Artikel 32 van het decreet lokaal bestuur
Ontwerpnotulen van 27 november 2024
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de notulen, zoals voorgelegd door de algemeen directeur, goed te keuren.
Artikel 1 : De notulen van 27 november 2024 worden goedgekeurd.
Artikel 2 : Deze notulen worden elektronisch ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Artikel 3 : Deze beslissing zal voor passend gevolg overgemaakt worden aan de dienst secretariaat.
Artikel 32 decreet lokaal bestuur
Zittingsverslag van 27 november 2024
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van het zittingsverslag, zoals voorgelegd door de algemeen directeur.
Artikel 1 : De gemeenteraad neemt kennis van het zittingsverslag van 27 november 2024.
Artikel 2 : Deze beslissing zal voor passend gevolg overgemaakt worden aan de dienst secretariaat.
Artikel 49 decreet lokaal bestuur
Artikel 42-45 en 49 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld kennis te nemen van het ontslag van schepen Carina Ricour.
Aan de verplichting van het decreet dat het college van burgemeester en schepenen dient te bestaan uit personen van verschillend geslacht blijft voldaan.
Bijgevolg wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om in toepassing van artikel 49§1, eerste lid niet over te gaan tot het invullen van het opengevallen schepenmandaat.
Artikel 1: Kennis te nemen van het ontslag van schepen Carina Ricour.
Artikel 2: In toepassing van artikel 49§1, eerste lid niet over te gaan tot het invullen van het opengevallen schepenmandaat.
Besluit van de gemeenteraden van Galmaarden, Gooik en Herne van 21 december 2023 houdende de definitieve beslissing tot vrijwillige fusie.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om kennis te nemen van het syntheseverslag van december 2024 i.v.m. de werkzaamheden van de stuurgroep en van het team fusie.
Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van het syntheseverslag van december 2024.
artikel 40 en 41 decreet over het lokaal bestuur.
Besluit van de gemeenteraad van 24 februari 2021 houdende de vaststelling van het reglement werkingssubsidies welzijn
Besluit van de gemeenteraad van 23 juni 2021 houdende delegatie toekenning subsidies niet opgenomen in een reglement en niet nominatief vastgesteld door de gemeenteraad,
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41, 350 en 351
Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2024 houdende de definitieve beslissing tot vrijwillige fusie van gemeente Galmaarden, gemeente Gooik en gemeente Herne
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om in te stemmen met het opheffen van de volgende reglementen:
1° Reglement werkingssubsidies welzijn, goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 februari 2021
2° Delegatie toekenning subsidies niet opgenomen in een reglement en niet nominatief vastgesteld door de gemeenteraad, vastgesteld door de gemeenteraad op 23 juni 2021
3° Subsidiereglement voor het in stand houden van nestgelegenheden voor huis- en boerenzwaluwen vastgesteld dor de gemeenteraad op 27 april 2011
4° Gemeentelijke premie voor inbraakpreventie vastgesteld door de gemeenteraad van 25 maart 2009
Artikel 1.- De volgende reglementen worden opgeheven:
1° Reglement werkingssubsidies welzijn, goedgekeurd door de gemeenteraad van 24 februari 2021
2° Delegatie toekenning subsidies niet opgenomen in een reglement en niet nominatief vastgesteld door de gemeenteraad, vastgesteld door de gemeenteraad op 23 juni 2021
3° Subsidiereglement voor het in stand houden van nestgelegenheden voor huis- en boerenzwaluwen vastgesteld dor de gemeenteraad op 27 april 2011
4° Gemeentelijke premie voor inbraakpreventie vastgesteld door de gemeenteraad van 25 maart 2009
Artikel 2.- Aanvragen die uiterlijk op 31 december 2024 op basis van één van bovenstaande reglementen gebeurd zijn en nog niet zijn afgerond, worden verder verwerkt volgens de bepalingen van de reglementen die op het moment van de aanvraag van toepassing waren.
Artikel 3.- Dit besluit tot opheffing van bovenstaande reglementen treedt in werking op 1 januari 2025.
artikel 40 en 41 decreet over het lokaal bestuur
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 77, 350 en 351.
Het besluit van de gemeenteraad van 21 december 2024 houdende de definitieve beslissing tot vrijwillige fusie van gemeente Galmaarden, gemeente Gooik en gemeente Herne
Het besluit van de gemeenteraad van 23 september 2015 houdende de vaststelling van het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1/1/2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Aan de raad wordt voorgesteld om het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 23 september 2015 uit te breiden tot de inwoners van Galmaarden en Gooik en bijgevolg de volgende aanpassingen door te voeren in het gebruikersreglement gemeentelijke infrastructuur.
