Art 40, §3 decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 16 september 2024 betreffende het subsidiereglement voor waterpreventieve maatregelen ihkv provinciaal waterbeleidsplan
De provincie Vlaams-Brabant heeft een voorbeeld-subsidiereglement ter beschikking gesteld, dat werd geëvalueerd door de dienst Omgeving, in samenwerking met de dossierverantwoordelijken van de Provincie en de bevoegde schepen van het lokaal bestuur. Daarnaast heeft de gemeente Herne een beperkt subsidiereglement voor waterpreventiemaatregelen ingevoerd, gericht op inwoners in overstromingsgevoelige gebieden.
Onderhavig reglement voorziet in subsidies voor maatregelen die bestaande gebouwen beschermen tegen schade door overstromingen. Het doel is bij te dragen aan de realisatie van een meerlaagse waterveiligheid. De subsidies worden toegekend binnen de grenzen van de budgettaire ramingen die zijn vastgelegd in het meerjarenplan van de gemeente en in overeenstemming met de beleidsopties van de gemeenteraad.
De begunstigde komt in aanmerking voor subsidie indien voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het subsidiereglement voor waterpreventieve maatregelen ihkv provinciaal waterbeleidsplan goed te keuren.
Artikel 1 : De gemeenteraad beslist het reglement 'subsidie waterpreventieve maatregelen in het kader van provinciaal waterbeleidsplan' goed te keuren volgens de hierna vermelde tekst.
Artikel 2 : Dit besluit wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 e.v. decreet lokaal bestuur.
In uitvoering van de gemeenteraadsbeslissing van 23 december 2024 kan het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig dit reglement een subsidie toekennen om bestaande gebouwen te beschermen tegen schade door overstromingen met behulp van individuele waterpreventieve maatregelen, om zo bij te dragen aan de creatie van een meerlaagse waterveiligheid. Dit kan binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van de gemeente voorziene ramingen en in overeenstemming met de beleidsopties van de gemeenteraad.
Voor de toepassing van dit reglement en de toekenningsbesluiten die op grond ervan worden genomen, wordt verstaan onder:
1° Afkoppelen: Ervoor zorgen dat er geen hemelwater in de riolering van het afvalwater terechtkomt;
2° Meerlaagse waterveiligheid: Het streven naar een duurzame vermindering van het overstromingsrisico met voldoende bescherming voor de mens, de economische bedrijvigheid, de ecologie en het cultureel erfgoed, door een optimale combinatie van protectieve, preventieve en paraatheidsverhogende maatregelen (3 P’s):
a) protectie: maatregelen die de kans op een overstroming verminderen door het bouwen van dijken, wachtbekkens, stuwen, pompstations, etc.;
b) preventie: maatregelen die de gevolgschade van een overstroming voorkomen of verminderen door het vrijwaren van overstromingsgevoelige gebieden en door overstromingsbestendig (ver)bouwen;
c) paraatheid: maatregelen die ervoor zorgen dat we goed voorbereid zijn wanneer een overstroming zich toch voordoet door het gebruik van voorspellingssystemen, het opmaken van noodplannen, het houden van calamiteitenoefeningen en een duidelijke communicatie naar de burger.
3° Individuele waterpreventieve maatregelen: Aanpassingswerken om bestaande gebouwen te beschermen tegen waterschade door het overstromen van een waterloop, het overlopen van of opstuwing vanuit de riolering, of een overstroming door afstromend hemelwater. Deze maatregelen omvatten maar zijn niet beperkt tot:
a) installeren van waterkeringsschotten;
b) waterdicht maken van buitengevels;
c) plaatsen van terugslagkleppen;
d) afkoppelen van hemelwaterafvoeren;
e) installeren van bufferputten;
f) installeren van pompen of pompputten;
g) installeren van overlaten of overdrukventielen op hemelwaterafvoeren;
h) waterdicht verankeren van putdeksels;
i) aanpassen van verluchtingsopeningen;
j) waterdrukbestendig maken van schrijnwerk;
k) installeren van waterkeringen;
l) herprofileren van het terrein;
m) aankopen van opblaasbare ballonnen om afvoerpunten of rioleringsbuizen tijdelijk af te sluiten.
