Terug
Gepubliceerd op 24/12/2024

Besluit  OCMW-raad

ma 23/12/2024 - 21:00

Definitieve beslissing tot vrijwillige fusie - Reglement minimale begrafenis door het OCMW - goedkeuring

Aanwezig: Frank Nevens, Voorzitter Raad voor Maatschappelijk Welzijn
Kris Poelaert, Burgemeester
Lieven Snoeks, Carina Ricour, Sandra Dero, Kris Degroote, Schepenen
Patrick De Vos, Lieven Van den Broeck, Vanessa Van Hende, Eric Eeckhoudt, Brent Roobaert, An Deleye, Sonja Van Den Bossche, Paul Beyl, Ludo Tiels, Gemeenteraadsleden
Ann Naert, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Paulette Debock, Nicky D'Hantschotter, Gemeenteraadsleden
Bevoegdheid

artikel 77 en 78 decreet lokaal bestuur.

Juridische gronden

Decreet over het lokaal bestuur, in het bijzonder de artikelen 77, 78, 285-288, 330-334

 

Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2023 houdende definitieve beslissing tot vrijwillige samenvoeging van de gemeenten Galmaarden, Gooik en Herne

Advies en motivering

Vanaf 1 januari 2025 vormen Galmaarden, Gooik en Herne samen de fusiegemeente Pajottegem.

Tijdens de voorbereidingsfase van de fusie kunnen de raden geen beslissingen nemen die de nieuwe gemeente binden. Evenmin kan het territorialiteitsprincipe geschaad worden.

Het is echter niet realistisch en niet wenselijk dat de raad van de nieuwe gemeente Pajottegem (pas) op de eerste vergadering alle beleidsbeslissingen neemt over de organisatie van de nieuwe gemeente.

Daarom voerde de regelgever in artikel 351 van het decreet lokaal bestuur een overgangsperiode in. Die periode begint wanneer de nieuwe gemeente start.

De besluiten, de reglementen en de verordeningen van de 'oorspronkelijke' gemeenten blijven geldig op het grondgebied van de oorspronkelijke gemeenten tot de dag waarop de bevoegde overheid ze opheft.

Om echter een gelijke behandeling tussen de inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne te garanderen worden waar mogelijk reglementen nu al op elkaar afgestemd en wordt aan de resp. raden van Galmaarden, Gooik en Herne voorgesteld om de reeds op elkaar afgestemde reglementen goed te keuren zodat deze vanaf 1/1/2025 identiek zijn en een gelijke toepassing mogelijk is voor alle inwoners van Galmaarden, Gooik en Herne.

 

Aan de Raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om akkoord te gaan met het huishoudelijk reglement begrafeniskosten. 

Publieke stemming
Aanwezig: Frank Nevens, Kris Poelaert, Lieven Snoeks, Carina Ricour, Sandra Dero, Kris Degroote, Patrick De Vos, Lieven Van den Broeck, Vanessa Van Hende, Eric Eeckhoudt, Brent Roobaert, An Deleye, Sonja Van Den Bossche, Paul Beyl, Ludo Tiels, Ann Naert
Voorstanders: Frank Nevens, Kris Poelaert, Lieven Snoeks, Carina Ricour, Sandra Dero, Kris Degroote, Patrick De Vos, Lieven Van den Broeck, Vanessa Van Hende, Eric Eeckhoudt, Brent Roobaert, An Deleye, Sonja Van Den Bossche, Paul Beyl, Ludo Tiels
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1: De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het reglement begrafeniskosten voor OCMW Herne, goed.

 

 

REGLEMENT: MINIMALE BEGRAFENIS DOOR HET OCMW      

 

 

Doelstelling

 

Begrafeniskosten zijn een last van de nalatenschap en worden principieel door de erfgenamen betaald.

 

Het OCMW van Herne verleent onder de hierna opgesomde voorwaarden een tussenkomst in de kosten van een begrafenis of crematie van behoeftige personen.

 

Artikel 1: Voorwaarden

 

§1 De overledene moet ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister in de gemeente Herne. OCMW Herne is ook bevoegd voor de dakloze, die ambtshalve is geschrapt en nergens ingeschreven, en die op het grondgebied van Herne komt te overlijden.

 

In uitzonderlijke gevallen kan het OCMW ook tussenkomen in de begrafeniskosten van behoeftigen die ten laste van OCMW Herne verbleven in een erkende instelling en niet in Herne gedomicilieerd zijn.

 

§2 De overledene is behoeftig overeenkomstig artikel 14 van het decreet op de lijkbezorging van 16 januari 2004.