Art. 1: b) Terminologie
In dit reglement verstaan we onder;
- CBS: het college van burgemeester en schepenen van Herne, Galmaarden of Gooik;
- erkende gemeentelijke vereniging: een vereniging die door het CBS van Herne, Galmaarden of Gooik erkend werd na advies van de desbetreffende adviesraad.
Art. 2 Bestemming en gebruikers
Het gemeentebestuur van Galmaarden, Gooik en Herne (met inbegrip van gemeentelijke adviesraden, beheersorganen, administratieve diensten, evenals het OCMW-bestuur en zijn administratieve diensten) heeft bij voorrang en in eerste orde een prioriteitsrecht voor het gratis gebruik van de infrastructuur voor het inrichten van eigen activiteiten en activiteiten die zij ondersteunt
Art. 6 Gebruikers - Het gebruik van de infrastructuur is beperkt tot de gebruiker, activiteit, periode en plaats, zoals bepaald op het aanvraagformulier.
- Iedere erkende vereniging van Herne krijgt bij een eerste gebruik van het Dominicanessenklooster het gevraagde lokaal gratis ter beschikking.
Categorieën gebruikers:
Categorie 0 gemeentelijke diensten van Galmaarden, Gooik en Herne, adviesraden, OCMW, politiezone Pajottenland, initiatieven i.s.m. de gemeente
Categorie A erkende Hernse verenigingen, alle onderwijsinstellingen gevestigd in Galmaarden, Gooik en Herne en de bijhorende school- en /of oudercomités, rusthuizen op het grondgebied van Galmaarden, Gooik en Herne.
Categorie B Inwoners uit Galmaarden, Gooik en Herne en niet erkende Hernse verenigingen uit Galmaarden, Gooik en Herne.
Categorie C Inwoners en verenigingen buiten Galmaarden, Gooik en Herne
Art. 7 Gebruik
Het afval dient gesorteerd te worden volgens de gangbare normen en wordt in vuilzakken van de gemeente gedaan (oranje voor afval, blauwe voor PMD). De zakken Het afval dient door de gebruiker meegenomen te worden. Erkende Hernse verenigingen kunnen via de milieudienst een afvalcontainer huren.
De gebruiker dient de volgende benodigdheden mee te brengen: afwaszeep, vaatdoeken, vuilniszakken van de gemeente Herne (oranje voor afval, blauwe voor PMD) toiletpapier,
Art. 13 Aansprakelijkheid
Het gemeentebestuur van Galmaarden, Gooik en Herne kan niet aansprakelijk gesteld worden voor ongevallen ten gevolge van het gebruik van de aanwezige infrastructuur en accommodatie.
Artikel 1: De raad keurt de voorgestelde aanpassingen van het reglement goed.
Artikel 2: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 40 en 41 decreet lokaal bestuur
Het decreet lokaal bestuur, artikel 20, 22, 29 §3, 32, 34, 36 §5, 38, 40, 41, 285-288, 330-334
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2019 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad.
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1/1/2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
De bepalingen van het huishoudelijk reglement van de 3 gemeenteraden, wijken van elkaar af. Om onder een uniforme regeling te starten, wordt voorgesteld om het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad van Galmaarden tijdelijk te laten doorlopen. In de loop van 2025 zal dit huishoudelijk reglement opnieuw ter evaluatie en goedkeuring voorgelegd worden aan de nieuw geïnstalleerde gemeenteraad.
Artikel 1: Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, dat als bijlage integraal deel uitmaakt van dit besluit, wordt goedgekeurd en treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Artikel 2: Het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2019 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 3: Elk lid van de gemeenteraad ontvangt een afschrift van het huishoudelijk reglement.
Artikel 4: Het huishoudelijk reglement wordt bekendgemaakt via de gemeentelijke website.
Artikel 40 en 41 decreet lokaal bestuur
Het decreet lokaal bestuur, artikel 285-288, 303 en 330-334
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Het gemeenteraadsbesluit van 27 maart 2013 houdende de vaststelling van het reglement klachtenbehandeling
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1/1/2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Het bestuur beschouwt een klacht als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Het bestuur vindt het belangrijk dat elke indiener weet dat hij of zij met zijn of haar klacht bij hen terecht kan en dat elke klacht op een objectieve, klantvriendelijke en grondige manier zal behandeld worden.
Het decreet lokaal bestuur artikel 302 en 303 bepaalt dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement een systeem van klachtenbehandeling organiseert. Het systeem van klachtenbehandeling wordt zowel voor de gemeente als voor het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn georganiseerd op het ambtelijke niveau en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het lokaal bestuur.
