanleg.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur.
Openbare procedure voor de aanneming van werken - levering, plaatsing en onderhoud van Hoppinzuilen (PCO/TOP/2022/1).
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2022 houdende de toetreding tot de aankoopcentrale voor het leveren, plaatsen en onderhouden van Hoppinzuilen - principiële goedkeuring.
De overeenkomst heeft een looptijd van 4 jaar. Binnen die periode voorzien we de mogelijkheid tot de uitbouw van buurthoppinpunten in Herne, Herfelingen en Sint-Pieters-Kapelle. Om voor dergelijke hoppinpunten subsidies te kunnen ontvangen, dient de Hoppin-huisstijl gehanteerd te worden. Toetreding tot het raamcontract ontzorgt het lokaal bestuur in belangrijke mate.
Bestek, gerelateerde infofiches en toetredingsakte zijn toegevoegd als bijlage.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de toetreding tot de aankoopcentrale via bijgevoegde toetredingsakte goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt de toetreding tot de aankoopcentrale in het kader van de raamovereenkomst voor levering, plaatsing en onderhouden van Hoppinzuilen goed.
Artikel 2: Deze beslissing bekend te maken aan diensten secretariaat, mobiliteit en het Departement Mobiliteit en Openbare werken via secretariaat.pco@mow.vlaanderen.be.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur.
Decreet lokaal bestuur.
Algemene voorwaarden & privacy policy van de mobiele applicatie Fietskluis en het online betaalplatform Mollie.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2022.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het reglement voor het gebruik van Fietskluizen Herne goed te keuren volgens de tekst gevoegd bij dit besluit.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het reglement voor het gebruik van Fietskluizen Herne goed volgens de hierna vermelde tekst.
Artikel 2: Dit besluit wordt bekend gemaakt conform artikel 285 ev van het decreet lokaal bestuur.
Fietskluizen Herne is de naam voor de fietskluizen die je via de app ‘Fietskluizen’ kan huren aan het station van Herne, verhuurd door lokaal bestuur Herne, met maatschappelijke zetel te Centrum 17 te 1540 Herne, met ondernemingsnummer 0207.533.676.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur.
Decreet lokaal bestuur.
Algemene voorwaarden & privacy policy van de mobiele applicatie Fietskluis en het online betaalplatform Mollie.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 12 oktober 2022.
Op basis van geldende tarieven voor de huur van fietskluizen in stationsomgevingen stellen we de gemeenteraad volgende tarieven voor:
Dit type kluis en applicatie (ontgrendelen via app) richt zich op een zo flexibel mogelijk aanbod en een zo groot mogelijk aantal gebruikers. Daarom stellen we bewust geen tarieven voor een langere huurperiode voor. Mocht blijken dat er vraag naar is, dan kunnen we alsnog kluizen met een standaard slot bijplaatsen en tarieven uitwerken.
De retributie is verschuldigd door diegenen die gebruik maken van de fietskluizen en wordt geïnd via de mobiele applicatie 'Fietskluis' en het online betaalplatform 'Mollie'.
Deze belasting is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 en is dus noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1: Voor het aanslagjaar 2023 wordt de retributie voor het gebruik van Fietskluizen Herne als volgt vastgelegd:
Artikel 2: De retributieplichtigen zijn de natuurlijke personen en rechtspersonen die gebruik wensen te maken van Fietskluizen Herne.
Artikel 3: De retributie wordt onmiddellijk contact betaald bij reservatie of gebruik van Fietskluizen Herne via de voornoemde mobiele applicatie en het online betaalplatform.
Artikel 4: Conform artikel 177 van het decreet lokaal bestuur kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen voor de invordering van achterstallige niet-fiscale schuldvorderingen, waaronder retributies. De voorwaarde is dat de schuld zeker en vaststaand, opeisbaar en onbetwist is en dat de schuldenaar vooraf aangemaand is.
De administratieve kosten voor de betalingsaanmaning zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen mee ingevorderd worden via het dwangbevel.
Artikel 5: Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285 ev van het decreet lokaal bestuur.