 

§3 Eén van de volgende gevallen doet zich voor:

 

  • Er zijn geen gekende erfgenamen of onderhoudsplichtigen
  • Er zijn gekende erfgenamen of onderhoudsplichtigen, maar zij blijven stilzitten.
  • Niemand wenst de begrafenis te regelen
  • De erfgenamen en/ of onderhoudsplichtigen wensen de begrafenis te regelen, maar beschikken over onvoldoende financiële middelen. Het OCMW van de gewoonlijke verblijfplaats is bevoegd om kennis te nemen van deze vraag tot ten laste name van de begrafeniskosten (art. 1, 1° wet van 2 april 1965).

§4 De uitvaart wordt geregeld door de uitvaartondernemer aangesteld door het OCMW na een overheidsopdracht.

 

Artikel 2: PROCEDURE

 

§1 Aanvraag

 

De aanvraag tot tussenkomst in de begrafenis wordt zo spoedig mogelijk gericht aan de Dienst Zorg van het OCMW, na het overlijden van de behoeftige persoon én voorafgaandelijk aan de begrafenis of crematie.

 

Elke derde die de begrafenis regelt met de begrafenisondernemer zonder vooraf het OCMW te verwittigen, zal zelf verantwoordelijk worden gesteld voor de kosten, tenzij hiervoor een gegronde reden bestaat. De opdrachtgever kan worden aangesproken voor de begrafeniskosten op grond van een contractuele verbintenis.

 

 

§2 Sociaal onderzoek

 

De beslissing om tussen te komen in de begrafenis- en crematiekosten wordt voorafgegaan door een sociaal onderzoek uitgevoerd door een maatschappelijk werker. Hieruit moet onder andere blijken of de overledene al dan niet een behoeftig persoon is, of er beschikbare gelden zijn die kunnen worden aangewend om de kosten te betalen, wat de financiële en sociale situatie is, wie de wettelijke erfgenamen zijn, of er een verwerping nalatenschap is, …

 

Indien de overledene valt onder een voorlopige bewindvoering of een collectieve schuldenregeling zal de voorlopig bewindvoerder of schuldbemiddelaar worden gecontacteerd om de financiële situatie te bekijken.

 

Indien er een uitvaartverzekering is, wordt de verzekeringsmaatschappij onmiddellijk verwittigd. De uitvaartverzekering wordt aangewend voor de begrafenis/crematie en de gemaakte kosten.

 

Er wordt nagekeken wat de laatste geregistreerde wilsbeschikking is van de overledene bij de dienst burgerzaken. Indien er geen geregistreerde wilsbeschikking is, wordt bij de familie/vertrouwenspersonen gepolst naar de laatste wens van de overledene voor wat de wijze van teraardebestelling (begrafenis of crematie) en eredienst betreft .

 

Indien de voorkeur van de overledene niet gekend is wordt er geopteerd voor een crematie en voor een burgerlijke uitvaart.

 

 

§3 Beslissing

 

Het BCSD, of de voorzitter van het BCSD bij hoogdringendheid, moeten hun akkoord geven vooraleer de uitvaartkosten gemaakt kunnen worden. Deze beslissing zal genomen worden op basis van een sociaal verslag, opgemaakt door een maatschappelijk werker, waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van dit reglement is voldaan.

 

 

Artikel 4: DE TUSSENKOMSTEN

 

Deze tussenkomst dient om de overledene een minimale begrafenis te bezorgen en omvat volgende begrafeniskosten:

  • overbrenging naar het funerarium/ crematorium
  • lijkwade
  • lijktooi
  • formaliteiten
  • verblijf in het funerarium
  • 2 dragers
  • kerkhofkruisje
  • goedkoopste uitvaartkist
  • crematie
  • 25 rouwbrieven
  • 30 bidprentjes
  • ceremonie
  • kilometervergoeding bij ophalen buiten het grondgebied Herne, Galmaarden of Gooik.

 

 

Artikel 5: DE TERUGVORDERINGSMODALITEITEN

 

Het OCMW Herne zal alles in het werk stellen om het volledige/gedeeltelijke bedrag van de verleende tussenkomst terug te vorderen via:

 

  • Via de bankrekening van de overledene, indien voldoende saldo op de bankrekening van de overledene;
    • Het invorderen van de begrafenisvergoeding die wordt verleend door de mutualiteiten en andere instanties (bv. sociale kassen ex-werkgevers, verzekeringsmaatschappijen,…);

 

  • Aangifte van schuldvordering in de nalatenschap indien er zich roerende goederen (bv. kapitalen uitgekeerd op grond van een levensverzekering) en/ of onroerende goederen bevinden in het actief van de nalatenschap.

 

 

Artikel 6: AFWIJKINGEN

 

Het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst kan afwijken van de bepalingen vermeld in dit reglement op basis van een grondig gemotiveerd sociaal verslag.

 

 

Artikel 7: INWERKINGTREDING

 

Dit reglement treedt in werking met ingang van 01 januari 2025.