Het bestuursdecreet, Afdeling 2 (art. 75-85) en afdeling 3 (art. 86 – 87) legt de verdere minimale bepalingen vast.
Artikel 1: Het reglement klachtenbehandeling en klachtenprocedure wordt goedgekeurd volgens de hierna vermelde tekst.
Artikel 2: Het gemeenteraadsbesluit van 27 maart 2013 houdende goedkeuring van de klachtenprocedure wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2025.
Het bestuur beschouwt een klacht als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Het bestuur vindt het belangrijk dat elke indiener weet dat hij of zij met zijn of haar klacht bij hen terecht kan en dat elke klacht op een objectieve, klantvriendelijke en grondige manier zal behandeld worden.
Het decreet lokaal bestuur artikel 302 en 303 bepaalt dat zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn bij reglement een systeem van klachtenbehandeling organiseert. Het systeem van klachtenbehandeling wordt zowel voor de gemeente als voor het openbaar centrum van maatschappelijk welzijn georganiseerd op het ambtelijke niveau en is maximaal onafhankelijk van de diensten waarop de klachten betrekking hebben. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn over de klachten ingediend tegen het lokaal bestuur.
Het bestuursdecreet, Afdeling 2 (art. 75-85) en afdeling 3 (art. 86 – 87) legt de verdere minimale bepalingen vast.
§ 1. Een klacht is een manifeste uiting van ontevredenheid van een gebruiker van de dienstverlening bij het lokaal bestuur in verband met een handeling of prestatie die het bestuur al dan niet heeft verricht.
§ 2. Een klacht kan betrekking hebben op het handelen van zowel personeelsleden als van politieke mandatarissen (burgemeester, schepenen, raadsleden, voorzitter van de gemeenteraad en van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn).
§ 3. Een klacht kan betrekking hebben op:
Het foutief verrichten van een handeling of prestatie. Het onvriendelijk of onbeleefd verrichten van een handeling. Het afwijken van de vastgelegde of gebruikelijke werkwijze. Het niet of laattijdig uitvoeren van een handeling of prestatie.
Een ‘handeling of prestatie’ kan zowel betrekking hebben op:
§ 4. Vragen om informatie, meldingen, suggesties, beroepen, bezwaren of petities, worden niet beschouwd als klachten. Meldingen worden behandeld via het meldpunt op de gemeentelijke website.
Voor beroepen en bezwaarschriften dienen de wettelijk omschreven procedures te worden gevolgd.
§ 5. Deze klachtenprocedure is niet van toepassing op algemene klachten over de regelgeving, algemene klachten over het (al dan niet) gevoerde beleid of klachten over beleidsvoornemens of verklaringen. Dergelijke klachten zullen geregistreerd worden en doorgestuurd naar de bevoegde mandataris.
§ 6. Dit reglement is niet van toepassing op klachten waarvoor een specifieke procedure is voorzien in de wetgeving (onder meer pesten op het werk, ongewenst seksueel gedrag.
Elke gebruiker van de dienstverlening van het lokaal bestuur kan een klacht indienen. Het kan gaan om een inwoner, bezoeker, vereniging of bedrijf. Ook een personeelslid van het lokaal bestuur kan een klacht uiten op basis van dit reglement.
Een klacht kan op verschillende manieren worden ingediend:
De deskundige beleidsondersteuning is de klachtencoördinator. Bij zijn/haar afwezigheid treedt de algemeen directeur op als klachtencoördinator. De klachtencoördinator registreert de klachten en verwijst ze voor behandeling door naar een klachtenbehandelaar, afhankelijk van de aard van de klacht. De klachtencoördinator behandelt inhoudelijk zelf geen klachten, maar ziet er wel op toe dat de behandeling van de klacht conform de klachtenprocedure verloopt.
Wanneer een klacht bij een medewerk(st)er van het lokaal bestuur terechtkomt, stuurt hij/zij de klacht door naar de klachtencoördinator voor registratie:
Nadat de klachtencoördinator de klacht heeft ontvangen, registreert hij deze (ongeacht
of ze wel of niet ontvankelijk is) met de volgende gegevens:
Nadat de klacht is afgehandeld registreert hij:
§ 1. De klachtencoördinator voert het ontvankelijkheidsonderzoek uit. De klacht is onontvankelijk als:
De klacht anoniem is ingediend, vermelding van naam en adres zijn minimaal vereist.
§ 2. Onontvankelijke klachten vereisen geen verdere behandeling volgens de klachtenprocedure.