Artikel 56 van het decreet lokaal bestuur.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (het geraamde bedrag excl. BTW bereikt de drempel van 215.000,00 euro niet), en meer bepaald artikel 2, 6° en 7°b (de aanbestedende overheid verricht gecentraliseerde aankoopactiviteiten voor de plaatsing van overheidsopdrachten of raamovereenkomsten die bestemd zijn voor aanbesteders) en artikel 43.
Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikelen 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
Besluit van 22 april 2020 van de gemeenteraad betreffende de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Roosdaal en de gemeenten Gooik, Galmaarden, Pepingen, Herne en Lennik voor het project "Pajotse Toerismepunten" binnen PDPO III Maatregel Leader Pajottenland+ waarbij de gemeente Roosdaal tevens handelt als promotor van het project en aankoopcentrale en de overige deelnemende gemeenten als copromotor.
De brief van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) van 29 september 2020 houdende de goedkeuring van de subsidieaanvraag voor dit project 'Pajotse Toerismepunten'.
Besluit van 29 maart 2021 van het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Roosdaal betreffende de goedkeuring van de gunning van de opdracht “Aanstellen van een consultant voor de uitwerking van het project toerismepunten” aan Scelta Mobility, Hubert Frère-Orbanlaan 91 te 9000 Gent.
Brief van de Vlaamse Landmaatschappij van 20 juni 2022 houdende de uitnodiging om in te tekenen op extra vrijgekomen middelen (vrijval) door stopgezette projecten.
Brief van de gemeente Roosdaal, als promotor, van 22 april 2022 houdende de aanvraag van extra middelen op basis van de vrijval van middelen bij de VLM en de aanvraag tot verlenging van het project met zes maanden tot 30 juni 2023.
Brief van 13 juli 2022 van de Vlaamse Landmaatschappij houdende de goedkeuring van de extra middelen via vrijval en de verlenging van het project tot 30 juni 2023.
Brief van 15 november 2022 van de gemeente Roosdaal houdende de vraag tot verlenging van het project tot 30 juni 2024 omwille van grote vertragingen door de grondstofproblemen doorheen het project.
In het kader van de opdracht “Fietsdeelsysteem Pajotse Toerismepunten” werd een bestek met nr. 2022024 opgesteld door de aankoopdienst van de gemeente Roosdaal in samenwerking met de cultuurbeleidscoördinator, de aankoopdienst van de gemeente Gooik en Herne en Scelta Mobility.
Het eindverslag van 25 oktober 2022 van Scelta Mobility van de marktverkenning deelfietssystemen.
Besluit van 12 december 2022 van het college van burgemeester en schepenen houdende de principiële goedkeuring van het mandateren van lokaal bestuur Roosdaal voor het voeren van de plaatsingsprocedure voor de overheidsopdracht fietsdeelsysteem en op te treden als aankoopcentrale.
Het dossier is toegevoegd als bijlage.
De aanbesteding voor een fietsdeelsysteem op basis van leasing of huur kwam als meest realistische optie uit het eindverslag van de marktverkenning van Scelta Mobility. Het gaat over de huur van 24 e-bikes (4 per deelnemende gemeente) met deelsysteem waarbij de aanbieder moet instaan voor de volledige ontzorging om zo een minimale bijkomende belasting van de gemeentediensten te bekomen.
Er is een verplichte eigendomsoverdracht nodig op het einde van de huur volgens de richtlijnen van de Vlaamse Landmaatschappij waardoor dit eveneens werd opgenomen in het bestek. De opdracht zal worden afgesloten voor een duur van 60 maanden.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Het bestuur beschikte bij het opstellen van de lastvoorwaarden voor deze opdracht niet over de exact benodigde hoeveelheden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld akkoord te gaan om het lokaal bestuur Roosdaal op te laten treden als aankoopcentrale voor lokale besturen Herne bij gunning van de opdracht. Dit besluit wordt tevens voorgelegd aan de lokale besturen Gooik, Galmaarden, Pepingen en Lennik.