4° Waterveiligheidsstudie: Grondige doorlichting van overstromingsgevoelige gebouwen met als doel te komen tot een concreet maatregelenpakket om de gevolgschade van een toekomstige overstroming te voorkomen of te verminderen. Deze studie omvat minstens:
a) een analyse van de overstromingsrisico’s op perceelsniveau en gekaderd in de ruimere omgeving;
b) een inventaris van de ‘bestaande toestand’ inzake afval- en hemelwater, inclusief grondplan;
c) een beschrijving van de aanwezige knelpunten inzake wateroverlast;
d) een beschrijving van de noodzakelijke aanpassingswerken om de betrokken gebouwen af te koppelen, inclusief grondplan;
e) een beschrijving van de noodzakelijke aanpassingswerken om het risico op schade door overstromingen te beperken;
f) een kostenraming.
§ 1. De subsidie kan toegekend worden aan:
1° natuurlijke personen;
2° rechtspersonen;
3° feitelijke verenigingen.
§ 2. De begunstigden zijn eigenaars, mede-eigenaars, huurders, vruchtgebruikers, pachters of opstalhouders van het gebouw waaraan de individuele waterpreventieve maatregelen worden uitgevoerd. Het kan gaan over:
1° een woning;
2° een gebouw in gebruik voor beroepsdoeleinden;
3° een gebouw in collectief gebruik (scholen, jeugdlokalen, woonzorgcentra, …).
De begunstigde komt in aanmerking voor subsidie indien voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
1° het gebouw ligt in een gebied dat in het meest recente, door de gemeenteraad goedgekeurde, hemelwater- en droogteplan is afgebakend als een gebied waar bescherming van gebouwen met individuele waterpreventieve maatregelen noodzakelijk is om een meerlaagse waterveiligheid te creëren;
2° het gebouw werd gebouwd in overeenstemming met de omgevings- of stedenbouwkundige vergunning en de daarin opgenomen voorwaarden, of wordt vergund geacht overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening;
3° voor de aanvang van de werken worden afspraken gemaakt tussen de gemeente en de begunstigde omtrent hun wederzijdse rechten en plichten. Deze afspraken worden vastgelegd in een ‘overeenkomst inzake individuele waterpreventieve maatregelen om bestaande gebouwen te beschermen tegen schade door overstromingen’, zoals deze hieronder hernomen wordt;
4° voor de aanvang van de werken, wordt voor het gebouw een waterveiligheidsstudie opgemaakt;
5° voor alle werken worden de vereiste vergunningen verkregen;
6° het gebouw is afgekoppeld.
§ 1. Binnen de perken van de daartoe in het meerjarenplan van de gemeente voorziene ramingen, stelt de gemeente een deskundige aan die de begunstigde begeleidt bij de voorbereiding en de uitvoering van de individuele waterpreventieve.
§ 2. Voor de aanvang van de werken stelt de deskundige voor het betrokken gebouw een waterveiligheidsstudie op.
§ 3. De werken worden uitgevoerd in overeenstemming met de door de deskundige opgestelde waterveiligheidsstudie.
§ 4. Tijdens en na de werken kan de gemeente op elk ogenblik de goede uitvoering van de werken controleren.
§ 1. De subsidie kan aangevraagd worden door de begunstigden bedoeld in art. 3.
§ 2. Het subsidieaanvraagdossier bevat op straffe van onontvankelijkheid volgende stukken:
1° een volledig en correct ingevuld subsidieaanvraagformulier (online te vinden op de website van de gemeente);
2° een bewijs van eigendom, mede-eigendom, huurovereenkomst, pacht, vruchtgebruik of opstal van het betreffende gebouw. Dit bewijs kan ook bestaan uit een verklaring op eer in combinatie met een controle van de kadastrale eigendomsgegevens door de gemeente.