De klachtencoördinator deelt aan de klager, binnen de 10 werkdagen, met een gemotiveerde brief mee waarom de klacht als onontvankelijk wordt beschouwd. Als de reden is dat de klacht gaat over zaken die niet tot de bevoegdheid van het lokaal bestuur behoren, verwijst de brief de klager door naar de instantie die zijn klacht kan behandelen.
§ 3. Als de klacht betrekking heeft op een aangelegenheid waarbij verschillende overheidsinstanties betrokken zij n, wijzen die overheidsinstanties in gezamenlijk overleg een coördinerende overheidsinstanties aan die verantwoordelijk is voor de opvolging van de klacht.
De klachtencoördinator bezorgt de ontvankelijke klacht aan de klachtenbehandelaar (zie artikel 8).
Als blijkt dat de klachtenbehandelaar de klacht binnen de 8 werkdagen kan oplossen (een oplossing, compromis, maatregel kan voorstellen) én de klager is akkoord met deze oplossing, dan moet de klacht niet meer formeel opgevolgd worden. De schriftelijk bevestiging van de klager (akkoord met oplossing), moet aan de klachtencoördinator bezorgd worden en toegevoegd worden aan de registratie.
Lukt dit niet, dan stuurt de klachtencoördinator, binnen de 10 werkdagen na ontvangst van de klacht, een antwoordbrief of antwoordmail naar de klager die in elk geval de volgende elementen vermeldt:
De klachten behandelaar is niet (rechtstreeks) bij de feiten betrokken en is:
o Bij een klacht tegen een dienst of tegen een medewerker van een dienst: de coördinator
o Bij een klacht tegen de coördinator: de algemeen directeur of adjunct-algemeen directeur
o Bij interne klachten: de algemeen directeur
o Bij een klacht tegen de algemeen directeur/adjunct-algemeen directeur/financieel directeur: college van burgemeester en schepenen.
o Bij een klacht tegen een politiek mandataris: de algemeen directeur die ze voorlegt aan een deontologische commissie.
De klachtenbehandelaar houdt bij de klachtenbehandeling maximaal rekening met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
§ 1. De klachtenbehandelaar is verantwoordelijk voor het inhoudelijke onderzoek en het beoordelen van de klacht. Hij/zij gaat zo nodig bij de medewerker uitleg vragen over de feiten waarover geklaagd wordt en neemt de conclusies van het gesprek op in een verslag.
De klachtenbehandelaar bezorgt het verslag met motivering en een ontwerp van antwoord brief aan de klachtencoördinator en aan de algemeen directeur binnen de 25 werkdagen na het ontvangen van de klacht van de klachtencoördinator.
De klachtencoördinator gaat na of de klachtenbehandelaar een neutrale houding heeft aangenomen in het behandelen van de klacht. Na goedkeuring door de klachtencoördinator
stuurt deze, binnen de 10 werkdagen, aan de klager een antwoord brief met de conclusies van het onderzoek. Bij gegronde of deels gegronde klachten wordt indien van toepassing een oplossing, compromis of maatregel geformuleerd, na goedkeuring door het bevoegde orgaan.
De klachtenbehandelaar ziet toe op de uitvoering van de beslissing.
§ 2. Indien de termijn voor behandeling van een klacht omwille van specifieke omstandigheden (bv. afwezigheid wegens ziekte, beslissing van bevoegd orgaan nodig, ...) niet kan worden gerespecteerd, neemt de klachtencoördinator binnen de 45 werkdagen contact op met de indiener om hem of haar te informeren over de stand van zaken en een nieuwe planning af te spreken. De termijn kan gemotiveerd tot maximaal 90 werkdagen verlengd worden.
De klachtencoördinator brengt het rapport in het systeem in en de klacht wordt als afgehandeld beschouwd.
Het lokaal bestuur beschouwt klachten als een kans om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren. Voor elke gegronde klacht worden, door de algemeen directeur, maatregelen getroffen of afspraken gemaakt om te voorkomen dat hetzelfde probleem zich zou herhalen.
Indien het een beleidsprobleem betreft, wordt de klacht voorgelegd aan het bevoegde orgaan dat eventueel structurele wijzigen kan aanbrengen aan het beleid.
Alle personeelsleden/organen die bij de behandeling van een klacht betrokken zijn, zijn tot geheimhouding verplicht.
Volgens artikel 79 in het bestuursdecreet geldt de indiening van een klacht als een toestemming voor de overheidsinstantie, vermeld in If. 74, eerste lid, om de gegevens in het kader van de klachtenbehandeling te verwerken, meer bepaald om de naam van indiener en het voorwerp van de klacht bekend te maken bij het personeelslid of de dienst tegen wie de klacht gericht is of bij andere betrokken overheidsinstanties, behalve als de indiener zich daartegen verzet.