Tevens wordt gevraagd hierover te beraadslagen in de gemeenteraad van december.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het mandateren van gemeente Roosdaal om op te treden als aankoopcentrale voor het voeren van de plaatsingsprocedure voor de overheidsopdracht ref. 2022024 ‘Fietsdeelsysteem Pajotse Toerismepunten’ goed;
Artikel 2: Dit besluit wordt bekendgemaakt aan de financiële dienst, dienst mobiliteit, de betrokken lokale besturen en het lokaal bestuur Roosdaal.
Van toepassing zijnde bevoegdheidsgrond:
Van toepassing zijnde regelgeving:
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 5 december 2022 houden de principiële goedkeuring van de uitbreiding van het algemeen politiereglement met GAS4 en GAS5.
Om als gemeente de afhandeling van GAS4 en GAS5 inbreuken door een sanctionerend ambtenaar te kunnen laten uitvoeren is een uitbreiding van het algemeen politiereglement nodig.
Er wordt een eenduidig reglement voor de volledige politiezone Pajottenland opgemaakt om het werk van de politie te vergemakkelijken. Elke gemeente beslist apart welke bepalingen ze wil invoeren. De bijlage aan het algemeen politiereglement betreft overtredingen op het stilstaan en parkeren en de verkeersborden C3 en F103 (voetgangerszone) vastgesteld met automatisch werkende toestellen (zogenaamde GAS 4 inbreuken) en de gemeentelijke administratieve boetes voor beperkte snelheidsovertredingen op de plaatsen waar de snelheid is gelimiteerd tot 30 km per uur of 50 km per uur (GAS 5).
Lokaal bestuur Herne legt bij wijze van dit ontwerp van algemeen reglement de verschillende aspecten van de procedure vast ingeval een inbreuk werd vastgesteld op één van de bepalingen van de politieverordening betreffende overtredingen op het stilstaan en het parkeren en de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen, die aanleiding kunnen geven tot het opleggen van een administratieve geldboete.
Voornoemde politieverordening geeft uitvoering aan artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties. Hierin wordt bepaald dat de gemeenteraad een administratieve geldboete kan voorzien voor de inbreuken opgesomd in het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen.
Het Vlaams Parlement geeft sinds 1 februari 2021 aan lokale besturen de mogelijkheid om de beperkte snelheidsovertredingen op plaatsen waar de maximumsnelheid gelimiteerd is tot 30 km per uur of 50 km per uur via de gemeentelijke administratieve sancties te bestraffen. Hiervoor werd een nieuw artikel 29 quater ingevoerd in de wet van 16 maart 1968. Wanneer de beperkte snelheidsovertredingen voldoen aan de voorwaarden om via de gemeentelijke administratieve sancties te worden bestraft, heeft dit de depenalisering tot gevolg.
Het lokaal bestuur opteert om de beperkte snelheidsovertredingen op de plaatsen waar de snelheid is gelimiteerd tot 30 km per uur of 50 km per uur via de gemeentelijke administratieve sancties te bestraffen. Er worden een aantal nieuwe ANPR-trajectcontroles geïnstalleerd en de afhandeling gaat via een sanctionerend ambtenaar aangesteld door de gemeenteraad dewelke in tegenstelling tot de gewestelijke verwerkingscentra niet beperkt zijn door quota.
Er wordt voorgesteld het politiereglement aan te passen, waarbij alle snelheidsovertredingen van voertuigen met een Belgische nummerplaat via GAS5 behandeld zullen worden. De snelheidsovertredingen van alle andere voertuigen (dus met een buitenlandse nummerplaat) zullen strafrechtelijk behandeld worden.
Het voorstel tot aanpassing is toegevoegd als bijlage aan dit besluit.
De voorgestelde inwerkingtreding is 1 februari 2023.
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord om het algemeen politiereglement uit te breiden met GAS4 en GAS5.
Artikel 2: Volgende reglementen zoals integraal opgenomen bij dit besluit, worden goedgekeurd:
Artikel 3: Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2023.
Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de korpschef van de politiezone, de sanctionerend ambtenaar, de griffie van de bevoegde politierechtbank en de procureur des Konings.
Namens Gemeenteraad,
Leen De Luyck
Algemeen Directeur wnd.
Kris Poelaert
Voorzitter wnd.