3° de nodige omgevingsvergunningen (als die vereist zijn voor de uitvoering van de individuele waterpreventieve maatregelen);
4° scans van de originele aankoop- en installatiefacturen (bestelbonnen zijn onvoldoende). Hierop worden de uitgevoerde werken voldoende duidelijk omschreven en worden ze gescheiden van eventuele niet-subsidiabele werken;
5° het bewijs van uitvoering van zichtbare en niet-zichtbare maatregelen (overzichtsfoto’s van het gebouw, foto’s van vóór, tijdens en na de werken);
6° indien van toepassing, een bewijs van volmacht of beslissing van het bevoegde orgaan voor het indienen van de subsidieaanvraag;
7° i.g.v. een feitelijke vereniging wordt bij de volmacht de toestemming van de leden gevoegd om het subsidiebedrag te storten op de post- of bankrekening van de persoon die de aanvraag indient.
§ 3. Het subsidieaanvraagdossier wordt op straffe van verval ingediend ten laatste 3 maanden na de datum van de laatste factuur.
§ 4. Een onvolledige subsidieaanvraag wordt vervolledigd binnen een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de vraag tot vervollediging.
§ 5. Het subsidieaanvraagdossier wordt digitaal ingediend op een van de volgende manieren:
1° ofwel online via de website van de gemeente. In dit geval komt de datum van ontvangst overeen met de datum van registratie in het aanvraagsysteem;
2° ofwel per mail naar openbare.werken@herne.be .In dit geval komt de datum van ontvangst overeen met de datum van ontvangst op de mailserver van de gemeente.
§ 6. Indien de aanvrager geen digitaal dossier kan indienen, kan het subsidieaanvraagdossier uitzonderlijk ingediend worden tegen ontvangstbewijs tijdens de openingsuren van het gemeentehuis.
§ 1. Het college van burgemeester en schepenen toetst elke aanvraag aan de bepalingen van dit reglement en beslist over het al dan niet toekennen van de subsidie.
§ 2. Het college van burgemeester en schepenen beoordeelt de aanvragen in volgorde van indiening en tot uitputting van de hiervoor in het meerjarenplan van de gemeente voorziene budgetten.
§ 3. Het gemeentebestuur kan bijkomende informatie opvragen of een plaatsbezoek afleggen.
§ 1. Enkel de uitvoering van individuele waterpreventieve maatregelen die noodzakelijk en effectief zijn om het gebouw te beschermen tegen waterschade door het overstromen van een waterloop, het overlopen van of opstuwing vanuit de riolering, of een overstroming door afstromend hemelwater, komen in aanmerking voor subsidie.
Volgende maatregelen komen bijvoorbeeld in aanmerking :
1° installeren van waterkeringsschotten;
2° waterdicht maken van buitengevels;
3° plaatsen van terugslagkleppen;
4° afkoppelen van regenwaterafvoeren;
5° installeren van bufferputten;
6° installeren van pompen of pompputten;
7° installeren van overlaten of overdrukventielen op regenwaterafvoeren;
8° waterdicht verankeren van putdeksels;
9° aanpassen van verluchtingsopeningen;
10° waterdrukbestendig maken van schrijnwerk;
11° installeren van waterkeringen;
12° herprofileren van het terrein;
13° aankopen van opblaasbare ballonnen om afvoerpunten of rioleringsbuizen tijdelijk af te sluiten.
§ 2. De lijst in § 1 is niet limitatief. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen een subsidie toe te kennen indien uit de voorafgaande waterveiligheidsstudie blijkt dat andere werken noodzakelijk zijn om de woning te beschermen tegen schade door overstromingen.
§ 1. Het toegekende subsidiebedrag bedraagt maximaal 80% van de bij de beoordeling aanvaarde kosten voor de uitvoering van individuele waterpreventieve maatregelen, met een maximum van 7.500 euro per woning.