De indiener kan, conform het decreet van 7 juli 1998 houdende instelling van de Vlaamse Ombudsdienst, een klacht indienden bij de Vlaamse Ombudsdienst:
Jaarlijks wordt een verslag opgemaakt en aan de gemeenteraad gerapporteerd.
Het reglement klachtenbehandeling gemeente treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Artikel 40 en 41 decreet lokaal bestuur
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41,2°, 285-288, 330-334
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1/1/2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
De gemeentelijke waardebon wordt ingezet ter ondersteuning van de lokale handel en horeca. De waardebon is een troef om inwoners en consumenten aan te zetten tot lokaal koopgedrag. Hierdoor bieden we extra zuurstof voor onze lokale ondernemers in tijden van een sterk veranderend detailhandelslandschap waarbij de lokale handel onder druk staat. Dit reglement regelt de aankoop, toewijzing en het gebruik met de bijhorende modaliteiten van de gemeentelijke waardebon.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het reglement goed te keuren.
Artikel 1: De gemeenteraad keurt het reglement over de aankoop, de toewijzing en het gebruik van de gemeentelijke waardebon goed volgens de tekst gevoegd bij dit besluit.
Artikel 2: Dit gemeentelijk reglement treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van artikel 285 e.v. decreet lokaal bestuur.
ARTIKEL 1: DOEL
Het lokaal bestuur wenst de lokale handelaars te ondersteunen, te promoten en impulsen te geven aan de inwoners om lokaal te winkelen door het uitgeven van een gemeentelijke waardebon.
ARTIKEL 2: WAARDE VAN DE BON
De waardebon kan uitgegeven worden in de waarden van 10 en 25 euro.
ARTIKEL 3: GELDIGHEIDS- EN AANVAARDINGSVOORWAARDEN
De waardebon heeft een geldigheidsduur van 12 maanden vanaf uitgiftedatum. De uitgiftedatum wordt op de waardebon vermeld. De waardebon kan na het verlopen van de geldigheidsduur niet omgeruild worden en evenmin aanvaard worden door de aangesloten ondernemers.
Enkel de originele bonnen worden aanvaard. De bon is inwisselbaar aan toonder voor de tegenwaarde van de “aankoop bij de aangesloten handels- en horecazaken”. Hij is niet inwisselbaar voor contanten of een ander betaalmiddel, zelfs niet gedeeltelijk, noch bij het lokaal bestuur, noch bij de aangesloten ondernemer.
De ondernemer beslist zelf over de mogelijkheid tot cumulatie met andere aankoop- of kortingsbonnen en over het al dan niet teruggeven van wisselgeld bij een lager aankoopbedrag.
De waardebonnen moeten gedurende het hele jaar aanvaard worden.
Artikel 4: OPMAAK VAN DE BON
Elke waardebon heeft een unieke identificatiecode. Elke waardebon heeft een speciale spotlaklaag om namaak en fraude tegen te gaan. Het ontwerp van de bon is eigendom van het lokaal bestuur. Namaak is verboden.
De waardebon wordt niet vervangen in geval van verlies, diefstal of beschadiging.
Artikel 5: TOEKENNINGSVOORWAARDEN BIJ PREMIES
Het college van burgemeester en schepenen kan ervoor opteren om de waardebonnen te gebruiken voor het toekennen van premies.
Dit o.a. voor:
Het college van burgemeester en schepenen is bevoegd tot het vaststellen van de lijst van evenementen of gebeurtenissen die aanleiding geven tot het toekennen van een gemeentelijke waardebon. De tussenkomst via gemeentelijke waardebonnen voor welke activiteit dan ook is beperkt tot een maximum van 500 euro.
De waardebonnen kunnen door de burger ook rechtstreeks bij het lokaal bestuur worden aangekocht om die te zelf te gebruiken of cadeau te doen voor een lokale aankoop.
Artikel 6: KOSTEN
Het lokaal bestuur draagt alle kosten voor het invoeren van de waardebon zoals het drukken van de bon, de publiciteit, communicatie, administratie en financiële opvolging tot uitbetaling.
Er worden geen kosten aangerekend aan de deelnemende handelaars. Deelname is gratis.
Info en voorwaarden over deze waardebon worden eveneens gepubliceerd op de gemeentelijke website.