§ 2. De individuele waterpreventieve maatregelen worden uitgevoerd door een aannemer die marktconforme prijzen hanteert. De kostenraming uit de voorafgaande waterveiligheidsstudie kan hierbij als leidraad dienen. Als de prijzen van de uitgevoerde maatregelen abnormaal hoog liggen, zal de gemeente dit onderzoeken. Bij misbruik kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om de uitgevoerde maatregelen niet of slechts gedeeltelijk te subsidiëren.
Indien de begunstigde de werken zelf uitvoert, komt enkel de aankoopprijs van de gebruikte materialen in aanmerking voor subsidiëring.
§ 3. De gemeente opteert voor de meest kostenefficiënte uitvoering van de noodzakelijke individuele waterpreventieve maatregelen. Wanneer toch een duurdere uitvoering of afwerking wordt gekozen, berekent het college van burgemeester en schepenen het subsidiebedrag op basis van de kostenraming uit de voorafgaande waterveiligheidsstudie in plaats van op basis van de factuur.
§ 4. De subsidie verleend op grond van dit reglement kan gecumuleerd worden met andere subsidies voor het scheiden van hemel- en afvalwater, het installeren van een hemelwaterput of een infiltratievoorziening.
Het gecumuleerd bedrag van de gemeentelijke subsidie en subsidies van derden mag niet meer dan 100% van de aanvaarde subsidiabele kosten bedragen. In voorkomend geval zal de gemeentelijke subsidie verminderd worden tot dit maximum wordt bereikt.
§ 1. De subsidie wordt volledig vereffend bij toekenning.
§ 2. De subsidie wordt overgeschreven op de door de aanvrager vermelde post- of bankrekening die op naam staat van de begunstigde.
Wanneer de begunstigde een feitelijke vereniging is, wordt de subsidie overgeschreven op de post- of bankrekening van de persoon die de subsidie aanvraagt. In dat geval wordt bij de volmacht de toestemming gevoegd van de leden van de feitelijke vereniging om de subsidie te storten op de desbetreffende post- of bankrekening.
§ 1. De eigenaars, mede-eigenaars, huurders, vruchtgebruikers, pachters of opstalhouders moeten de individuele waterpreventieve maatregelen als een goede huisvader in stand houden, beheren en onderhouden.
§ 2. Bij verkoop van een gebouw waaraan gesubsidieerde individuele waterpreventieve maatregelen werden uitgevoerd, moet in de notariële akte opgenomen worden dat de nieuwe eigenaar de individuele waterpreventieve materialen als een goede huisvader moet in stand houden, beheren en onderhouden.
§ 1. De subsidies worden voorwaardelijk toegekend.
§ 2. Het college van burgemeester en schepenen kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien de begunstigde:
1° een of meerdere bepalingen van dit reglement niet naleeft;
2° onjuiste of onvolledige gegevens aan het gemeentebestuur meedeelt.
Art. 13 - Staatssteun
Vooraleer de aanvrager een subsidieaanvraag in het kader van dit reglement indient, dient de aanvrager er zich van te vergewissen, dat deze subsidie conform met de Europese staatssteunreglementering is, meer bepaald conform is met de artikelen 107; 108 en 109 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU).
Iedere aanvrager wordt geacht zelf en op eigen risico te onderzoeken of de subsidie als staatssteun in de zin van artikel 107 (1) VWEU moet worden gekwalificeerd. Door de aanvraag in te dienen, verklaart de aanvrager derhalve dat als de subsidie wordt toegekend deze niet als staatssteun moet worden gekwalificeerd en/of deze steun verenigbaar is met de interne markt.
De gemeente is niet verantwoordelijk voor een aanvraag die bovenvermelde staatssteunregels miskent.
Dit reglement staat autonoom ten opzichte van het document 'Premie Waterpreventieve Maatregelen'. Dit houdt in dat de bepalingen van dit reglement onafhankelijk zijn van die in het genoemde document en dat er geen bepalingen worden opgeheven door dit reglement. Beide documenten blijven volledig van kracht en worden afzonderlijk toegepast
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2025.