Artikel 7: VOORWAARDEN VOOR INSCHRIJVING EN DEELNAME
De waardebon kan enkel gebruikt worden bij een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die respectievelijk als zelfstandige ondernemer of als onderneming is ingeschreven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen voor activiteiten die als voorwerp detailhandel en horeca aangeboden aan de consument (B2C) hebben. De onderneming, waar met de waardebon kan betaald worden, dient haar vestiging te hebben op het grondgebied.
Bovendien kan de waardebon enkel worden gebruikt op voorwaarde dat de handelaar zich vooraf heeft aangemeld bij het lokaal bestuur voor deelname. Door deel te nemen verklaart de handelaar zich ook automatisch akkoord met de voorwaarden voor het gebruik van de waardebon zoals omschreven in dit reglement.
Er kan op ieder moment worden toegetreden tot het systeem. Alle deelnemende handels- en horecazaken worden vermeld op een deelnamelijst, die gepubliceerd wordt op de gemeentelijke website.
Elke wijziging in deelname of ondernemingsgegevens moeten schriftelijk gemeld worden bij het lokaal bestuur.
Als een handelaar niet meer wenst deel te nemen aan het systeem, dan dient hij dit schriftelijk te melden bij het lokaal bestuur. De handelaar verbindt er zich toe, behoudens in geval van overmacht, tot drie maanden na deze melding de reeds uitgeschreven bonnen te blijven aanvaarden.
Artikel 8: UITBETALING AAN DE DEELNEMENDE HANDELAAR
De handelaar:
- Kan de ontvangen bonnen tot uiterlijk 3 maanden na de vervaldatum binnenbrengen bij het lokaal bestuur. Na het verstrijken van deze termijn (vervaldatum van 1 jaar + inlevertermijn van 3 maanden) worden er in geen enkel geval bonnen aangenomen voor terugbetaling.
- Gebruikt voor de uitbetaling het formulier op de gemeentelijke website, samen met de te innen waardebonnen.
- Kan tijdens de openingsuren aan het onthaal terecht voor de aanvraag tot uitbetaling of maakt hiervoor een afspraak tijdens de werkuren.
De financiële dienst betaalt de waarde van de binnengebrachte bonnen via overschrijving op rekeningnummer aan de handelaar uit binnen de maand na ontvangst van het aanvraagformulier en de bonnen. Er worden geen administratiekosten aangerekend.
Artikel 9: STOPZETTING
Het lokaal bestuur kan te allen tijde beslissen deze waardebon niet langer aan te bieden. De nog in omloop zijnde waardebonnen worden in dat geval behandeld conform dit reglement.
Artikel 10: BETWISTINGEN EN OVERTREDINGEN
Strafrechtelijke overtredingen worden behandeld door de bevoegde rechtbank. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over alle andere betwistingen en discussies.
artikel 40 en 41 decreet lokaal bestuur.
De wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zoals later gewijzigd,
De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, zoals later gewijzigd.
De algemene onderrichtingen betreffende de aflevering van de elektronische identiteitskaarten. De gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994, in het bijzonder artikel 173 over de invoering van een belasting.
Het koninklijk besluit van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder te twaalf jaar.
Het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Het ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies .
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen & latere wijzigingen.
Het ministerieel besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen, zoals laatst gewijzigd door het ministerieel besluit van 5 juli 2022.
Koninklijk Besluit van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2,§ 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en haar latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40 § 3 over de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad.
De wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, inzonderheid de artikelen 61 t.e.m. 69 en titel III (Diverse wijzigingen inzake het naamrecht).
De bevoegdheid tot voornaamswijziging is met ingang van 01 augustus 2018 van de Minister van Justitie overgegaan naar de ambtenaar van de burgerlijke stand en het overeenkomstige registratierecht bedoeld in artikel 249 §1 Wetboek registratierechten werd vanaf die datum geschrapt.
Restricties op de retributie voor (voor)naamswijziging: .
- De retributie voor naamswijziging in het kader van transgender mag niet hoger zijn dan 10 % van het normale tarief (artikel 63 § 2 en artikel 120 § 2 van vermelde wet van 18 juni 2018) .
- Van retributie zijn vrijgesteld de personen van vreemde nationaliteit die een verzoek tot verkrijging van de Belgische nationaliteit indienen en die niet beschikken over een voornaam (artikel 11bis, artikel 15 en artikel 17 Wetboek van de Belgische nationaliteit).
De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
Het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, zoals later gewijzigd.
Koninklijk besluit van 24 december 2020 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen betreffende de begunstigden van het akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
Wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken over de naam na afstammingswijziging.
Wet van 7 januari 2024 tot wijziging van het Oud Burgerlijk Wetboek en het Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten teneinde de procedure voor de naamsverandering te versoepelen.
Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2023 over de definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld retributiereglement voor het afleveren van administratieve stukken en voor opzoekingswerk 2025 goed te keuren
De ontvangsten ingevolge deze retributie zijn voorzien in het eenjarig meerjarenplan 2025 onder jaarbudgetrekening
GBB/0600-00/7000001 en zijn noodzakelijk voor het behoud van een gezonde financiële toestand van de gemeente.
Artikel 1.- Er wordt vanaf l januari 2025 tot en met 31 december 2025 een gemeentelijke retributie geheven op het afleveren van de hieronder vermelde administratieve stukken en opzoekingswerk.
Artikel 2.- Het bedrag van de retributie op het afleveren van administratieve stukken burgerzaken wordt als volgt vastgesteld:
- voor de afgifte van elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar (Kids-lD):
° gewone aanvraag, aanvraag tot hernieuwing, aanvraag na diefstal en verlies: aanmaakloon federale overheid;
° aanvraag via spoedprocedure: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 5 euro.
- voor de afgifte van elektronische en biometrische identiteitskaarten en verblijfsdocumenten :
° gewone aanvraag, aanvraag tot hernieuwing: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 5 euro;
° aanvraag na diefstal en verlies: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 8 euro;
° aanvraag via spoedprocedure: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 10 euro.
- voor de afgifte van attesten immatriculatie:
° gewone aanvraag, aanvraag tot hernieuwing, aanvraag na diefstal en verlies van attest immatriculatie: 5 euro.
- voor de afgifte van reispassen:
° gewone aanvraag, aanvraag tot hernieuwing, aanvraag na diefstal en verlies: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 5 euro;
° aanvraag via spoedprocedure: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 10 euro.
- voor de afgifte van Europese rijbewijzen:
° gewone aanvraag, aanvraag tot hernieuwing, aanvraag na diefstal en verlies en aanvraag voorlopige rijbewijzen: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 5 euro;
° aanvraag tot hernieuwing van een rijbewijs om medische redenen voor personen met een fysieke of geestelijke beperking: gratis.
- voor de afgifte van internationale rijbewijzen:
° gewone aanvraag, aanvraag tot hernieuwing, aanvraag na diefstal en verlies: aanmaakloon federale overheid verhoogd met 9 euro.
Artikel 3.- Voor opzoekingswerk uitgevoerd door gemeentepersoneel in de bevolkingsregisters en registers van burgerlijke stand, voor genealogische, historische of wetenschappelijke doeleinden is een retributie verschuldigd ten bedrage van € 25,- per begonnen halfuur. Opzoekingen in de bevolkingsregisters jonger dan 120 jaar en de registers van burgerlijke stand, overlijdens jonger dan 50 jaar, huwelijken jonger dan 75 jaar, geboortes jonger dan 100 jaar, kunnen enkel uitgevoerd worden mits voorlegging van een schriftelijke toestemming van de persoon zelf of, indien overleden, een erfgenaam.
Artikel 4.- Voor het wijzigen van de voor-of familienaam wordt een retributie gevraagd van € 100.
Transgenders betalen maar 10% van deze retributie.
Artikel 5.- De retributie is verschuldigd door de aanvrager en contant betaalbaar bij het afleveren van het stuk of het afleveren van het opzoekingswerk.
Artikel 6.- Dit reglement vervangt vanaf haar inwerkingtreding het reglement retributie op de retributie op de afgifte van rijbewijzen aangenomen door de gemeenteraad van de gemeente Herne op 21 december 2023;alsook de retributie op het afleveren van administratieve stukken en opzoekingen aangenomen op de gemeenteraad van Herne op 21 december 2023 en de belastingen op de afgifte van sommige administratieve documenten en getuigschriften aangenomen door de gemeenteraad van Herne op 21 december 2023.
Artikel 7.- Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Artikel 8.- Dit reglement wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake bekendgemaakt.
Artikel 40 en 41 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het decreet lokaal bestuur, artikel 40, 41,2°, 285-288, 330-334
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen en later wijzigingen
Het bestuursdecreet van 7 december 2018 en latere wijzigingen
Artikel 165 van het Burgerlijk Wetboek
Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.
Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.
Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.
Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.
De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.
Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1/1/2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.
Om een vlot verloop van huwelijksplechtigheden te garanderen wordt aan de gemeenteraad voorgesteld een huishoudelijk reglement goed te keuren.
artikel 1: De gemeenteraad keurt het huishoudelijk reglement betreffende huwelijksplechtigheden goed volgens de hierna vermelde tekst.
Artikel 2: Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2025.
Artikel 3: Dit besluit wordt bekendgemaakt conform de bepalingen van art 285 e.v. decreet lokaal bestuur.
Artikel 1 - Aanleiding
De mogelijke locaties voor het voltrekken van de burgerlijke huwelijken zijn:
Artikel 2 - Aanvraag
Standaard worden de huwelijken voltrokken in het gemeentehuis.
De huwelijksaanvraag gebeurt bij de dienst Burgerzaken ten vroegste 6 maanden en minimum 15 kalenderdagen vóór de huwelijksdatum. De gewenste trouwdatum kan vroeger dan 6 maanden vóór het huwelijk meegedeeld worden op de dienst Burgerzaken, zodat deze datum en het gewenste uur al kunnen gereserveerd worden.
Bij de aangifte van een huwelijk wordt het aantal verwachte personen meegedeeld aan de dienst Burgerzaken.
De tijdstippen van de huwelijken die op dezelfde dag voltrokken worden, worden op elkaar afgestemd voor wat betreft het uur. Hierbij is het eerst aangevraagde huwelijk bepalend voor de behandeling van latere aanvragen.
Alle locaties zijn openbaar en blijven tijdens de ceremonie toegankelijk voor iedereen. Het is niet toegestaan om een zaal af te sluiten voor bezoekers en/of toevallige voorbijgangers.
Het organiseren van een receptie op de locatie van de ceremonie is niet mogelijk.
Specifieke bepaling: Een burgerlijk huwelijk in het Plattelandscentrum Paddenbroek is enkel mogelijk op zaterdagvoormiddag. Er kan pas toestemming verleend worden om te huwen in het Plattelandscentrum Paddenbroek als de locatie op de gevraagde datum nog beschikbaar is.
Artikel 3 - Tijdstippen waarop huwelijken kunnen worden voltrokken:
Burgerlijke huwelijken worden voltrokken van maandag tot en met zaterdag.
Op weekdagen kan dit tussen 9u en 17u.
Op zaterdag tussen 9u en 13u.
In Plattelandscentrum Paddenbroek kan dit enkel op zaterdag.
Er kunnen geen huwelijksplechtigheden doorgaan op volgende tijdstippen:
• zondag
• wettelijke feestdagen
• weekdagen waarop vastgesteld is dat het gemeentehuis gesloten is
Een huwelijksplechtigheid wordt verondersteld maximum 30 minuten te duren en dit om de aanvang van een eventuele volgende huwelijksplechtigheden vlot te laten verlopen
Artikel 4 - Uitzonderingsbepaling
De behandeling van afwijkende aanvragen, in uitvoering van dit reglement, waarvoor geen specifieke of eenduidige bepaling is opgenomen, valt onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 40 en 41,14° van het Decreet Lokaal Bestuur
De grondwet, in het bijzonder artikel 170 §4. Het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en haar latere wijzigingen, in het bijzonder artikel 40 §3 en artikel 41, tweede lid, 14°.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
Het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 10 april 1992 en het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019.
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet).
Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
(VLAREMA).
De verspreiding van niet geadresseerd drukwerk en gelijkgestelde producten is een economische activiteit die voor de fysieke of rechtspersonen, actief in deze sector, redelijkerwijze inkomsten genereren, wat derhalve des te meer verantwoordt dat zij de belasting betalen die hen ten laste wordt gelegd. Zij dragen immers niet bij tot de bijkomende uitgaven die deze verspreidingen genereren zodat het verantwoord is om van hen een specifieke bijdrage te vorderen.
Het doel van het belastingreglement is om de vervuiler te belasten. De natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht gaf om het drukwerk te drukken of het gelijkgesteld product te produceren is dan ook de belastingplichtige bij uitstek. Voor het geval deze niet gekend is wordt een weerlegbaar vermoeden gecreëerd dat de verantwoordelijke uitgever als opdrachtgever is opgetreden. Bijkomend worden, als garantie dat de belasting betaald wordt, zowel de verantwoordelijke uitgever, de drukker of producent als de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de betaling van de belasting.
Gezien de ecologische inslag van het reglement wordt ervoor gekozen om het tarief vast te stellen op € 0,02 per verspreid exemplaar drukwerk waarvan de totale bedrukbare oppervlakte kleiner is dan of gelijk is aan 2 bladzijden A4-formaat, op € 0,05 per verspreid exemplaar drukwerk waarvan de totale bedrukbare oppervlakte groter is dan 2 bladzijden A4-formaat, op € 0,02 per verspreid exemplaar van gelijkgestelde producten tot en met 50 gram en op € 0,05 per verspreid exemplaar van gelijkgestelde producten van meer dan 50 gram.
Het reglement voorziet in de volgende vrijstellingen: